BEERSEL Belasting op economische bedrijvigheid voor derde maal voorgelegd
Van een belasting op de economische bedrijvigheid was er al voor de eerste maal sprake op de gemeenteraad van 30/12/2013, een aangepaste versie op 17/12/2014 en nu een derde keer op de gemeenteraad van woensdag 25 maart. Een en ander was een gevolg ingevolge een schorsing van deze belasting door de Gouverneur van Vlaams Brabant. Het besluit van de raad dd 30/12/2013 stelde een progressieve forfaitaire minimumbelasting vast per vestiging afhankelijk van de oppervlakte die wordt gebruikt voor het uitoefenen van de economische activiteit: dat dit forfaitair minimumbedrag maximaal 2.000 euro kon bedragen. Na schorsing van hogerhand werd op de raad van 17/12/2014 besloten dat het forfaitair minimumbedrag maximaal 65.000 euro kan bedragen. En ook hier kon de gouverneur niet akkoord mee gaan. De N-VA fractie reageerde bij monde van gemeenteraadslid Marina Teunisse: “ Voor de tweede keer op rij wordt een pestbelasting, ingevoerd door het gemeentebestuur, geschorst door Gouverneur Lodewijk De Witte. Burgemeester en schepencollege moeten met hangende poten terug naar de gemeenteraad. Deze belasting werd ingevoerd zonder enige vorm van overleg met de bedrijven en werd door de N-VA van in het begin aangeklaagd als onredelijke pestbelastingen. “ Ook waarschuwde zij het college dat een en ander aanleiding zou kunnen zijn voor het vertrekken van bedrijven. Raadslid Barbara Danis(Open Beersel) wees er op dat de bedrijven al genoeg moeten betalen zonder deze extra belasting. Schepen van Financiën Eddy Deknopper(CD&V) gaf mee dat het college streefde naar een billijke verdeling tussen de burgers en de bedrijven en geopteerd heeft voor een hedendaagse belasting. Uiteindelijk keurde alleen de CD&V, sp.a-Groen, Open Vld meerderheid deze belasting goed. Open Beersel, N-VA en UB stemden tegen.
