HERNE – Wateroverlast wordt halt toegeroepen

Koen Martens en Karel Leliaert van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) - © Deschuyffeleer

Wateroverlast wordt halt toegeroepen - © Deschuyffleer

Na Galmaarden mochten ook de inwoners van de risicogebieden in Herne tijdens een open vergadering kennis maken met de voorliggende maatregelen om nieuwe wateroverlast van de Mark tegen te gaan. Zo wordt er gedacht aan het bouwen van een beschermingsdijk langsheen de Stationsstraat en het uitbouwen van drie gecontroleerde overstromingsgebieden (GOG).

De maatregelen zijn het resultaat van het initiatief van burgemeester Kris Poelaert na de zware overstromingen van november 2010 en van januari 2011. Zoals de inwoners van de eertijds getroffen Stationsstraat, de Rendries, de Boesmolenstraat en de Smeyersmark toen toegezegd talmde hij niet alle betrokken en belanghebbende partijen uit te nodigen voor overleg voor het zoeken naar en het uitvoeren van echte probleemoplossende maatregelen. Herne is overigens de eerste gemeente waar de Mark vanuit het Henegouwse Edingen Vlaanderen binnenstroomt.

Problemen oplossen

“Mogelijke maatregelen bestaan in het aanleggen van GOG’s langsheen de instromende zijwateren, het bouwen van beschermingsdijken, het inrichten van GOG’s langsheen de Mark zelf en tenslotte het verleggen van beddingen”, gaven Koen Martens en Karel Leliaert van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) de toehoorders mee. Het zijn dan ook zij die het ‘Totaal plan Markevallei’ aan het publiek kwamen voorstellen. “Belangrijk daarbij is dat ook wordt nagegaan welke effecten die maatregelen genereren. Steeds is onze hoofdbekommernis de problemen op te lossen en ze zeker niet te verschuiven”.

Zo blijkt uit de studie dat GOG’s langsheen de zijwateren zoals de Aerebeek geen noemenswaardige baten opleveren. Een lokale beschermingsdijk langsheen de 10 risicozwangere huizen in de Stationsstraat wordt wel best verder in overweging genomen. Daar speelt de VMM met de idee de bedding van de Mark er enigszins te verleggen naar het valleigebied om op de oorspronkelijke loop een dijk van zeker 1,50m hoogte te bouwen. Deze maatregel is wel doeltreffend voor die woningen maar biedt daarom nog geen oplossing voor de verder stroomopwaarts gelegen gebouwen en landerijen.

Buffervolume

Waar ook wel aan gedacht wordt is het creëren van bijkomende buffercapaciteit niet alleen in het reeds uitgebouwde GOG aan de molens Vannerom maar ook nog in twee nieuwe GOG’s. Het buffervolume aan de molens Vannerom zou kunnen opgetrokken worden van 130 000 tot 200 000m³. Hinderpalen vormen daar voorlopig wel nog de aangrenzende boerderij en woningen waarvoor alleszins een kleine beschermingsdijk nodig blijkt en de doorlopende leiding van Air Liquide.

De twee nieuwe GOG’s zouden komen aan de Lomolen (160 000m³) en langsheen de spoorlijn (110 000m³). Wel dienen ook hier nog de broodnodige flankerende beschermingsmaatregelen voor de nabij gelegen eigendommen bekeken te worden. De nieuwe totale buffercapaciteit van nagenoeg 4570 000m³ zou zo in het centrum van Herne een peildaling van haast 46 cm kunnen meebrengen. Indien er ook GOG’s zouden uitgebouwd worden op de zijbeken kan de peildaling er zelfs oplopen tot 60 cm. Het voordeel van GOG’s is dat zij pas worden opgevuld als voor de automatische peilmeters de kritieke grens wordt overschreden.

Het is nu afwachten hoe de plannen verder concreet kunnen worden ingevuld. Het realiseren van sommige zaken kan mede door de onteigeningen toch nog 4 à 5 jaar aanslepen.

Subsidies

Burgemeester Kris Poelaert verstrekte naast een opsomming van de reeds door de gemeente getroffen noodmaatregelen zoals de aankoop van performante dompelpompen met generator en 1000 recupereerbare zandzakjes ook nog nadere informatie over de pas ingevoerde gemeentelijke subsidieregeling voor waterwerende maatregelen aan gebouwen in overstromingsgevoelige gebieden. Zo kan er per pand voor maximum 250 euro subsidie bekomen worden. De firma Combat gaf ook technische duiding bij het beschermen van woningen tegen overstromingen door middel van allerlei schotten.