HERNE - Rotary Herne-Markevallei ontvangt Alain Remue

Alain_remue_rotary_-_deschuyffeleer_mei_2011__5_

Voorzitter Guy Lebacq verwelkomt de talrijk opgekomen Rotariërs en hun genodigden - Foto's Deschuyffeleer

Alain_remue_rotary_-_deschuyffeleer_mei_2011__29_

Commissaris Alain Remue van de Federale Politie hield een voordracht over de Nationale Cel Verdwijningen © Deschuyffeleer

Collage © Deschuyffeleer

Op uitnodiging van Rotary Herne-Markevallei hield commissaris Alain Remue van de Federale Politie een voordracht over de Nationale Cel Verdwijningen. Het waren protocolverantwoordelijke Dr. Jean-Marie Berthot en voorzitter Guy Lebacq die de gastspreker in de Egelantier aan de talrijk opgekomen Rotariërs en hun genodigden mochten voorstellen.

Alain Remue trad voor het eerst op de voorgrond toen in 1996 de zaak-Dutroux losbarstte. Meteen stond hij als jonge rijkswachtofficier aan het hoofd van de pas opgerichte Nationale Cel Verdwijningen. Over een termijn van ruim 15 jaar behandelde hij samen met zijn 14-koppig team reeds meer dan 16.500 dossiers. Jaarlijks wordt dit aantal aangedikt met zo’n 1500 nieuwe gevallen met een gemiddelde 2 à 3 per dag. “Onze dienst geeft steeds het beste van zichzelf omdat wij vinden dat voor de naastbestaanden niets erger is dan niet weten wat er van de vermiste persoon is geworden”, luidde het in zijn betoog. “Zelfs de dood is draaglijker omdat dan het rouwproces kan beginnen”.

Vlot en bijtijds aangrijpend doorliep diensthoofd Alain Remue de drie kernopdrachten van de cel. “Onze ganse speurtocht naar vermiste personen stoelt op coördinatie, steun en expertise,” gaf de commissaris aan. “Met coördinatie beogen wij alle partners die bij een zaak van ver of van nabij betrokken zijn, ook de lokale politiediensten, en die een schakel vormen in de zoekactie op één lijn te brengen”. Het leveren van steun houdt dan weer het aanbrengen in van adviezen en materiële bijstand aan alle diensten en betrokken partijen die rechtstreeks te maken hebben met een onrustwekkende verdwijning. “De expertise ten slotte behelst de terbeschikkingstelling van de kennis die is ontstaan uit voorbije zoekacties zowel hier als in het buitenland”, aldus nog het diensthoofd.

“In 15 733 gevallen hebben wij de vermisten teruggevonden. Jammer genoeg registreerden wij ook 1 843 overlijdens. Hier gaat het dan wel over zowel kinderen als volwassenen, weglopers, zelfdoding en accidentele overlijdens” maakte Alain Remue de balans op. “Ook moeten wij nog leven met 777 cold cases die allicht nooit zullen opgelost worden”. “België”, verhaalde Alain Remue nog, “bekleedt na Finland de 2de plaats als het om zelfdoding gaat. Nog markanter hierbij is dat het hoe langer hoe meer jonge mensen betreft, zelfs tieners”.

Als filosofie achter de werking van zijn dienst legde Alain Remue de klemtoon op het unieke van iedere zaak en op de snelheid waarmee de politiediensten in kennis worden gesteld van de vermissing. Zo blijken de eerste 24 uren na de verdwijning van cruciaal belang te zijn voor een goede afloop. “In de Cel Verdwijningen gaan wij er steevast van uit dat nooit iets mag uitgesloten worden. Hier geldt de regel zeg nooit, nooit! Ook is het zo dat het gezegde ‘wie zoekt, vindt’ voor onze dienst niet altijd van toepassing is”, besloot de commissaris.