TERNAT - Openbaar onderzoek Ruimtelijk Uitvoeringsplan bebouwde ruimte

C21

TERNAT - Openbaar onderzoek Ruimtelijk Uitvoeringsplan bebouwde ruimte

Rup_bebouwde
 

In het RUP, dat nu Versterking landelijk karakter wordt genoemd, wordt de bebouwde ruimte ingedeeld in verschillende gebieden, waarin verschillnde bouwnormen zullen komen (zoals meer dan 3 bouwlagen, aaneengesloten bebouwing of niet, enz.) zie ook https://www.ternat.be/rup-versterking-landelijk-karakter

Stationsomgeving : meergezinswoningen en geen  open en halfopen bebouwingen meer
In de ‘stationsomgeving’ wordt gestreefd naar de realisatie van een denser weefsel waarbij het gebruik van de beschikbare ruimte geoptimaliseerd wordt. Hierbij wordt gestreefd naar een verdichting van het weefsel met een verhoging van de woondensiteit. Er wordt voornamelijk ingezet op meergezinswoningen die gerealiseerd worden met respect voor het reeds aanwezige bebouwde weefsel in de omgeving. Nieuwe open en halfopen bebouwingen wordt niet langer toegelaten. 
Alternatieve woonvormen kunnen bijdragen tot een intensivering van ruimtegebruik en tegelijkertijd een verhoging van de woonkwaliteit in de kern. Om het ruimtegebruik verder te optimaliseren zal het aantal toegelaten bouwlagen in deze zones opgetrokken worden naar meer dan 3 bouwlagen. 
De verdichting van de stationsomgeving dient wel hand in hand te gaan met een vergroting van de woonkwaliteit. Er dient ook ingezet te worden op een versterking van het voorzieningenniveau in en rond deze stationsomgeving. 
 
Kernweefsel : 3 bouwlagen, geen open en halfopen bebouwingen meer
In het ‘kernweefsel’ wordt gestreefd naar de realisatie van een denser weefsel waarbij het gebruik van de beschikbare ruimte geoptimaliseerd wordt. Hierbij wordt gestreefd naar een verdichting van het weefsel met een verhoging van de woondensiteit. Zowel eengezinswoningen als meergezinswoningen zijn toegelaten met respect voor en in afstemming op het bebouwd weefsel in de omgeving. Nieuwe open en halfopen bebouwingen wordt niet langer toegelaten. 
Alternatieve woonvormen kunnen bijdragen tot een intensivering van ruimtegebruik en tegelijkertijd een verhoging van de woonkwaliteit in de kern. Om het ruimtegebruik verder te optimaliseren kan het aantal toegelaten bouwlagen in deze zones opgetrokken worden naar 3 bouwlagen. 
De verdichting van het woonweefsel in het kernweefstel moet hand in hand gaan met een vergroting van de woonkwaliteit. Door te verdichten in een bepaalde zone kan een andere zone gevrijwaard worden van verdere bebouwing en kan hier ingezet worden op de verblijfskwaliteit van het gebied. Deze zones kunnen ingevuld worden als aangename verblijfszones met veel publieke ruimtes zoals toegankelijke groenzones, collectieve moestuinprojecten, parken, speelpleintjes,….  
In het kernweefsel dient eveneens maximaal ingezet te worden op een versterking van het voorzieningenniveau en op een goede doorwaadbaarheid van het weefsel voor fietsers en voetgangers. 
 
Te versterken woonweefsel : Verdichting door gewijzigde woontypologie
In het ‘te versterken woonweefsel’ wordt ook geëvolueerd naar een denser woonweefsel doch met lagere verdichtingsmogelijkheden dan in het kernweefsel. Tegelijkertijd wordt er ook een verhoging van de woonkwaliteit nagestreefd. De mogelijkheden tot verder verdichting dienen evenwel afgetoetst te worden met de beschikbare open ruimte, de ontsluitbaarheid en de verblijfskwaliteit van het gebied. 
Gesloten bebouwing wordt toegelaten op hiertoe geschikte locaties die het bestaande weefsel niet aantasten en dus worden afgestemd met de bebouwing in de omgeving.  
Het voornaamste verschil tussen het kernweefsel en het te versterken woonweefsel is dat binnen het te versterken woonweefsel, klassieke meergezinswoningen niet toegelaten zijn. In deze zone zijn er enkel en alleen woonvormen toegelaten van maximaal twee bouw- of woonlagen. Een derde bouw- of woonlaag is enkel en alleen toegestaan bij een renovatie of herbouw van een bestaande woningen met drie vergunde bouwlagen. 
Verdichting zal hier hoofdzakelijk komen door een gewijzigde woontypologie (gesloten en halfopen bebouwing, nieuwe woontypologieën zoals stapelwoningen, urban villa’s, grondgebonden woningen in combinatie met appartementen op de verdiepingen, …) en in te zetten op grondgebonden alternatieve woonvormen (zorgwonen, cohousing, projectzones (grotere aaneengesloten gebieden met eenzelfde (erfgoed)waarde), …). Dit alles om het afwerken van wachtgevels al dan niet in combinatie met herverkaveling om nieuwe (te) kleine restpercelen te vermijden. Urban villa’s en stapelwoningen kunnen hier enkel door het opsplitsen van de bestaande woningen met het behoud van de voorgevel en het aangezicht. 
Deze alternatieve woonvormen dienen steeds verder bekeken te worden in relatie tot de publieke ruimte en de erfgoedwaarden. De verdichting van het woonweefsel dient ten alle tijden hand in hand te gaan met de vergroting van de woonkwaliteit. Voor verduidelijking van de verschillende woontypes verwijzen we naar de terminologie in bijlage. 
 
Landelijk woonweefsel : meergezinswoningen niet toegestaan
Binnen de zones van het ‘landelijk woonweefsel’ wordt er gestreefd naar een behoud van het bestaande woonweefsel en het daarbij horende woonaanbod. Hier wordt niet ingezet op verdichting en meergezinswoningen zijn dan ook niet toegelaten. Het woonaanbod zal voornamelijk bestaan uit een open en halfopen bebouwing. 
Er zal niet ingezet worden op nieuwe gesloten bebouwing, tenzij als afwerking van een wachtgevel of een bestaand smal perceel. Dit verbod op gesloten bebouwing geldt niet bij de reconversie van bestaande grote bedrijfsgebouwen gelegen in woongebied, genre fabrieken, autogarages, oude schoolgebouwen, oude industriegebouwen e.d. Hiervoor dient een beeldkwaliteitsplan bijgevoegd te worden en/of het advies van de kwaliteitskamer ingewonnen te worden.
 
Woonlinten :  halfopen bebouwingen zal locatie per locatie onderzocht worden
De zones die aangeduid staan als woonlinten gaan uit van een behoud van het bestaande woonweefsel. Er wordt gestreefd naar een typologie met hoofdzakelijk open bebouwing. Het toelaten van halfopen bebouwingen zal locatie per locatie onderzocht worden. Dit kan bijvoorbeeld wel toegelaten worden voor de afwerking van wachtgevels maar is zeker geen regel. 
Bijkomend verkavelen van percelen in de woonlinten kan slechts na onderzoek, mits afstemming op de omgeving en mits garanties voor de open ruimte. Door deze aspecten te onderzoeken en waar wenselijk specifieke maatregelen te nemen kan de waardevolle open ruimte van Ternat gevrijwaard blijven van verdere verdichting in de linten in het landschap. 
 
Dorpsgezichten bewaren
De gemeente wil - buiten de beschermde dorpsgezichten - enkele gebieden in Ternat in belangrijke mate als geheel behouden en zo het patrimonium en de bestaande dorpszichten bewaren en beschermen.  
Twee gebieden worden afgebakend: 
1. Historisch kern Ternat; 
2. Statiestraat Ternat. 
Er wordt gestreefd naar een maximaal behoud van het bestaande dorpsgezicht met de waardevolle gebouwen en tuinen en het daarbij horende woonaanbod. Er wordt niet ingezet op verdichting en meergezinswoningen zijn dan ook niet toegelaten. 
Herbouw en nieuwbouw dient steeds te gebeuren in harmonie met het bestaande dorpsgezicht. 
Een bouwhistorische studie wordt opgelegd wanneer men vergunnings- of  meldingsplichtige ingrepen wenst uit te voeren in een niet-beschermd onroerend goed waar  erfgoedwaarden gekend of te verwachten zijn.
 
Binnengebieden of inbreidingsprojecten in woongebied zullen gefaseerd ontwikkeld worden
 
 
Delen op FacebookDelen op TwitterDelen op GoogleDelen op DeliciousDelen op DiggDelen op StumbleuponEmail ditMeer...
 
04 okt 2024
Guido Van Cauwelaert
 
 
 
Terug
 

Meer Nieuws

Guido van Cauwelaert | 20 nov 2024
Guido van Cauwelaert | 12 nov 2024
Guido van Cauwelaert | 10 nov 2024
Commerciƫle partners, advertenties en vacatures
Guido Van Cauwelaert | 03 nov 2024
Guido Van Cauwelaert | 01 nov 2024
Guido van Cauwelaert | 01 nov 2024
Guido van Cauwelaert | 31 okt 2024
Guido van Cauwelaert | 31 okt 2024
Guido Van Cauwelaert | 24 okt 2024

archief