HERFELINGEN – Een zomerse zondagmorgen in het teken van de Heilige Drievuldigheidsprocessie
Ook de Heilige Drievuldigheidsprocessie van Kester kon dit jaar weerom haar normaal beslag krijgen. De voorbije twee jaren werd het telkens op de zondag na Pinksteren een fel afgeslankte versie met enkel en alleen de ommegang met de ‘Genadestoel’. Daardoor kon er moeilijk sprake zijn van een echte processie. De ommegang vertrekt om 6u10 aan de St-Martinuskerk in Kester om er dan via Herfelingen en Oetingen rond de middag terug aan te komen. De organisatie gaat uit van de Gilde van het Paardenvolk, een vereniging die vorig jaar haar 150-jarig bestaan mocht vieren.
De eeuwenoude Drievuldigheidsprocessie, ook wel de Kesterweg of de Paardenprocessie genoemd, kon deze keer rekenen op niet alleen veel deelnemers maar ook op een excellent ochtendlijk zomerweertje. Zoals de geplogenheden het thans voorschrijven zorgde de fanfare De Ware Broeders voor een warm intreden in de St-Niklaasparochie (Herfelingen), waar pastoor Kris Meskens om 7u de gelegenheidsmis opdroeg.
Oorsprong
Op haar rondgang deed de symbolische versie van de Heilige Drievuldigheidsprocessie, naar oud gebruik, ook ditmaal de dorpskern en de St-Niklaaskerk van Herfelingen aan. Dat Herfelingen telkenmale eveneens wordt aangedaan is geen toeval maar berust op historische gegevens. Terug in de tijd vormde Herfelingen immers samen met Oetingen en Kester het Kestergewoud of de ‘potestas van Castre’. Uit historische documenten en vooral uit optekeningen die uitgaan van het dorpsgeheugen wordt het jaartal 1217 aangezien als het jaar waarop de drie dorpskernen en hun parochies autonome rechten ontvingen en dan ook los kwamen van Kester. Hoelang de processie al bestaat is tot op heden een onbeantwoorde vraag. In zijn oorspronkelijke vorm is de Kesterweg een ‘beeweg/bedevaart’ waarop op vrome wijzen gevraagd wordt om mensen, dieren en oogsten te vrijwaren van ziekten.
De essentie van de processie ligt bij het ronddragen van de ‘Genadestoel’. Dat is een beeld van de zetelende God de Vader met de keizerskroon en met in zijn handen het kruis met het lichaam van zijn dode Zoon en de H. Geest onder de vorm van een duif. Het kernbeeld wordt voorafgegaan door St-Martinus, de herauten oftewel de functionarissen die dienst doen als boodschappers en gekleed zijn in een tabberd dat een gewaad is versierd met het wapen van hun meesters. In de processie krijgen de herauten ook het gezelschap van de bedelaar. Die heren worden gevolgd door de kruisdragers, een vertegenwoordiger van iedere parochie en twee standaarddragers. Verder zijn er ook de ruiters en de koetsen om te eindigen met veel voetvolk waaronder dit jaar ook de Gooikse burgemeester Simon De Boeck.
Meer en meer belangstelling
Mede door de viering vorig jaar die het 150-jarig bestaan van de Gilde van het Paardenvolk in het daglicht stelde en de gunstige weersomstandigheden stapten dit jaar meer dan 100 paarden met hun ruiter of hun menner mee op in de processie. En ook het voetvolk is opnieuw met ettelijke tientallen aangegroeid.
Na Herfelingen ging de optocht verder richting Oetingen waar zij ook steeds van een verdiende weerklank geniet. Finaal en na goed 14 km wordt de ommegang dan omstreeks 11u30 feestelijk opgewacht door de Kesterse dorpsgemeenschap om te eindigen waar hij begon: aan de St-Martinuskerk.