TERNAT - Kapperszaak voor mannen onderwerp van nationale polemiek
Hun kapperszaak The Men Station is nog geen zeven maand open of barbiers Aksel Wijns en Ronald Borremans zijn al het onderwerp van een nationale polemiek door een column van feministe Maartje Luif in De Standaard. Op sociale media krijgt de columniste van vele vrouwen de wind van voren. Die vinden dat zowel vrouwen als mannen af en toe de kans moeten hebben om onder hun te praten. Dan gaat het er veel opener aan toe, en durven velen te praten over onderwerpen die voor hen gevoelig liggen.
"Wie The Men Station tegenover het station van Ternat binnenwandelt, wordt meteen ondergedompeld in een ouderwetse mannenwereld. Blue Grass, country en smerige rock-'n-roll gallen er door de luidsprekers. Mannen lachen zich een breuk met de ene vettige mop na de andere, terwijl ze van een biertje genieten. Barbiers Aksel Wijns en Ronald Borremans voorzien de aanwezige heren van een fris en klassiek kapsel en een perfecte scheerbeurt. The Men Station wordt de ideale plek voor iedere man in de streek om de haren te laten knippen", schreef de krant Het Nieuwsblad nog bij de opening van de zaak.
Een vrouw die het haar van haar zoon wou laten knippen en gevraagd werd buiten te wachten, had het zo niet begrepen en diende klacht voor discriminatie in bij UNIA, het interfederaal centrum voor gelijkheid.
In De Standaard legt columniste Maartje Luif uit waarom we niet mogen lachen met het ludiek bedoelde initiatief van de barbershop. Op sociale media krijgt ze, ook van vele vrouwen, de wind van voren. Veel vrouwen vinden dat zowel vrouwen als mannen af en toe de kans moeten hebben om onder hun te praten. Dan gaat het er veel opener aan toe, en durven velen te praten over onderwerpen die voor hen gevoelig liggen. Luif begrijpt niet dat dit concept eigenlijk een parodie is, met een decor vol grappige clichés, vindt men ook. Overigens maken zowel de klaagster als de columniste een grote denkfout en is er helemaal geen overtreding van de genderwetgeving. Die zou er geweest zijn als de vrouw zich zelf als klant had aangemeld en de barbiers zouden weigeren haar een "mannenkapsel" te geven. Dat is immers het enige product dat ze te koop aanbieden. En als een vrouw dat product wil kopen moet ze het ook krijgen.
Columniste Maartje Luif motiveert haar opinie als volgt:
1. Als vrouwen het zelf leuk vinden, kan het toch geen discriminatie zijn? Daarmee gaat de barbier voorbij aan de culturele variant van het stockholmsyndroom waar vrouwen aan lijden. Onze blik is al eeuwenlang gegijzeld door mannen. Hoe we de wereld bekijken, wat we belangrijk vinden, hoe we onszelf zien en waar we al dan niet om moeten lachen: het is allemaal geworteld in een maatschappij waarin het van oudsher van weinig belang was hoe vrouwen naar de zaken keken.
Er zijn tijden geweest dat vrouwen het logisch vonden dat ze geen recht van spreken hadden. Zo was het voor mijn oma vanzelfsprekend dat ze wettelijk handelingsonbekwaam werd toen ze trouwde, waardoor mijn opa zeggenschap kreeg over haar geld en haar beslissingen. De instemming van een vrouw duidt op zichzelf dus helaas niet op gelijkheid.
2. Mannen moeten onder elkaar kunnen zijn wanneer ze maar willen. Dat klopt, thuis mag je vrouwen aan de deur tegenhouden. Maar als je onder de wet op de handelszaken valt, geldt het recht op gelijke toegang en gelijke behandeling. Dankzij dat soort wetten mogen we zwarte mensen niet achterin de bus laten plaatsnemen alleen omdat ze zwart zijn, mogen we joden niet uit het café weren omdat ze jood zijn, en als we een huurwoning weigeren aan een Marokkaan om het eenzame feit dat het een Marokkaan is, dan worden we beboet. Dankzij die wettelijke gelijkheid mocht mijn moeder toen ze trouwde over zichzelf beschikken, en in het verlengde daarvan mag je een vrouwelijke klant niet langer anders behandelen dan een mannelijke, als de enige reden die je aanvoert is dat ze een vrouw is.
Om eeuwenlang ingesleten patronen van macht en uitsluiting in te tomen, zijn er wetten nodig die de cultuur bijsturen. Je zou kunnen zeggen dat de wet nu te strikt is, maar die onverschillige houding is vooral een mannelijk voorrecht. Veel vrouwen moeten nog dagelijks strijden om gelijk behandeld te worden, die kunnen het zich niet veroorloven om met de tondeuse in de ene hand en een pint in de andere de wet terzijde te schuiven. Alleen mannen en vrouwen met weinig historisch besef, die cultureel aan de winnende hand zijn en die zelf nergens last van hebben, zullen volhouden dat die gelijkheid niet wettelijk gewaarborgd hoeft te worden ten koste van een grappig concept.
3. Er zouden plekken moeten zijn waar mannen nog écht man kunnen zijn. Wat een échte man is, is zodanig aan discussie onderhevig dat het maar goed is dat ‘het recht op een reservaat voor de echte man’ wettelijk van geen betekenis is. Maar daarnaast is de opvatting dat een echte man alleen zichzelf kan zijn zonder vrouwen in de buurt, bekrompen, zelfvervullend en daarom gevaarlijk. Wanneer je ervoor kiest om behalve de vormgeving van een barbiersconcept ook de opvattingen over man-vrouwverhoudingen mee te nemen uit de jaren stillekes – bijvoorbeeld het idee dat je met vrouwen erbij niet over voetbal, motoren en geile dingen kunt praten – dan heb je niet alleen een ouderwetse opvatting over vrouwen en hun smaak, maar je draagt ook bij aan het in stand houden en het verspreiden van die opvatting.
Tuttig vrouwbeeld
Rollenpatronen hebben de akelige eigenschap zichzelf te versterken. Omdat van een vrouw niet wordt verwacht dat ze over geile dingen praat, zal ze sneller besluiten maar niet over geile dingen te praten, zelfs als ze dat zou willen. Als je je dochter leert dat voetbal iets is voor jongens, dan zal ze stevig in haar schoenen moeten staan om van dat beeld los te komen. Daarmee maak je het moeilijk voor alle vrouwen die al meer dan een halve eeuw sleutelen aan dat uitermate tuttige vrouwbeeld dat de boventoon voert. In het economisch verkeer mogen je afkomst, je seksualiteit en je geslacht geen reden zijn om je de toegang te weigeren. Dat een handelaar daarom soms dingen moet laten die hij grappig vindt, is de prijs die hij betaalt voor het recht op gelijke behandeling voor iedereen.