TERNAT - Raf Coppens schrijft beste dictee Groote Oorlog
Woensdag werd door de Gemeentelijke Ouderenadviesraad het Groot Dictee van de Groote Oorlog georganiseerd in de zaal van het Sint-Jozefsinstituut. Tweeëntwintig deelnemers deden hun best om zo weinig mogelijk fouten te schrijven in het door Frans Dumong opgestelde en door Geo Raspé voorgelezen dictee. Onder hen burgemeester Ronald Parys, die in de top tien belandde. Raf Coppens, een cameraman van de VRT uit Lede, kwam met negen fouten op de eerste plaats terecht. Ellen Van Wegbergh was de best schrijvende Ternatse vrouw, op de vierde plaats.
Hoeronder volgt de tekst van het dictee:
Slag aan de IJzer
Na bijna twee-en-een-halve maand strijd arriveerde de Eerste Wereldoorlog halverwege oktober 1914 in Zuid-West-Vlaanderen, ook de Westhoek geheten.
Een massaal eersteklasseoffensief ontbrandde aan de IJzer.
Vanuit Duitse zijde werd toentertijd gestreefd naar een reële uitputtingsstrijd met een Belgische divisie veldartillerie. Terzelfder tijd hadden ze de intentie zoveel mogelijk industrieel potentieel buit te maken.
Maar toen kwamen de geëquipeerde fuseliers van de Britse en Franse infanterieafdelingen tevoorschijn en werd het een kat-en-muisspelletje.
Het duurde evenwel niet uitentreuren.
Op 18 oktober startte het 4de Duitse leger met een attaque op de Brits-Franse cavalerie die een tijdlang langsheen het kanaal gestationeerd stond. Tegelijkertijd slaagden ze erin, zij het toch maar half-en-half, een Britse vlootflottielje oorlogsschepen te torpederen.
Etmalenlang volgden de aanvalsacties elkaar op, en ten slotte slaagden de halsstarrige bezetters erin een welgelegen bruggenhoofd te fabriceren op de linkeroever van de IJzer.
Het Belgische weerwerk verschraalde zienderogen en op 25 oktober werd de oorlogssituatie zo kritiek, dat koning Albert I (de Eerste) een Duitse aanval vreesde, waardoor België zelfs ten onder kon gaan.
Toen trof hij metterhaast een consciëntieuze en diepdoordachte conclusie, zijnde een onmiddellijke onderwaterzetting ofte urgente inundatie van de laaggelegen akkers. Een achttiende-eeuwse tactische defensieve operatie! Daardoor zou de zuidelijke streek ten enenmale onbereikbaar worden.
De IJzervlakte was namelijk een drassige polderregio en vormde in feite een obstakel voor de Duitse opmars. Het was evenwel niet doorsneden door een spinnenweb van irrigatiekanalen voor de bevloeiing, maar bestond uit een complex sluizen- en gemalensysteem, dat te gelegener tijd ook zorgde voor de beheersing van het lokale waterniveau.
In de nacht van 28 op 29 oktober werden de sluizen ijlings opengezet, waardoor de poldergouw onder water stroomde. De gedesoriënteerde Duitsers zaten muurvast . Ten gevolge daarvan kon een staakt-het-vuren dus niet veraf zijn.
En toch, de zo-even genoemde situatie duurde niet lang, want ’s ochtends reeds trachtte een uitgebreide Duitse ruiterijafdeling via de middeleeuwse handelsstad Ieper een doorbraak vanjewelste te forceren.
’s Anderdaags belandden ze echter in een confrontatie met de Britten en kregen ze tal van onstuimige uppercuts geïncasseerd.
Anderzijds werd het goedgetrainde geallieerde korps ‘Expeditionary Force’ uit Groot-Brittannië vrijwel totaal uitgemitrailleerd. Naar verluidt was tussen kerstdag en Nieuwjaar nog ternauwernood een derde van alle manschappen actief.