AFFLIGEM – Ongunstig advies voor door gouverneur voorgestelde brandweerafrekening
Bert De Roeck, schepen van financiën: “Dinsdagavond besliste de gemeenteraad van Affligem om een ongunstig advies te geven voor de door de gouverneur, Lodewijk De Witte, voorgestelde brandweerafrekening. Op 17 juni ontvingen de gemeenten van Vlaams-Brabant een brief van de gouverneur met de vraag om voor 5 voorgaande boekjaren (2007 – 2011) de definitieve afrekening voor de brandweer voor advies voor te leggen aan de gemeenteraad. Indien er binnen de 60 dagen geen advies wordt afgeleverd beschouwd men dit als zijnde een positief advies. Veel gemeenten zullen er niet in geslaagd zijn om, ten gevolge van het zomerreces, deze afrekening nog voor te leggen aan de gemeenteraad. Van Affligem wordt, bovenop de € 1.155.000 betaalde voorschotten, een extra bijdrage van € 241.000 gevraagd. Dit bedrag dient de gemeente te voorzien in onze begroting van 2014. Opgeteld moet Affligem voor 2014 in totaal € 550.000 begroten voor de brandweer, dit op een geschat totaal aan inkomsten van € 11.000.000. Concreet betekent dit dat 5% van alle inkomsten in 2014 naar de brandweer zouden gaan. Net zoals vele gemeenten vragen wij het bedrag te spreiden over 5 jaar, het betreft immers een afrekening voor 5 werkingsjaren. De gemeenten betalen meer dan 90% van de brandweerkosten, 80% van de politiekosten en staan volledig in voor de stijgende kosten van de OCMW’s en de pensioenen van hun ambtenaren. Iedereen weet dat de gemeenten het moeilijk hebben om de eindjes aan elkaar te knopen. De inkomsten uit de personenbelasting zijn dalend, we ontvangen ook steeds minder dividenden ten gevolge van de liberalisering van de energiemarkt en het faillissement van de gemeentelijke holding. Langs de uitgavenkant worden we geconfronteerd met verhogingen voor de politie, de brandweer, het OCMW en de pensioenen van het gemeentepersoneel. Tegelijk moeten we elk jaar een evenwicht op kasbasis realiseren en dienen we tegen 2019 een positieve autofinancieringsmarge voor te leggen. Deze autofinanciering bepaalt dat het overschot gerealiseerd op de exploitatie hoger moet zijn dan de leninglasten van het betrokken boekjaar. Bestaande reserves of overgedragen resultaten van voorgaande jaren worden voor het berekenen van de autofinancieringsmarge niet meegeteld. Zoals u merkt worden we met heel veel financiële uitdagingen geconfronteerd, enige soepelheid vanwege de hogere overheid is dan ook wenselijk zo niet noodzakelijk”, besluit Bert De Roeck.