Opening fietsroutenetwerk Pajottenland-Zennevallei, sluitstuk Vlaamse fietsknooppunten

Foto's Felix Merckx en Jacky Delcour

Vanuit verschillende gemeenten van het Pajottenland trokken groepen fietsers naar Sint-Pieters-Leeuw. In domein Groenenberg vond de officiële opening plaats van de laatste lus van het fietsroutenetwerk Pajottenland-Zennevallei.

In het fietsroutenetwerkt heeft de provincie Vlaams-Brabant en de gemeenten Beersel, Bever, Dilbeek, Drogenbos, Galmaarden, Gooik, Halle, Herne, Lennik, Liedekerke, Linkebeek, Pepingen, Roosdaal, Sint-Genesius-Rode, Sint-Pieters-Leeuw en Ternat de mooiste routes uitgestippeld en samengevat in 410 km fietsplezier.

Het netwerk Pajottenland-Zennevallei is tevens het sluitstuk van het knooppuntenstelsel dat over heel Vlaanderen wordt uitgebouwd en naadloos over de provinciegrenzen aaneensluit.

Voortaan kan men van knooppunt naar knooppunt door heel Vlaanderen fietsen.

Met de realisatie van het netwerk Pajottenland-Zennevallei is nu heel Vlaanderen verbonden door fietsknooppuntenroutes, over de provinciegrenzen heen. In totaal zorgen de bekende knooppunten in Vlaanderen voor 12.300 kilometer fietsplezier.

Het concept van de fietsknooppunten, dat in Limburg het levenslicht zag, is een groot succes. Recent onderzoek (WES, Reisomnibus 2008) wees uit dat bijna de helft van de recreatieve fietsers in Vlaanderen tijdens de zomer het fietsknooppuntennetwerk gebruikt als gids onderweg.

Het fietstoerisme brengt flink wat op voor de lokale economie. Een recreant die in Vlaanderen een fietstocht maakt besteedt gemiddeld 2,3 euro per tocht (vooral cafébezoek en de aankoop van snacks). Een toerist die in Vlaanderen een fietsdaguitstap maakt geeft per dag ongeveer 15 euro uit (voornamelijk café- en restaurantbezoek). Iemand die op (meerdaagse) fietsvakantie gaat, besteedt 75 euro per dag (voornamelijk uitgaven voor logies). Toerisme Vlaanderen raamt de totale directe omzet van het fietstoerisme in Vlaanderen op basis van die cijfers op ruim 23 miljoen euro per jaar.

Minister Bourgeois van Toerisme is er van overtuigd dat het succes en de economische impact van het fietstoerisme nog een stuk kan groeien. Hij blijft daarom de volgende jaren investeren in de kwaliteit van de fietsnetwerken: bewegwijzering, infoborden, picknickplaatsen, fietsenstallingen, sanitaire voorzieningen voor fietsers, enz. De minister mikt ook op een nog sterkere koppeling tussen fietstoerisme, horeca en toeristisch logies, met onder meer het kwaliteitslabel voor fietsvriendelijke cafés, restaurants en logies en het vergroten van het aanbod aan trekkershutten.