Islamitisch cultureel centrum in Depauwstraat in LEEUW geweigerd door gemeentebestuur
Op vrijdag 11 februari 2022 ontvingen burgemeester Jan Desmeth, schepen Bart Keymolen en de bevoegde gemeentediensten, de nieuwe eigenaar van het pand op de Jospeh Depauwstraat 41 in Sint-Pieters-Leeuw. Deze vereniging, vzw Nusantra Cultural Center, wil Indonesische moslims verzamelen die in heel België wonen. Ze hebben hun zetel in Sint-Lambrechts-Woluwe en willen nu een Islamitisch cultureel centrum in Sint-Pieters-Leeuw openen.
Burgemeester Jan Desmeth: “Het moet duidelijk zijn dat we op dergelijke locaties, functies die meerdere tientallen bezoekers trekken, niet kunnen en willen toelaten zonder te voldoen aan de gemeentelijke parkeerverordening. Dat is zo voor een cultureel centrum, maar evenzeer voor een feestzaal, een gebedshuis, een ontmoetingscentrum of andere functies. Samen met de bevoegde diensten hebben we de nieuwe eigenaars persoonlijk op de hoogte gebracht.”
Dergelijke uitbaters hebben inderdaad een omgevingsvergunning nodig, waarbij een bestemmingswijziging van handelszaak naar gemeenschapsvoorziening dient te gebeuren.
Bart Keymolen, schepen van Ruimtelijke Ordening en Omgeving: “Sinds 2014 hebben we in Sint-Pieters-Leeuw een vrij strenge bouwverordening rond parkeerplaatsen op eigen terrein. Het zorgt dat de parkeerdruk niet verder afgewenteld wordt op het openbaar domein, met alle nadelige gevolgen voor de inwoners van de buurt. Als gemeentebestuur passen we de wetten toe en we maken hierbij geen onderscheid. Zo werd, op basis van dezelfde gemeentelijke bouwverordening, vorig jaar een aanvraag geweigerd van een Protestantse vereniging die in het voormalige gebouw van cinema Minerva een gebedshuis wilde onderbrengen. Op basis van dezelfde wetgeving hebben we eerder andere geïnteresseerde kopers voor het pand op de Joseph Depauwstraat moeten teleurstellen. Heel wat buurtbewoners stelden ons de afgelopen weken vragen omtrent dit dossier. We wilden echter eerst het dossier correct behandelen en de nieuwe eigenaars zelf op de hoogte brengen, vooraleer hier in volledige transparantie over te communiceren.”
