ROOSDAAL - Raad Voor Verkiezingsbetwistingen verklaart mandaat gemeenteraadslid Johan Linthout (CD&V) vervallen.

Editiepajot_roosdaal_johan_linthout_opnieuw_foto_jacky_delcour

Johan Linthout (links) bij zijn eedaflegging. - Foto © Jacky Delcour

Dinsdag verklaarde de Vlaams-Brabantse Raad voor Verkiezingsbetwistingen het mandaat van CD&V-gemeenteraadslid Johan Linthout vervallen. Daarmee volgt ze de argumentatie van de 9 N-VA-gemeenteraadsleden die de klacht ondertekenden. N-VA Roosdaal vindt dit de enige juiste beslissing die in dit dossier kon genomen worden.

Kristof Cooreman (N-VA gemeenteraadslid en aanwezig op de uitspraak): “Klopt. We dienden klacht in omdat we van mening waren dat de heer Linthout op het moment van de verkiezingen en ook daarna niet in de gemeente woonde en aldus niet voldeed aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden. We zijn tevreden dat onze klacht niet alleen ontvankelijk, maar daadwerkelijk ook gegrond werd verklaard. De Raad heeft geoordeeld dat er voldoende elementen waren om te stellen dat de heer Linthout op 14 oktober 2012, de dag van de verkiezingen, inderdaad niet aan alle verkiesbaarheidsvoorwaarden voldeed. Daarop besliste de Raad om het onderzoek van de geloofsbrieven en de eedaflegging van de heer Linthout nietig te verklaren en zijn mandaat als vervallen te beschouwen.”

Het is niet de eerste keer dat een mandaat van Johan Linthout (CD&V) ter discussie staat in de Roosdaalse politiek.

Kristof Cooreman: “Ook dat klopt. Op het einde van de vorige legislatuur werd immers het toenmalige OCMW-mandaat van de heer Linthout ook al vervallen verklaard. Het was dan ook met stijgende verbazing dat we vaststelden dat er door CD&V-Roosdaal nogal licht werd over gegaan en dat ze hem gewoon de eed lieten afleggen als gemeenteraadslid. Je zou toch denken dat ze daar twee keer zouden over nadenken. Maar blijkbaar gaat de meerderheid er nog altijd van uit dat ze boven de wet staat. Dat is uiteraard hun eigen keuze, maar helemaal verrast kunnen ze door deze nieuwe ter-orde-roeping door een hogere instantie toch niet zijn.”