BEERSEL - Marokko beveelt voornamen van kinderen bij ons
Als Marokkanen die hier wonen hun kind de Marokkaanse nationaliteit willen geven, dan verplicht Marokko hen te kiezen uit een beperkte lijst van voornamen. De lijst bevat enkel Arabische namen, geen Westerse en sinds kort ook geen Berberse. Ook Vlaamse gemeenten blijken actief mee te werken aan het systeem. Sommige bevolkingsdiensten leggen de namenlijsten voor wanneer Marokkaanse of gemengde Marokkaans-Vlaamse ouderparen een geboorteaangifte doen. N-VA-Kamerlid Ben Weyts wil met heel de situatie komaf maken en roept de federale regering op tot dringende actie. Vandaag ondervraagt hij minister van Buitenlandse Zaken De Gucht over de kwestie en ook minister van Binnenlandse Zaken De Padt zal hij hierover het vuur aan de schenen leggen.
Geen Jan of Leentje maar wel Ahmed of Fatma. Anders geen Marokkaanse nationaliteit. “Het is toch ongehoord dat Rabat de voornamen dicteert van de kindjes die hier bij ons opgroeien en schoollopen” zegt nieuwbakken Kamerlid Ben Weyts. “De Marokkaanse overheid gebruikt chantagemiddelen om nieuwgeborenen te binden aan het herkomstland van hun ouders. Als kinderen niet de Marokkaanse nationaliteit hebben en hun ouders wel, dan doet de Marokkaanse overheid moeilijk bij het verlenen van een visum voor een familiebezoek of vakantie naar Marokko. En als die ouders hun kinderen dan de Marokkaanse nationaliteit willen toekennen dan worden ze verplicht om die kinderen een Arabische naam te geven.”
Het systeem zorgt als een Marokkaanse ‘perpetuum mobile’ voor een permanente aangroei van de Marokkaanse kolonie in het buitenland. Volgens Weyts wil Marokko de nazaten van Marokkaanse kinderen aan zich binden, vooral met het oog op hun financiële steun. Daarnaast wil men hen ook een Marokkaans-Arabische identiteit opleggen. Recent publiceerde de Marokkaanse overheid nieuwe namenlijsten met schrapping van Berberse namen. “Men wil dus ook nog eens de Berbers in het buitenland arabiseren. Want zowel in Nederland als bij ons is de meerderheid van de Marokkanen berbers, terwijl de heersende elite in Marokko Arabisch is”. In Nederland woedt de discussie alvast hevig. Marokkaanse migranten die zich verzetten tegen de namenlijst werden afgedreigd.
Weyts ondervraagt in het federaal parlement zowel minister van Binnenlandse Zaken De Padt als minister van Buitenlandse Zaken De Gucht. De eerste omdat ook bevolkingsdiensten van Vlaamse gemeenten actief blijken mee te werken aan het systeem. Vooraleer het kind wordt aangegeven op een Marokkaans consulaat of ambassade, doet men een geboorteaangifte in de gemeente van geboorte. “Navraag in Antwerpen leert dat de bevolkingsdienst er de namenlijsten zélf voorlegt aan Marokkaanse of gemengde Marokkaans-Vlaamse ouderparen. Meer nog, als die ouders toch kiezen voor een Vlaamse naam dan moeten ze een verklaring tekenen waarin ze bevestigen dat de gemeente wel degelijk de lijst heeft voorgelegd. Onze eigen gemeentebedienden handelen zo als agenten van de Marokkaanse overheid en dan nog met het oog op het inperken van de keuzevrijheid van de ouders, onbegrijpelijk. Minister De Padt moet dat onmiddellijk stoppen”.
Aan minister De Gucht vraagt Weyts dat hij zou overleggen met de Marokkaanse regering opdat deze, ten minste voor Marokkanen in het buitenland, een einde zou maken aan de wettelijke verplichting om een Marokkaanse voornaam aan te nemen. “Het kan toch niet dat de Marokkaanse overheid doelbewust een beleid voert dat regelrecht ingaat tegen ons integratiebeleid? Zie je de Vlaamse overheid al gaan dicteren dat kindjes die in het buitenland worden geboren Jan, Piet of Korneel moeten heten?” vraagt hij zich af.
Weyts wijst tot slot nog op een andere keerzijde van de Marokkaanse medaille: “Desgewenst kan de Marokkaanse overheid Marokkanen in het buitenland oproepen voor militaire dienst. Maar ook kan men jurisdictie claimen waardoor je in Marokko kan worden vervolgd voor ‘misdrijven’ volgens Marokkaans strafrecht, begaan in het buitenland. Enkele voorbeelden; kritiek op het Marokkaans koningshuis, abortus, homoseksualiteit en geloofsafval”.