HERNE – Liesbeth Vandormael en Aurelius vinden elkaar in een vlucht over eeuwen klassieke muziek
In het Gemeenschapscentrum in Sint-Pieters-Kapelle bracht Liesbeth Vandormael met de muzikale en technische ondersteuning van Geert Sterckx de try-out van haar monoloog met als inzet De Hond van Brückner en aansluitend De Kat van Mozart. De voorstelling groeide uit tot een uiterst fraaie en uitermate hoogstaande culturele beleving waarbij de kracht van de muziek met daarin de rol van dieren centraal staat. Het werd een originele en waardevolle vertoning met talenten uit eigen middens en waar alle aanwezigen ten volle van genoten.
Met haar vertelling is Liesbeth beslist niet aan haar proefstuk toe. Velen kunnen zich allicht nog De Vierde Koning en Breendonk herinneren. Stuk voor stuk verhalen met een hoog satiregehalte die de aandacht van de toehoorders toespitst op een relaas waarbij historie, legende, humor, verklaring, overleving en fantasie elkaar volkomen aanvullen.
Dieren in de muziek
Met De Hond van Brückner/De Kat van Mozart beklemtoont Liesbeth de ruimte die niet alleen honden en katten maar ook vogels, leeuwen, olifanten, bijen, sprinkhanen…, kort gans het dierenrijk inneemt bij het ontstaan van vele klassieke muzikale composities en de (hoofd)rol die hen daarbij meesterlijk werd toebedeeld.
Zó delen niet alleen de hond van Brückner en de kat van Mozart mee in de bekendheid van roemrijke composities en in Liesbeths betoog maar krijgen ook de spreeuw van Mozart, de katten van Ravel & Debussy, de kat van Igor Stravinsky en de lievelingen van Borodin, Chopin, Schubert, Rossini, Prokofiev, Berg en nog veel anderen een belangrijke plaats in het relaas.
Oorwormen
Ook geeft Liesbeth een forum aan de alom gekende ‘oorwormen’, u weet wel die melodietjes die in het hoofd blijven hangen. Wie kent er Für Elise niet, het beroemd muziekstuk van Ludwig van Beethoven, Het Carnaval der Dieren van de Franse componist Camille Saint-Saëns en het muzikaal sprookje Peter en de Wolf van de Russische Sergej Prokofjev?
Op de bühne krijgt Liesbeth een vrij verrassende tegenspeler. Aurelius is zijn naam en neen, het is niet keizer Aurelius. Aurelius is een gast mede gesponnen uit het technologisch brein van Geert Sterckx. Een audiovisuele aanvulling waarbij heden en verleden, waarheid en fictie, klassiek en hedendaags elkaar de hand reiken.
Het verhaal in een notendop
Anton Brückner is geboren in een klein dorpje in Oostenrijk. Toen hij 13 was, stierf zijn vader. Hij moest een vak leren: schoolmeester, net als zijn vader en grootvader. Ook kreeg hij muziekles: orgel, piano en viool. Zo gezegd, zo gedaan. Na zijn opleiding werd hij leraar, maar ook kloosterorganist. Al van jongs af was hij een bewonderaar van Richard Wagner.
Als zijn studenten hun middagmaal aten, haastte Brückner zich altijd naar een lunchzaak. Zijn hond, Mops, liet hij achter. Het was in die context dat zijn leerlingen beslisten hun leermeester een loer te draaien.
Eerst speelden zij muziek van Richard Wagner, waarbij Mops werd getreiterd en opgejaagd. Vervolgens schakelden ze over naar het Te Deum van Brückner en kreeg Mops knuffels en lekkers.. Na enige tijd was het voor Mops duidelijk….
Op een dag keerde Brückner terug van zijn lunch en zeiden zijn leerlingen: “Meester, we weten dat u Wagner bewondert maar in onze oren klinkt uw muziek beter en zelfs uw hond weet dat u een betere componist bent”. Brückner bleef bij zijn standpunt maar….. bleek toch nieuwsgierig genoeg om te vragen hoe zij daarbij kwamen. Wagner werd ingezet en ja ……… de hond ging lopen. Daarna werd Brückners Te Deum gespeeld en Mops kwam blij en kwispelend terug …….