Politie ZENNEVALLEI niet tevreden over vrijlating moordenaar Kitty
Naar aanleiding van de vervroegde vrijlating van één de daders van de moord op inspecteur Kitty Van Nieuwenhuysen, wil de korpschef van de politiezone Zennevallei graag reageren. “Neen, we zijn niet tevreden. Wel zijn we bezorgd om onze medemens, slachtoffer, familie en collega’s. In een tijd waarin beleidsvoerders de mond vol hebben over het centraal stellen van slachtoffers, gehoor geven aan betrokkenen, het streven naar een grotere geloofwaardigheid in het gerecht, … stellen we vast dat een zware crimineel vroegtijdig vrijkomt.”
De feiten dateren van 11 jaar geleden, toen Kitty een jonge inspecteur van het korps van de politiezone Zennevallei naar aanleiding van een diefstal in een woning lafhartig werd doodgeschoten door drie mannen. Een heuse klopjacht werd toen opgezet. Weken werd er gezocht naar de daders. Ze konden uiteindelijk worden gevat en werden alle drie veroordeeld tot 30 jaar cel. Alle drie zitten ze al enkele jaren in de gevangenis, maar sinds een paar jaar proberen ze vroegtijdig vrij te komen. Steeds opnieuw vragen de veroordeelden om vroegtijdig vrij te komen en steeds opnieuw worden de slachtoffers geconfronteerd met de feiten en de verdachten. Steeds opnieuw worden wonden opengereten. De slachtoffers krijgen geen rust en dat knaagt.
Korpschef Mark Crispel: “Als korpschef kan ik de beslissing van de strafuitvoeringsrechtbank plaatsen en verklaren, maar ik wil toch appel doen op onze overheden om geweld op de politie ernstig te nemen. Wekelijks ondergaan politiemensen geweld of op zijn minst moeten ze hier mee omgaan. Het respect voor de politie is soms ver te zoeken en dat vormt een maatschappelijke bedreiging. Na de politie komt er niets meer om de orde te handhaven.
Als burger en als mens heb ik het dus zeer moeilijk met de vroegtijdige vrijlating. Uit de gesprekken met Peter, de collega die bij Kitty zat en nog actief is in ons korps, kan ik afleiden dat het dossier nog steeds zijn dagelijks leven overheerst. Dat doet mij iets.”
Ook collega en slachtoffer Peter Vanstalle reageert. Uitzonderlijk wil hij als persoon en vader inkijk geven in zijn ervaring als slachtoffer: de weg naar de strafuitvoeringsrechtbank en het vernemen van de beslissing, de ontgoocheling.
“Op 25 mei 2019 dienden mijn echtgenote en ik naar de strafuitvoeringsrechtbank in Ittre te gaan, in kader van de vraag tot de beperkte vrijlating van dhr. Kurum en vraag tot vrijlating onder elektronisch toezicht van dhr. Iasir. Wij waren vergezeld van dhr. Sacoor en onze justitie-assistent, dewelke ons alle drie bijstond. Wij werden vriendelijk ontvangen. De toegangscontrole verliep langzaam, maar daar voorbij, werden we onmiddellijk meegenomen naar de Strafuitvoeringsrechtbank. Aldaar stelde de voorzitter iedereen voor. Veroordeelden Iasir en Kurum werden vertegenwoordigd door hun advocaten. Wij kregen allen de mogelijkheid om ons verhaal te doen en er werd geluisterd. Drie weken later kregen we het verlossende bericht dat beide aanvragen verworpen werden.
Op 17 juni 2019 echter dienden mijn echtgenoot en ik opnieuw naar de strafuitvoeringsrechtbank te gaan, dit maal in Luik. Ook dan waren we vergezeld van dhr. Sacoor en onze justitie-assistent. Wij kwamen binnen en schrikten op. Daar stond hij dan. Een meter voor ons in de wachtrij. Cheikhni Noureddine stond eveneens aan te schuiven voor de strafuitvoeringsrechtbank. Een onmiddellijke confrontatie met het slachtoffer was hier wel letterlijk te nemen. Wij hebben een uur moeten wachten voordat we binnen konden. “Problemen met het informaticasysteem.” Dhr. Cheikhni was intussentijd binnen gegaan. Na een uur mochten we uiteindelijk ook binnen. We werden meegenomen naar een lokaal en dienden daar ook nog eens te wachten. “Iemand” ging ons komen halen. Daar zaten we dan… Na ongeveer een half uur, drie kwartier kwam een politieman ons halen en nam ons mee naar de strafuitvoeringsrechtbank. De persoon, van wie ik vermoedde dat het de voorzitter was, begon onmiddellijk te praten en vroeg ons welke voorwaarden wij als slachtoffers hadden, wanneer dhr. Cheikhni vervroegd zou vrijkomen. Dhr. Cheikhni zat aan de tafel naast ons. Gezien het voor ons de eerste maal was dat we naar de strafuitvoeringsrechtbank van Luik gingen, hadden wij allen gedacht dat we gehoord gingen worden. Dit was dus niet het geval. Ik had het gevoel dat we op weinig begrip konden rekenen. Op de vraag of ik nog iets te zeggen had, heb ik de moeite dan ook niet meer gedaan. Ik heb me enkel beperkt op de vraag of de voorwaarden duidelijk waren, want op dat ogenblik hadden wij als slachtoffer reeds het gevoel dat we daar eigenlijk niet veel meer konden betekenen. Wij zijn dan ook met een bitter gevoel vertrokken uit de gevangenis.
Vrijdagmiddag 21 juni kregen we het bericht via onze justitie-assistent. Cheikhni komt voorwaardelijk vrij. Dit kwam hard aan. Hoewel het wettelijk volledig in orde is, is het dit op menselijk vlak niet. Wat is 10 jaar in de cel zitten voor het vermoorden van een jonge politieagente, de poging om een tweede politieagent en een burger te vermoorden?
Drie gezinnen zijn voor de rest van hun leven getekend en moeten met de gevolgen leven. 30 jaar uitgesproken en maar 10 jaar zitten. Het ontmoedigt mij. Hoe moet ik dit nu uitleggen aan mijn kinderen, familie en vrienden? Hoe kijkt de bevolking nu naar Justitie en Politie? Dit geeft maar weinig vertrouwen.”
Als laatste wenst Peter nog te eindigen met een warme oproep: “Ik hoop dat overheidsbekleders bepaalde wetten op vlak van vervroegde vrijlating in vraag stellen en de bestaande wetten aanpassen en verbeteren. Wat is een uitspraak van de strafrechtbank anders nog waard? Voor (toekomstige) slachtoffers, hoop ik dat zij verder een goede tot (nog) betere begeleiding krijgen. Voor alle hulpverleners in ons land, zij het politie, brandweer, medische diensten, militairen en anderen, dat zij kunnen gaan werken met de wetenschap dat, als er geweld tegen hen gebruikt wordt, dit streng wordt vervolgd. Voor alle inwoners in ons land, wetende dat als ze iets voorhebben, dat zij geholpen en gehoord worden en niet aan hun lot worden overgelaten. Ik hoop …” Peter Vanstalle, politieagent, burger, slachtoffer en vader van twee kinderen.