REGIO - Beslissing over de Pajotse tram ten vroegste in 2013. Ook over de komst van de nieuwe buslijn Gooik-Lennik-Ternat-Asse is er grote onzekerheid

Irina De Knop (ep)

Hoewel er recent in de media heel wat te doen was over de toekomstplannen van de Lijn in het Pajottenland, is het helemaal niet zeker dat die nieuwe bus- en tramverbindingen er ook effectief komen. Daarover valt pas ten vroegste een beslissing respectievelijk in 2012 en 2013. Dat blijkt uit het antwoord van Hilde Crevits, Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken op twee schriftelijke vragen van Irina De Knop, Vlaams Volksvertegenwoordiger.

Irina De Knop: “De tramlijn Gooik/Ninove – Brussel is wel opgenomen in de shortlist van de vier noodzakelijkste verbindingen, maar uit het antwoord van de minister blijkt ook dat het koffiedik kijken is of er in het Pajottenland een tramverbinding komt, laat staan of er al duidelijkheid is wanneer die er komt. Daarover zal ten vroegste beslist worden in 2013. Voor de buslijn Gooik-Lennik-Ternat-Asse is het wachten op de resultaten van een doorstromingsstudie die verwacht worden begin 2012.”

Of de verbindingen er komen, zal ook afhangen van de beschikbare middelen. Daarom vroeg Irina De Knop naar het budget en de integratie in de meerjarenbegroting van de Lijn. Ook hier klinkt het antwoord vaag. Irina De Knop: “Voor de tramprojecten is er nog geen financieringsplan opgemaakt, dit terwijl de geraamde kosten voor infrastructuur hoog oplopen en planning vereisen. Bovendien houden de geraamde infrastructuurkosten geen rekening met de kostprijs van een tramstelplaats. De exploitatiekost van de buslijn Gooik-Lennik-Ternat-Asse is wel bekend (1.999.141 euro), maar is niet opgenomen in de ontwerpbeheersovereenkomst 2011-2015 tussen de Lijn en de Vlaamse regering. Wanneer deze buslijn operationeel zal zijn, is afhankelijk of de Lijn dit voorstel prioritair maakt en de vertaling hiervan in de jaarlijkse begroting.

“Als de Vlaamse regering echt werk wil maken om de mobiliteitsproblemen in onze regio aan te pakken moet ze de tering naar de nering zetten. Ze moet met andere woorden het nodige budget, dat in juiste verhouding staat van de mobiliteitsbehoeften in Vlaams-Brabant, uittrekken voor infrastructuurwerken in deze regio. Dit impliceert ook een snelle ontwikkeling van nieuwe openbaarvervoersverbindingen in de Rand”, besluit Irina De Knop.