De Waterheren, een erenaam voor de burgers van TERNAT

C21

De Waterheren, een erenaam voor de burgers van TERNAT

Waterherenburgemeester_2015-08-28_18
vlnr peter Rutger Belsack, burgemeester Ronald Parys, moeder Fien Monsieur, meter Lieve Van Strijthem, en vader Frans Dumong
 
Waterherendoop_2015-08-28_19
Door de afwezigheid van de pastoor moet vader Frans Dumong de herboren waterheren zelf dopen
 
Verkleind_doopsuiker_2015-08-28_19
Bij een doop hoort doopsuiker en die deelde meter Lieve met gulle hand uit
 
Knip_babyborrel_2015-08-28_19
...en natuurlijk ook de babyborrel.
 

Vorige week werden Natte Nand, Fieleken Mot, en Kamiel Klosken, de door beeldend kunstenares Fien Monsieur en schrijver Frans Dumong herboren waterheren van Ternat, boven de doopvont gehouden. Binnenkort krijgen ze een ereplaats in het nieuwe gemeentehuis. En dat zal een hele bedoening worden waar ook toneel Tijl een rol in krijgt. We vroegen aan Frans Dumong hoe het allemaal begon en hij vertelde het ons heel uitvoerig.

Frans Dumong : Op een avond, meer dan een jaar geleden, ontving ik een telefoontje van ene mevrouw. Ik herkende haar stem niet, maar toen ze me haar naam mededeelde: Fien Monsieur, wist ik meteen dat het de Ternatse kunstenares was, die met unieke ‘keramiekbeelden’ – een hele familie salamanders – de ruwe rotsblok Ter Natte aan de rotonde aan Sint-Anneken tot een kunstwerk had omgetoverd. Ik lees ook de krant, zie je. En raadpleeg geregeld het Internet.
          En toen vertelde ze me dat ze druk doende was met de creatie van een aantal figuren: ‘De Waterheren van Ternat’. Ik vond dat uiteraard een heerlijk idee. En toen ze me voorzichtig liet begrijpen dat een verhaaltje er wel bij- hoorde, stelde ik haar – mezelf kennende – meteen voor er eentje te verzinnen. Een geschiedverhaal met verbeelding doorweven, bijvoorbeeld.
          Later vertelde Fien me ook dat ze lang geleden nog in de toenmalige gemeentelijke meisjesschool les had gekregen van mijn mama, die daar onderwijzeres was. Niet te geloven!  En op het Internet ontdekte ik een tekst die Fien herself zou hebben uigesproken. In haar mooiste Engels.
 Ik citeer: I love spending hours and hours kneading clay and creating an object that gives people a precious tea moment…  
          Dit alles om te zeggen dat ik met veel plezier en ijver aan een verhaal ben begonnen, met name: De Waterheren van Ternat. Ik wil wel laten opmerken: h
          In mijn geest doemden echter vrij vlug allerlei vragen  op. Zo onder andere:
         Wat betekent die bijnaam eigenlijk? Waarom worden de Ternattenaren de Waterheren genoemd?
         Wat betekent die ‘bijnaam’?
         Ik zei bijna ‘spotnaam’ of… of  ‘scheldnaam’, maar dat is wat ons betreft zeker niet het geval. Daar ben ik vrij zeker van. Waterheren… met de klemtoon op ‘heren’, mag zeker niet worden aangezien als een spotnaam, waarmee bewoners van ander gemeenten ons soms smalend bekijken… maar is een ‘eretitel’, waar we trots mogen op zijn en die we gerust voluit op onze naamkaartjes mogen vermelden. Niet te vergelijken, zeker niet, met bijvoorbeeld  de bijnamen van de inwoners van Dilbeek of Liedekerke, die respectievelijk als konijnenfretters en messentrekkers worden gedefinieerd.
         De Ternatse ‘erenaam’ ‘Waterheren’ is zonder twijfel altijd een ‘herennaam’ geweest en behoort tot de Ternatse geschiedenis. Geen mens weet evenwel hoe en wanneer hij feitelijk juist ontstaan is.
          Was het misschien reeds omstreeks 1200, toen ene Arnout, heer van Wesemael en zijn familie in het bezit kwamen van de Heerlijkheid’ Kruikenburg’, dat voor het eerst de bijnaam ‘waterheren’ werd gebruikt?  Goed mogelijk, want zijn uitgestrekte domeinen bevonden zich te midden van een immens waterrijk natuurgebied van meersen en moerassen.
          Of was het na 1380 toen een andere befaamde familie, die van de ons welbekende  heer Everaert t’ Serclaes, de achtbare Brusselse schepen, de regio mettertijd uitbreidde tot een indrukwekkende residentie met uitgestrekte landerijen, inclusief uitgebaggerde beken waar langsheen enkele hofsteden en gewis ook een paar watermolens verrezen.  
         Later kwam de waterburcht in handen van andere adellijke heren en hun familie, met name de Fourneaus en de Lichterveldes.  
          Tussen haakjes moet worden genoteerd, maar is alleszins niet minder belangrijk: de ‘heerlijkheid’ Kruikenburg werd halverwege de 17e eeuw  tot graafschap  verheven en… en  de sompige, de moerassige en drassige omgeving rondom het kasteel, zeg maar, werd tot enkele prachtige vijvers voor en achter het kasteel uitgediept? Het kasteel was een echt waterkasteel geworden.
          Hieruit blijkt  dat de Ternattenaren hun bijnaam ‘Waterheren’ zeker niet gestolen hebben?
          Maar er is veel meer.
          Ook de naam ‘Ternath’ – met  de klemtoon op Nath – spreekt boekdelen.
          We weten het allemaal: Ternat ligt in een dal, zo tussen Asse in het noorden, en Wambeek-Schepdaal in het zuiden. Pastoor Lascabanne, hier pastoor in de jaren 1900, schrijft het trouwens in zijn Ternatse geschiedenis dat de naam Ternat zijn oorsprong zou vinden in Delle Nath: nat dal, vochtige vallei…
         Er zijn echter ook nog andere verklaringen. Eén ervan wil ik graag even belichten.    
         Een document uit 1253 vermeldt dat de gemeente Ternat zou genoemd zijn naar de hoofdbeek, waardoor ze besproeid werd. Op dit ogenblik is dat de Steenvoortbeek, vroeger was het de Molenbeek, nog vroeger de Alfenbeek  en omstreeks 1250 – en dat is belangrijk – was zoals gezegd: Le Nathe. De Nathe met h. Vandaar ook  het feit dat de naam Ternat oudtijds met een h werd geschreven. We kunnen er wellicht ook uit afleiden dat het geen haar gescheeld heeft of Ternat heette niet Ternat… maar Nattebeek, zoals Lombeek, Wambeek, Vlezenbeek, Itterbeek, enz. Dorpen die eigenlijk allemaal genoemd worden naar de beek die er doorheen vloeit.
          Goed… en om even af te sluiten: met  dergelijke historische gegevens in het achterhoofd en wat steun vanuit de verbeelding, is mijn ‘historische dorpsnovelle’ – zoals de voorzitter van de heemkring  ze typeerde – uitgegroeid tot een boekje van 90 bladzijden… en geïllustreerd met enkele foto’s uit de oude doos.  
         Ik ga de inhoud ervan niet verklappen, want dat zou zonde zijn. Er is ook nog 23 oktober, nietwaar, waar een en ander zal worden verduidelijkt. Ik ga u enkel vertellen, dat vier honorabele notabelen er een rol in spelen, zijnde een graaf, een pastoor, een burgemeester en een dokter. Wie iet of wat de geschiedenis van Ternat kent, weet meteen over wie ik het heb. Een paar onder hen kregen zelfs een straatnaam toegewezen.
            Maar er waren destijds ook nog drie anderen, burgers die in Ternat een rol hebben gespeeld. Met name Natte Nand, de belangrijkste boer uit de Natte Straete, ook Fieleken Mot, die een herberg uitbaatte aan het gemeentehuis, en ten slotte Kamiel Klosken, duiveltje-doet-al in het kasteel.
’t Wauren draa gezwéure Wauterieëren  èn ze moest’n va niemand ietske lieër’n.
Vaak zaten ze te praten hier ergens in de buurt, hier in Neeralfene aan de oevers van de  Steenvoortbeek. Het zijn trouwens die drie die op de cover van ons boekje staan.
Graag dit nog.
          De verhalende tekst van ons Waterheren-boekje is geschreven in het ‘Algemeen Beschaafd Nederlands’. De personages echter praten ABT: Algemeen Beschaafd Ternats. En waarom? A begot, das toch dôidelèk, omda ’k et ni éuver mèn èt kost kraaigen  oem ze in het Algemieën Beschoft Vloms te lauten klappen.

 

Delen op FacebookDelen op TwitterDelen op GoogleDelen op DeliciousDelen op DiggDelen op StumbleuponEmail ditMeer...
 
02 sep 2015
Guido Van Cauwelaert
Guido Van Cauwelaert
 
 
 
Terug
 

Meer Nieuws

Commerciƫle partners, advertenties en vacatures
Marc Sluys | 06 nov 2024

archief