Mark Demesmaeker vraagt meer over duurzaam vastgoed SURE 2050 programma in HALLE

C21

Mark Demesmaeker vraagt meer over duurzaam vastgoed SURE 2050 programma in HALLE

Unknown-11

Op vraag van de Provincie Vlaams-Brabant stuurde de Stad Halle op 18 juni 2018 een ‘letter of support’ naar de Europese Commissie . De brief ondersteunde de aanvraag voor EU financiering voor het ‘SURE2050 programma’, in het kader van Horizon2020. Dit programma wordt getrokken door het Vlaams Energiebedrijf (VEB), in samenwerking met de provincies. Het wil steden en gemeenten bijstaan om hun eigen gebouwen klimaatneutraal en klimaatbestendig te maken en zo hun voorbeeldfunctie te vervullen. Het opzet van SURE2050 is om steden en gemeenten te ondersteunen bij het nemen van duidelijke politieke keuzes, bij het planmatig en kordaat uitvoeren van een duurzaam vastgoedbeleid en bij de financiering ervan. ‘Met SURE2050 willen wij Vlaamse steden en gemeenten tot de top laten behoren in Europa op het gebied van de uitvoering van klimaatdoelstellingen,’ lezen we in de begeleidende uitleg die de provincie Vlaams-Brabant aan Halle gaf. In de aanbevelingsbrief schrijft Halle terecht dat het project een belangrijke meerwaarde heeft voor de plannen en doelstellingen die de stad heeft en verwijst ze naar de burgemeesterconvenant.

Het project SURE2050 haalde de EU subsidies binnen en is ondertussen van start gegaan. Op de website van het project lezen we dat 75 publieke diensten meedoen. Halle is daar niet bij. Nochtans lezen we in de aanbevelingsbrief van juli 2018: “Therefore, we will ask our new local council after the local elections in October 2018 to make use of the services oÍfered by SURE2050 and recommend that the proposed action will be selected for funding under the HZO2O Programme.”

  1. In de aanbevelingsbrief wilde Halle aan de Europese Commissie aantonen dat ze de doelstellingen van SURE2050 waardevol vindt en het aanbod om gebruik te maken van de dienstverlening zou voorleggen aan het volgende bestuur en de betrokken diensten. Is dat gebeurd?

  2. Wat waren de redenen voor dat bestuur om uiteindelijk niet mee te stappen in dit door de EU gesubsidieerde project?

Antwoord vanwege schepen van duurzaamheid Marijke Ceunen (Groen):

Ik kan bevestigen dat we, net zoals in 2018, tot op heden de doelstellingen van SURE2050 onderschrijven en ze als meerwaarde beschouwen bij het realiseren van het klimaatplan. Ze zijn trouwens ook opgenomen in de strategische meerjarenplanning.

Tijdens de klimaatdag in Oostende in mei 2019 waren we zélf gastspreker tijdens de sessie ‘duurzaam gedragen straatlicht’. Een ondersteuningstraject met gelijkaardige partners, nl. VEB, Cleantec Flanders, Fluvius en VVSG, partners die ons nu nog ondersteunen in verschillende projecten. Verschillende ambtenaren hebben die dag ook de sessie ‘met een visie naar duurzaam patrimonium en vastgoedbeleid’ (het programma van sure2050) gevolgd. Ik kan dus hierbij bevestigen dat de informatie van dit ondersteuningstraject is doorgestroomd naar het beleid én de diensten.
Ik denk dat er twee grote redenen zijn waarom we niet ingestapt zijn op dit aanbod.

Wanneer je instapt in een ondersteuningstraject is het belangrijk dat je dit doet vanuit een nood, een knelpunt. Sure2050 wil steden en gemeenten bijstaan om hun eigen gebouwen klimaatneutraal en klimaatbestendig te maken en zo een voorbeeldfunctie vervullen. Ik wil jullie graag ,bij wijze van het in kaart brengen van een beginsituatie, mee gidsen in de stappen die we reeds rond dit thema gezet hebben of in de pijplijn staan.

Op 25 juni hebben we op de gemeenteraad het ambitiekader ‘opgewekt Pajottenland’ goedgekeurd. Een ambitiekader dat als een visiekader zal dienen voor het toekomstig klimaatplan. Bijna alle ambities hebben betrekking op de doelstellingen die zowel het burgemeestersconvenant als sure2050 voor ogen hebben, maar zeker ambitie 4 ‘trias energetica’ Eerst besparen, dan produceren’ en ambitie 4 ‘hernieuwbaar en lokaal geproduceerd’ hebben hierop betrekking.

Ook in het vorig klimaatplan was het uitgangspunt de trias energetica. In eerste instantie onderneemt de stad acties om de energievraag te verminderen door energiebesparende maatregelen te nemen zoals dakisolatie, vervanging van het buitenschrijnwerk en te investeren in aangepaste verwarmingsketels. Hiervoor is een planning opgesteld die goed op schema staat. Ook het relightingsverhaal zit op schema wat nog meer besparing zal teweegbrengen. Het is maar als deze stap is afgewerkt, dat het zinvol is te investeren in een volgende stap, nl. duurzame energie op te wekken en te gebruiken. Ook deze acties zijn opgenomen in de SMJP en op 10 april is het ‘plan van aanpak-PV installaties op stadsgebouwen’ goedgekeurd door het college.

Er is een 5 jarenplanning en 7 gebouwen werden geselecteerd op basis van hun totaal verbruik en het gebruik tijdens de dag.

  • -  De totale besparing en reductie van CO2 uitstoot is berekend;

  • -  Elke installatie is voorzien van een monitoring systeem;

  • -  En er is een gepersonaliseerde opstelling per gebouw.

    Toch willen we het hier niet bij laten. De stad is via verschillende projecten gestart met een onderzoek om nog meer gebruik te kunnen maken van hernieuwbare energie.

  • -  Binnen het PIO duurzaam gedragen straatlicht geeft de haalbaarheidsstudie ons een duidelijk zich op de kansen voor hernieuwbare energie, niet alleen voor het PIO- project, maar ook bredere kansen;

  • -  Vanuit het strategisch project Zennevallei volgen we de ervaringen en stappen van een concreet warmtenet-project op in Lot;

  • -  Tenslotte is de stad vanuit het Strategisch Project Opgewekt Pajottenland aan de slag gegaan met de actie ‘warmtenetscreenings’ uit de voorstellennota. In eerste instantie onderzoeken we welk gebied in Halle zich leent om een warmtenet aan te leggen. Hiervoor brengen we de vragers en aanbieders in kaart. Vanuit de stad is dit al een grote data-inzameling, maar we moeten ook bedrijven, scholen en andere vrager of aanbieders in kaart brengen. Momenteel zitten we in de fase van een verkennende

technische analyse van bepaalde kansrijke zones. We steken hier voldoende tijd in om uiteindelijk tijd, energie en middelen te steken in échte kansen. Wanneer we 2 échte kansrijke clusters gevonden hebben gaan we verder met een scenario-analyse onderzoek doen.

Als ik al deze acties bekijk dan denk ik dat we op het vlak van klimaatbestendig maken van het openbaar patrimonium moeten blijven investeren, maar reeds op de goede weg zitten en éxtra ondersteuning binnen dit onderwerp niet prioritair is. We moeten nu écht werk maken van concrete acties met een duidelijke opvolging van projecten. Ik kan op dit ogenblik bevestigen dat dit het geval is. We hebben al veel ondersteuningstrajecten lopen, denk maar aan de 2 grote strategische projecten, maar binnen deze projecten ook nog deelprojecten, allemaal met subsidies, maar het is helemaal niet evident een synergie tussen al deze ondersteuningen en onderzoeken te vinden.

Bovenop al deze ondersteuningen komt nog het ondersteuningstraject met de provincie voorde opmaak van het nieuwe klimaatplan. Een belangrijke stap zal zijn om in kaart te brengen welke thema’s nog niet genoeg in de kijker worden gezet en op dié thema’s in te zetten.

 

Delen op FacebookDelen op TwitterDelen op GoogleDelen op DeliciousDelen op DiggDelen op StumbleuponEmail ditMeer...
 
29 apr 2020
Marc Sluys
 
 
 
Terug
 

Meer Nieuws

Commerciële partners, advertenties en vacatures
Marc Sluys | 14 apr 2024
Devogeleer Emile | 13 apr 2024
Devogeleer Emile | 13 apr 2024

archief