HALLE/ OVERIJSE - Reactie Marino Keulen onbegrijpelijk
Vlaams parlementslid Mark Demesmaeker (N-VA) is bijzonder ontgoocheld door de uitspraken van Vlaams minister van Binnenlands Bestuur Marino Keulen over het gemeentelijk meldpunt voor taalklachten in Overijse.
Minister Keulen noemde het initiatief van de gemeente Overijse “ongrondwettelijk, onverstandig, verwerpelijk en Middeleeuws”. Voor dit oordeel had de minister zich blijkbaar louter gebaseerd op een aantal uitspraken van een lokaal gemeenteraadslid van de Union des Francophones (UF) in La Dernière Heure, die het meldpunt bestempelde als ‘heksenjacht’ en ‘verklikking’.
Deze visie van de minister is strijdig met het beleid van de Vlaamse regering en alle inspanningen in de Vlaamse Rand door de Vlaamse regering, de provincie Vlaams-Brabant, de verschillende gemeentebesturen, de vzw De Rand enz. Mark Demesmaeker hoopt bijgevolg dat minister Keulen slecht ingelicht was en voorbarig reageerde.
De gemeente Overijse wil, net als de meeste andere gemeenten en steden in de Vlaamse Rand, een bewustmakingsactie voeren ten aanzien van handelaars en bedrijven die anderstalige publiciteit maken en die het dus niet zo nauw nemen met het Vlaams karakter van de gemeente. Net als in de andere gemeenten in de Vlaamse Rand krijgt ook het gemeentebestuur van Overijse veel klachten en meldingen van burgers die bekommerd zijn om het Vlaams karakter van hun gemeente. Een gemeentebestuur heeft de plicht om de klachten van hun burgers ernstig te nemen, ze te kanaliseren en ze op te volgen.
De gemeente Overijse besliste een Centraal Meldpunt voor taalklachten op te richten waar burgers terecht kunnen met hun taalklachten. Het idee van zo’n meldpunt is niet nieuw. Zo werd binnen de structuur van de Taalwetwijzer een meldpunt voor taalklachten in de Brusselse ziekenhuizen opgericht.
Aan de bedrijven en handelszaken wordt indien nodig een vriendelijke brief geschreven met de vraag om het Nederlandstalig karakter van de gemeente te respecteren en er worden daar ook nog praktische tips aan toegevoegd. Wettelijk gezien kan niemand handelaars verplichten om het Nederlands te gebruiken, maar een gemeentebestuur kan wel een beroep doen op hun goede wil.
Dit is een praktijk die door heel veel gemeenten wordt toegepast. Meer nog, ze wordt door de Vlaamse overheid aangemoedigd via Vlaams minister Frank Vandenbroucke, die voor de Vlaamse Rand bevoegd is. De reactie van minister Keulen is bijgevolg onbegrijpelijk.