ASSE - Jong VLD BHV hekelt rood openbaar vervoerbeleid
Jong VLD BHV rolde zaterdagnamiddag in Asse de rode loper uit voor de klanten van De Lijn en verzorgde hen met een ware VIP - behandeling. Door middel van deze “rode loper actie” hekelt JONG VLD BHV dat de investeringen in het openbaar vervoer exponentieel zijn gestegen maar niet hebben geleid tot een afname van het fileleed. Kortom, JONG VLD BHV is van oordeel dat het aanbodgericht beleid beter plaats zou ruimen voor een vraag gestuurd beleid.
Provincieraadslid Irina De Knop (Open VLD): “De investeringen in De Lijn zijn de laatste tien jaar verdubbeld. We zien inderdaad dat het aantal bussen in het straatbeeld exponentieel is toegenomen. De totale tussenkomst van het Vlaams Gewest bedraagt meer dan 725 miljoen euro. Echter, openbaar vervoer levert nog steeds slechts 11% van de vervoersprestaties.”
Met de gratis hapjes en de VIP – behandeling illustreert JONG VLD dat het ‘gratis’ verhaal bijzonder aangenaam is voor wie er gebruik van kan maken, maar dat al deze extra middelen voor het Openbaar vervoer geen soelaas bieden voor de echte problemen. “Integendeel, de extra bussen (zelden overvol) en busbanen verzwaren het fileleed voor andere weggebruikers zonder dat daar een afname van het wegverkeer tegenover staat.” besluit Irina
Voorstellen van Jong VLD BHV om openbaar vervoer te hervormen en het fileleed te verzachten.
1. Werk maken van een vraaggericht ‘openbaar vervoer’.
Daarom vraagt Jong VLD BHV:
- dat de penetratie van het openbaar vervoer op bedrijventerreinen als essentieel en prioritair onderdeel van het mobiliteitsbeleid wordt opgenomen.
- dat gezocht wordt naar innovatieve maatregelen: bijvoorbeeld door gebruik te maken van de RING voor collectief vervoer.
- dat criteria zoals ‘snelheid’ en ‘frequentie’ minstens even doorslaggevend zijn in het uitstippelen van de strategie als de nabijheid van ‘haltes’.
- Dat het uitstippelen van de mobiliteitsstrategie wordt losgekoppeld van de uitvoering. Nu is De Lijn zowel ‘strategisch planner’ als ‘aanbieder’.
2. De combinatie van verschillende vervoersmodi (openbaar vervoer, fiets en wagen) stimuleren en vergemakkelijken.
- Er moet dringend geïnvesteerd worden in voldoende, veilige en goed bereikbare parkeergelegenheid aan treinstations en haltes van metro en/of bus. Daarbij kan ook de aanleg van ondergrondse en voorstadparkings gestimuleerd worden. Het is belangrijk daarbij niet enkel te focussen op de grote steden: er moet ook werk worden gemaakt van grote overstapparkings aan stations en haltes in typische doorrij - gemeenten zoals Asse, Ternat, Grimbergen of Wemmel.
- Nieuwe vervoersvormen zoals ‘lightrail’ in het voorstadnetwerk ingang doen vinden om de overstap van het ene vervoersmiddel naar het andere te vergemakkelijken.
3. Tarifering en monopolie van het openbaar vervoer herzien in functie van kwaliteit en gebruikersgemak.
- Openbare vervoersmaatschappijen kunnen het tariefbeleid beter afstemmen op de koopkracht van bepaalde gebruikers, in plaats van zoals nu een kosteloos vervoer van bepaalde doelgroepen toe te staan. Als je kwaliteit biedt, mag daar ook een prijs voor betaald worden. Enkel gratis voor wie dat nodig heeft!
- Concurrentie op de markt van openbaar vervoer toelaten : hierbij worden bepaalde lijnen uitbesteed aan een private vervoersoperator die in de uitbating voorziet. Buitenlandse voorbeelden hebben aangetoond dat een dergelijk systeem leidt tot minder overheidsuitgaven én tot een beter gemeenschappelijk vervoer dat een echt alternatief voor het wagengebruik kan zijn.
4. “Groen” vervoer prioriteit geven
De openbare vervoersmaatschappijen moeten een voortrekker zijn in het gebruik van milieuvriendelijke technieken. Het geld dat kan worden uitgespaard door een efficiëntere werking en/of door een deel franchising van buslijnen, moet geïnvesteerd worden in moderne groene technologie.
