IN HET VIZIER - Het Pajottenland, een lustoord voor fietsers en voetgangers?
Waar men gaat langs Pajotse wegen komt men … alsnog te weinig fiets- en voetpaden tegen. Alhoewel, het hoeft gezegd, het Pajottenland toch al best prat kan gaan op een enorme schat aan idyllische trage wegen voor zachte recreatie. Met zijn ontelbare smalle banen, kronkelende veldwegen, alom gekende ‘liefdescachkes’ en her en der verdoken paadjes lijkt het dan ook wel een echt lustoord voor fietsers en wandelaars. Temeer dat de wijdse zichten op de vruchtbare kouters en de malse weilanden hen telkens weer ook uitnodigen de cyclingshoes aan te gespen of de stapschoenen aan te rijgen.
Maar zijn de fietsers en de voetgangers ook wel welkom op en langs de grotere buurt- en gewestwegen? En kunnen zij al die wegen en hun aanhorigheden wel veilig gebruiken? Zijn er inderdaad te weinig fiets- en voetpaden? Moeten er toch niet meer komen en hoe worden zij dan het best ingeplant? En wat met de vele verdwenen en onterecht ingepalmde veldbanen en –wegeltjes? Wij namen poolshoogte.
Vele dodelijke slachtoffers
Maar vooreerst toch even blijven stilstaan bij en in herinnering brengen van de vele dodelijke slachtoffers die jaren terug door een gebrek aan fiets- en voetpaden ofwel met hun fiets bij het terugkeren van hun werk van de Michelin in Zuun of van de bedrijven in Lot ofwel bij bedevaarten naar de Mariastad op de steenweg tussen Halle en Ninove het leven lieten. Toen nog kind is het mij steeds bijgebleven dat als, en zeker in de herfstmaanden, rond het tijdstip van 23u en tijdens de jaarlijkse bedevaartsperiode ’s nachts de wachttelefoon van de Rijkswacht in Kester rinkelde de kans groot was dat alweer een fietser was aangereden of dat een auto in een groep, weliswaar bijwijlen onvoorzichtige, bedevaarders was ingereden. Het was de tijd dat de rijkswachters zoals mijn vader nog de permanentiedienst in hun kazernewoning tussen 22u en 8u dienden te verzekeren. En dan maar vlug twee buurcollega’s optrommelen om met de fiets door weer en wind de trieste vaststellingen te gaan verrichten.
Eenvoudige maatregelen
Geregeld trokken wij de laatste weken dan ook onze stoutste fiets- en wandelschoenen aan om één en ander effen op een rijtje te zetten. U raadt het al. Het werd één boeiende ontdekkingstocht. De beloften van haast alle politieke partijen bij de jongste gemeenteraadsverkiezingen om werk te maken van fiets- en voetpaden vormden uiteraard een aanlokkelijke opsteker. Maar de stemming sloeg al bliksemsnel over bij het ontdekken van het her en der gebrekkig onderhoud, het ontbreken van een globale visie, het onverdroten onrechtmatig inpalmen van veldwegen en het bijwijlen negeren van de meest elementaire veiligheidsoverwegingen.
Toegegeven. Voor de gemeenten in het Pajottenland is het zeker geen sinecure om het uitgebreid buurtwegennetwerk optimaal te onderhouden. Al bij al liggen de meeste buurtwegen voor autoverkeer er nog vrij behoorlijk bij. Wat wel ontbreekt op de meeste belangrijke buurtwegen die vooral buurdorpen en gehuchten met elkaar verbinden zijn veilige fiets- en voetpaden.
Echte trottoirs hoeven het dan ook alweer niet te zijn. Maar waarom niet starten met het geregeld maaien en het net houden van de aanliggende zachte bermen zoals dit nu al op de Ekkelenbergstraat in het Groene Kwadrant Herne gebeurt? Zo ontstaat er meteen al zeker voor de voetgangers een veilige uitwijkstrook, bermdecreet of niet. En waarom ook niet zoals in Geraadsbergen starten met de veldwegen uniform te voorzien van éénzelfde laag gemalen steengruis.
Fietspaden liggen dan weer anders. Duidelijke keuzes dienen gemaakt. Waaruit dan wel? Zijn het de gewestwegen en de grotere buurtwegen die de ligging van de fietspaden bepalen of wordt er gegaan voor het uitwerken van een prioritair netwerk dat de Pajotse dorpen en gehuchten met elkaar verbindt langs de kleinere maar dan wel degelijk onderhouden buurt- en veldwegen? Pepingen kan hier wel al als toonzetter aangewezen worden. Zo liggen er in de ruilverkaveling naast en tussen de betonnen sporen voor de landbouwvoertuigen en de fietsers nog vlot te onderhouden aarden stroken die ook de wandelaars en de mountainbikers best aan hun trekken laten komen. De Elingsesteenweg dan weer verbindt met een (te) breed fiets- en voetpad het centrum met deelgemeente Elingen.
Overdreven
Het Vadecum Fietspaden van de Vlaamse overheid is allicht nuttig en praktisch als leidraad voor het aanleggen van nieuwe fietspaden. Maar het legt meteen ook overduidelijk te strakke regels op, zeker aan de lokale landelijke besturen. Zo blijken de minimumbreedte van een fietspad en het ontraden van het opzetten van een dubbelrichtingsfietspad een te grote hinderpaal voor de meeste van hen. Dit desondanks de lawine aan subsidies die daartoe vanuit Vlaanderen en de provincie kwistig worden uitgestrooid. Zo kreeg Herne nog onlangs een provinciale subsidie van haast 400.000 euro voor de aanleg van verbindingsfietspaden tussen het centrum en het gehucht Kokejane. Mooi meegenomen.
Fietssuggestiestroken als alternatief voor het opvangen van het gebrek aan fietspaden blijken inmiddels ook hun beste tijd te hebben gehad. Naast hun afgang door hun juridische onduidelijkheid zijn zeker ook de opeenvolgende afwisselingen van fietspad en -suggestiestrook uit den boze. Zo ontstaat immers groot gevaar voor het ondoordacht en alleszins onveilig overschakelen van fietspad naar rijbaan.
Fietspaden worden wel best fysisch gescheiden van de rijbaan door een groenaanplanting. Zo wordt alleszins voorkomen dat autobestuurders te gemakkelijk fietsers op het fietspad zouden meegraaien. In onze buurt verdient St-Pieters-Leeuw hiervoor beslist een pluimpje mede ook door de grote uniformiteit in de aanpak.
Gemeenten engageren zich voor het laten doortrekken van fiets- en wandelpaden op hun grondgebied. Maar het inzetten van middelen om deze paden in een behoorlijke staat te houden ligt blijkbaar moeilijker. In zo’n mate zelfs dat sommige routes haast niet meer te berijden of te bewandelen zijn.
Netwerk
Nu de financiële lasten voor de gemeenten beginnen zwaar door te wegen en de vraag naar fiets- en voetpaden alsmaar aanhoudt wordt dan ook bij voorkeur gezocht naar de meest rendabele oplossing. Met eerst en vooral veiligheid in het achterhoofd kan, zoals al eerder gezegd, gedacht worden aan het uitzetten van een netwerk van paden en trage wegen die binnen het Pajottenland de verschillende dorpscentra en belangrijke gehuchten met elkaar verbinden. Zo vormen de oevers van de rivieren en grote beken al een goede voedingsbodem voor het aanleggen van die paden met bij voorkeur een strook voor fietsers en één voor voetgangers. Dat netwerk zou dan ook wel prioritair in stand moeten gehouden worden.
Het heeft ook geen zin om per sé in iedere buurtweg waar zowel de snelheid als het autoverkeer in principe beperkt zijn toch ook nog een fietspad te willen aanleggen. Wel lijkt het zin te hebben om aan de schoolomgevingen de opvallende paars-gele Octopuspalen ook daadwerkelijk in te bedden in veilige inkomende en uitgaande fietsroutes en -paden eerder dan de enkele schoolkinderen die het toch wagen met de fiets te komen te laten hotsebotsen op een ongeregeld pareltje stevige Vlaamse kasseien. Terecht wagen vele ouders het dan ook alsnog niet hun kinderen met de fiets of te voet naar school te sturen. Temeer daar als alternatief de scholen toch al zorgen voor prima schoolbusvervoer.
En wat dan wel met al die paadjes en wegeltjes die mettertijd onrechtmatig werden ingepalmd en omgetoverd in landbouwgrond en weiland? Een procedure inspannen tegen de gemeenten en dwangsommen afdwingen zoals elders al gebeurde lijkt niet de oplossing. Wel kan hier overleg tussen landbouw, gemeenten en zachte recreatie allicht soelaas brengen. Zo zouden ook die trage wegen dan terug volwaardig kunnen worden opengesteld voor wandelen, joggen en fietsen. In het Waals-Brabantse Lasne loopt zo nog steeds een project tussen landbouw, gemeente en wandel- en fietsclubs. Hierbij zijn wegwijzers op de kruispunten in het veld uitgezet evenals vuilnisbakken. Ook is het markant vast te stellen dat paadjes zo maar kunnen worden overgoten met stortbeton. Geen nood. De stedenbouwkundige vergunning is ongetwijfeld wel in orde.
Peters en meters
Ook over het beheer van de trage wegen kan wel nog één en ander uit de kast gehaald worden? En waarom ook niet eens gedacht aan participatie van de burgers met het invoeren van een peterschap of meterschap voor een dorp of een gehucht. Voorwaarde is dan wel dat die worden waargenomen met zin voor realisme én dat de gemeente toch wel gevolg geeft aan de aanbevelingen. Voor de gemeenten mag het alleszins geen vrijblijvende verkiezingsstunt zijn. Een peter en meter kunnen zo ondermeer oog hebben voor de correctheid van de uitpijling evenals voor de staat en de netheid van de wegen.
Het is een illusie te denken dat voetpaden enkel moeten op plaatsen waar mensen wonen. Meer en meer gaan de mensen overigens voor STOP, het principe dat hen in eerste instantie aanzet tot stappen en trappen. Daarom ook dat begaanbare voetpaden alleszins ook thuishoren op gevaarlijke locaties zoals scherpe bochten en koppen van hellingen. Bovendien worden mensen in éénzelfde straat ook niet graag uitgesloten bij de aanleg van een voetpad.
Gevaar
Meer en meer worden fietspaden ook, blijkbaar noodgedwongen, opportunistisch gebruikt in tegenovergestelde richting onder het mom dat het oversteken van de weg telkens risico’s inhoudt. Maar dat levert dan weer gevaar op voor aanrijdingen met de bestuurders die de garage uitrijden of hun pand afrijden. Ofwel moet hier de wegcode aangepast worden en duldt men zo toch meer dubbelrichtingsfietspaden ofwel dient er duidelijk komaf gemaakt te worden met deze gang van zaken.
En wat dan wel gezegd van de fietsers die het moeilijk hebben het fietspad te gebruiken als er wel degelijk een is? Fietspad in slechte staat, zegt U. Larie en apekool. Wanneer er een fietspad is dient het wel degelijk ook gebruikt. De wegcode geeft in die zin trouwens de uitzonderingen aan. En wat dan nog met de ligfietsen die bij het autorijden haast niet opgemerkt worden?
Meer en meer worden jammer genoeg ook fietsers thans de toegang tot parken en zelfs bosrijke gebieden ontzegd. Voor de fauna en de flora zegt U? Precies alsof lustig trappende en zwoegende fietsers meer decibels produceren dan een groep spelende kinderen. Op de grens tussen Herne en Pepingen vormt het domein Te Rijst zo een schrijnend voorbeeld. Voortaan verboden doorgang voor fietsers! Dank u wel, mijnheer de houtvester.
Positief
Al bij al blijft de Pajot toch positief ingesteld. Als was het maar om al die nieuwe fietspaden, die nu onder de impuls van onder meer de nieuwe provinciaal gedeputeerde voor mobiliteit toch her en der op komst blijken te zijn, mettertijd mee te zien inrijden door plaatselijk vrouwelijk bestuursschoon. Zij kunnen zich dan alvast spiegelen aan de Brusselse minister voor mobiliteit die enige tijd terug, in één spurt over goed 100m bergaf en dartel als een veulen, een splinternieuw fietspad in peddelde in hartje Brussel. Zelfs Mike Cavendish zou er bij staan blozen hebben. Tot meerder glorie van …
Reageren kan via roland.pauwels@skynet.be
Zoeken
Meer Nieuws
Marc Sluys | 23 nov 2024
Marc Colpaert | 15 nov 2024
Marc Colpaert | 14 nov 2024
Marc Sluys | 08 nov 2024
Marc Sluys | 08 nov 2024
Commerciële partners, advertenties en vacatures
Marc Colpaert | 08 nov 2024
Marc Colpaert | 07 nov 2024
Marc Colpaert | 07 nov 2024
Marc Colpaert | 05 nov 2024
Marc Colpaert | 05 nov 2024
Marc Sluys | 29 okt 2024
Marc Colpaert | 28 okt 2024
Marc Colpaert | 25 okt 2024
Marc Colpaert | 24 okt 2024
Marc Colpaert | 22 okt 2024
Marc Colpaert | 13 okt 2024
Marc Sluys | 11 okt 2024
Marc Colpaert/Marc Sluys | 10 okt 2024