HALLE - Lembeek krijgt standbeeld van dorpsfiguur Maurice Decochez

C21

HALLE - Lembeek krijgt standbeeld van dorpsfiguur Maurice Decochez

Stad_halle_

In de Gasthuisstraat in Lembeek prijkt voortaan een standbeeld van Maurice Decochez (1913-1986) van de hand van kunstenaar en dorpsgenoot Gustaaf Colruyt. Decochez was een bekende dorpsfiguur in de Halse deelgemeente. Op initiatief van de Lembeekse KWB-afdeling en de stad Halle krijgt het bronzen beeld nu een permanente plek in de Gasthuisstraat aan de ingangspoort van het kasteeldomein.

Elk dorp heeft zo z’n bijzondere figuren. In Lembeek was Maurice Decochez (1913-1986) een van hen. Iedereen kende Maurice in Lembeek. En Maurice kende ook iedereen. Decochez was dan ook vergroeid met zijn Lembeek. Om hem te eren maakte dorpsgenoot en kunstenaar Gustaaf Colruyt in 2013 een bronzen standbeeld van Decochez. Decochez was trouwens zelf ook een beeldhouwer, die werkte in het atelier van Gustaaf Colruyts vader Camille. De Lembeekse afdeling van de KWB opperde een tijdje geleden het voorstel om het bronzen standbeeld van Gustaaf Colruyt een permanente plaats te geven in Lembeek. Het beeld kreeg met de steun van de stad Halle een plek in de Gasthuisstraat, waar Maurice Decochez zelf vele jaren woonde.

 

Een woordje uitleg over Maurice Decochez door kunstenaar Gustaaf Colruyt

Dit beeldhouwwerkje is door mij, Gustaaf Colruyt, ontworpen en uitgevoerd in het jaar 2013. Het beoogd een herkenbare karakterweergave van Dhr. Maurice Decochez te zijn, houtsnijder/beeldhouwer, geboren te Lembeek in 1913, en heel zijn leven wonende en werkende en overleden in Halle in 1986. “Maurice” was een uitzonderlijke verschijning en persoon die door alle Lembekenaren en in de omstreken gekend was als levend en aanvullend deel van Lembeek zelf.

 

Het beelhouwwerkje toont de nieuwsgierige Maurice. Hij kende de allerlaatste nieuwtjes van dorp en omstreken. Ook alle voorbijrijdende auto’s werden door hem nauwkeurig in de gaten gehouden. Als kind zag ik hem dikwijls uit de verte langs de lange Steenweg naar Bergen toekomen aan het kunstatelier van mijn vader Camille. Jaar in jaar uit droeg hij een wintervest over zijn werkschort wat zijn silhouetten natuurlijk des te unieker maakte. Alhoewel hij niet groot was drukte zijn geblokt lichaam een monumentale kracht uit. Zijn handen waren door beitel en hamer omgevormd tot twee vaste klemmen, de voeten solide op de grond. Uitzonderlijk was ook, ondanks zijn natuurlijke handicap en gedwongen vrijgezellenbestaan, zijn nooit aflatend optimisme. Wie hem gekend heeft kent zijn immer uitgesproken woorden: “La vie est belle.”

 

Het beeldhouwwerkje, denk ik, zou graag in Lembeek komen te staan. Ik heb de indruk dat we er Maurice verder moeten laten wandelen, door het dorp, langs het kasteel, langs de vaart, de Malheide, de Congo, …

 

Een herinnering ook aan een iets archaïscher Lembeek, dat zonder twijfel bewaard wil blijven ook voor toekomende tijden…

 

Een woordje uitleg over de kunstenaar Gustaaf Colruyt (bron : www.3tien-art.be)

Wat bezielt iemand om zijn hele leven aan de kunst te wijden en als een moderne kluizenaar door het leven te gaan? Doet een kunstenaar dit uit geloof of uit overtuiging? Of zit het in de genen? Bij beeldhouwer Gustaaf Colruyt (°Lembeek 1948) is het een beetje van dit alles. Artistiek duizendpoot en didacticus “Nonkel Jef” had hem dit eerder voorgedaan terwijl zijn vader Camille gediend had in de religieuze kunst, beiden steeds trouw gebleven aan de traditie en de regels van de aloude kunstambachten.

 

Of voelde Gustaaf zich geroepen tot een artistieke missie? Instinctief vragen we ons af hoe zwaar een dergelijke lotsbestemming op de kunstenaar weegt en welke prijs hij bereid is ervoor te betalen. Het antwoord is wellicht dat een kunstenaar zich vrij vecht om ongebonden, zonder toegevingen te moeten doen, door het leven te gaan. Als kind ging hij al op zoek naar het wezen van wat hij onbewust “echt zijn” noemde, naar een oprechte wereld waar hij zou ontsnappen aan de “illusoire omgeving” waarin hij opgroeide. Zou die te vinden zijn in het geheimzinnige atelier in de tuin, waar zijn vader in een niet aflatende speurtocht op zoek was naar een ‘artistieke zuiverheid’, zijn beelden uitpurend tot een kunst als synthese van het leven en van zijn Christelijk geloof? Later, na de dood van zijn vader in 1973, zou hij een tijdje in dit atelier de draad van zijn vaders speurtocht opnemen. Toen de bestellingen opdroogden kon hij zich losmaken van het atelier.

 

Het besef groeide bij hem dat ware kunst verder ging dan een ‘verhaal’: hij zou met zijn kunst aan een levenswerk beginnen dat “niet virtueel is, maar gebaseerd op feiten”. Dit was voor Gustaaf de start van een lang bewustwordingsproces. Nu hij er alleen voor stond zou hij zich bevrijden van het artistiek korset dat hij droeg sinds zijn academische opleiding. Hij verliet het beklemmend provincialisme van een berustende Zennevallei voor Antwerpen. Hier genoot hij volop van de diversiteit die de grootstad te bieden heeft. Toch verbrandde hij nooit bruggen: net zoals zijn oom wendde hij steeds zijn artistieke vaardigheden aan, ten dienste van het culturele leven in zijn geboortedorp Lembeek. Maar in de metropool keek hij nu, als door een venster , uit op de wereld. Ondanks zijn sterke terughoudendheid tegenover de buitenwereld was ook hij kind van zijn tijd. Hij revolteerde geleidelijk tegen de academische zekerheden en bewoog sinds dan ‘op de rand’, ver weg van de platgelopen artistieke paden.

 

Het scheppingsproces van Gustaaf Colruyts creaties doorloopt verschillende fasen. Alles begint met een noodzakelijke maar een niet beslissende fase waar een toevalligheid, een verhaal of een figuur in beweging de aanleiding vormen voor het beeld in wording.

 

In een tweede fase krijgt het beeld vorm en worden de fundamenten architectonisch opgebouwd zodat het beeld ‘staat’. Vanaf hier wordt het onderwerp of het verhaal als eerste kiem losgelaten zodat het oorspronkelijk concept niet meer ter sprake komt. De kunst van de beeldhouwer is om vanaf hier goed om te springen met ‘intuïtieve vaardigheden’: in deze paradox kan de tegenstrijdigheid opgeheven worden tot twee zich aanvullende principes. Zoals de mens zijn ego kan loslaten in zijn tocht naar zijn ware zelf, laat de beeldhouwer het beeld ‘sterven’: ”Zoals in de muziek van Jaques Brel het verhaal, de stem, de mimiek en het engagement die als voorwendselen dienden om de vorm te bepalen ONTPLOFTEN, zodat de (geteisterde) ziel de ruimte van de concertzaal vulde”.

 

Op die manier vullen en beheersen Gustaaf Colruyts beelden de ruimte. De lacune die ontstaat tussen het beeld en de afgebakende zaal, is de ruimte waarin de toeschouwer zich beweegt en de spanning, de energie en de bezieling van het beeld ervaart. Op het ogenblik dat de beeldhouwer de kiem heeft losgelaten en het beeld nu ‘hem’ is geworden, wordt de grens tussen de schepper en de toeschouwer opgeheven.

 

De beelden van Gustaaf Colruyt zijn een alles of niets spel waarbij de voeling met het "nu" zich door geen enkel begrip wil laten inkapselen. Een spel met "juiste" of "niet juiste" inspanning

 
 
Delen op FacebookDelen op TwitterDelen op GoogleDelen op DeliciousDelen op DiggDelen op StumbleuponEmail ditMeer...
 
06 dec 2020
Sam Herremans
ep
 
 
 
Terug
 

Meer Nieuws

Commerciële partners, advertenties en vacatures
Marc Sluys | 14 apr 2024
Devogeleer Emile | 13 apr 2024
Devogeleer Emile | 13 apr 2024

archief