In het VIZIER – Het wel en wee van een schooldirecteur - Christel Van Acker

C21

In het VIZIER – Het wel en wee van een schooldirecteur - Christel Van Acker

Directrice_christel_van_acker
In het VIZIER – Het wel en wee van een schooldirecteur - Christel Van Acker
 

Met de start van het nieuwe schooljaar voor de boeg kregen wij schooldirecteur Christel Van Acker van de basisschool van het GO! de Markevallei in Herne in het vizier. De school met in totaal haast 300 leerlingen heeft vestigingen zowel in het gehucht Kokejane als in het centrum van de gemeente. Samen nemen wij onze intrek in een klaslokaal en laten de bijzonder enthousiaste moeder van vier opgroeiende tieners aan het woord over het wel en wee van haar leven als schooldirecteur.

Een uitdaging
Christel Van Acker, voorheen nog actief in het buitengewoon onderwijs, werd aangesteld tot directeur van de basisschool Markevallei begin juli 2009. Meteen diende zij haar schouders onder enkele grote uitdagingen te zetten. Zo werd zij onmiddellijk geconfronteerd met een negatieve doorlichting van de school. Hiervoor kreeg zij nog een jaartje extra om bij te sturen. “Maar ook moest ik onder meer rekening houden met een pedagogische begeleidingsdienst waarvan één iemand uit het team zéér hoge en niet-realiseerbare eisen stelde, een bestaand team van medewerkers met positieve en minder positieve eigenschappen en ook een geheel aan betrokkenen die door het bos de bomen niet meer zag”, herinnert zij zich nog levendig.
“Ook kreeg ik nog te kampen met de grote verschillen tussen het buitengewoon onderwijs, waar ikzelf jaren gewerkt had, en het gewone basisonderwijs zoals de werkwijzen, de omgang met collega’s en met de ouders en kinderen, de gestelde prioriteiten. Ik had er geen idee van dat het verschil zo groot zou zijn. Het aantal leerlingen met dyslexie, ADHD, dyscalculie … in het gewone onderwijs is de laatste jaren sterk toegenomen. Er wordt verwacht dat het gewone basisonderwijs zorgt voor de begeleiding van deze leerlingen. Dit vergt een andere aanpak en extra overleg ”, luidt het verder. “De leraren hebben het moeilijk met de complexiteit van de dossiers en de administratie die ze voor deze leerlingen moeten bijhouden. Ze storen zich niet aan de Sticordi-maatregelen die ze voor die leerlingen moeten nemen maar wel aan de administratie die ze daarvoor moeten bijhouden. Begrijpelijk, maar … toch niet weg te denken en cruciaal”.
De eerste schooldag
Haar eerste werkdag als schooldirecteur is haar altijd bijgebleven. “En daar stond ik dan op mijn eerste werkdag in mijn nieuwe job, in een lege school, op een administratieve medewerker na. Weinig tijd om kennis te maken want ’s middags vertrok ik al met vakantie. Die vakantie was gelukkig al lang gepland want al snel bleek dat ik daarna het werk dubbel en dik moest inhalen. Van vakantie was er de komende 2 schooljaren dan ook niet echt sprake meer. Het jaar nadien heb ik trouwens aan den lijve ondervonden hoe belangrijk het nemen van rust en afstand zijn. Zo moest ik noodgedwongen wat gas terugnemen. Nu dwingen mijn kinderen mij om toch af en toe ook eens aan mezelf te denken en rust te nemen en gelijk hebben ze”.
Een schooldirecteur staat in voor de algemene leiding van de school. Dit brengt vele diverse taken met zich mee. “In de eerste plaats natuurlijk het organiseren van het onderwijs wat neerkomt op de realisatie van het pedagogisch project, de eindtermen en ontwikkelingsdoelen”, weet Christel. “Daarnaast is het mijn taak om relaties, binnen en buiten de school, met de partners van de school en met de ouders te creëren en deze te onderhouden. Zo verzorg ik ook de public relations, een belangrijke noodzaak. Als schoolhoofd ben je natuurlijk ook verantwoordelijk voor de organisatie van de administratie, het personeelsbeleid en de coördinatie van de hele ploeg. Maar ook het financiële en materiële beleid van de school vallen onder mijn verantwoordelijkheid. Ik maak er bovendien een punt van om de onderrichtingen, de bijscholingsinitiatieven en de vakpublicaties bij te houden ter ondersteuning van het onderwijzend personeel. Helaas gaat ook een (te) groot deel van mijn tijd naar administratie”.
Het lesgeven blijft Christel wel aanspreken: “In het begin was het ontzettend vreemd om zelf niet meer voor de klas te staan. Lesgeven is een heel leuke en actieve bezigheid. Mijn huidige functie is veel meer gericht op management. Maar als ik even de kans zie geef ik zelf ook nog les bijvoorbeeld als een van de onderwijzers onverwacht afwezig is”.
In het bad
Nieuw aangestelde directeurs krijgen doorgaans weinig tijd zich voor te bereiden op hun nieuwe takenpakket. “Eerlijk gezegd, nieuwe directeurs worden doorgaans in een diep bad gegooid en moeten dan vooral zichzelf en hun school zien te redden. Maar een onderwijzer is geen manager. Je leven verandert in belangrijke mate als je schooldirecteur wordt. Eenmaal bezig leer je natuurlijk erg snel. Als je er in wordt geworpen, moet je je wel aanpassen”, geeft Christel aan. “Zeker met twee vestigingen is het niet evident om je tijd evenredig te verdelen. Het lijkt vaak of ik meer bezig ben met praatjes te houden terwijl dit oh zo belangrijk is. Dan pas weet je wat er leeft, waar ouders, kinderen of leerkrachten mee zitten. Maar de rest wacht ook, en wanneer ga je dat allemaal doen? Plannen, evalueren, remediëren, organiseren, controleren, …”.
Aan het directeurschap blijken ook wat minder leuke aspecten verbonden te zijn. De directeur: “De tijd die je effectief met de kinderen kan bezig zijn valt naar mijn normen uiterst miniem te noemen. Toch probeer ik zoveel mogelijk contact te houden met elk kind in de school. Het doet me deugd dat ik vaak de positieve opmerking krijg dat ik toch wel alle kinderen ken en dat waren er op het einde van dit schooljaar toch bijna 300 en dit niet alleen bij naam maar ook hun bijzonderheden. Dat is één van mijn stokpaardjes, de dag dat ik dit niet meer kan waarmaken ga ik terug naar een klasje. Kinderen zijn voor mij wel de belangrijkste drijfveer. Ook de druk veroorzaakt door de overheid, ouders, leerlingen, … valt niet te onderschatten. De directeur speelt daarin een belangrijke rol. Die moet alle extra’s die op haar en het team afkomen, filteren. “ Na 4 schooljaren heb ik geleerd me hiertegen te wapenen. Toch ben ik wel blij dat ik mijn pantser ook af en toe even kan afdoen.”
Een roeping                                    
De directeur zou de directeur niet zijn mocht zij in haar job geen voldoening vinden. “Velen denken bij onderwijs vooral aan cursussen, vervelende huistaken, toetsen en examens alsook schoolvakanties. Een school is echter meer dan dat. Leerlingen krijgen er niet alleen leerstof, maar ze worden er voor een groot deel ook opgevoed en gevormd. Van schooldirecteurs wordt verwacht dat zij dit alles in goede banen leiden. Ik probeer dan ook met hart en ziel mijn school degelijk te leiden en de kwaliteit van het onderwijs zo optimaal mogelijk te houden. En toch is dit vandaag niet eenvoudig om doen. Een school is immers een complexe en flexibele organisatie, waarbij ook de leerlingen, de ouders, de leerkrachten, de lokale gemeenschap en de overheid een invloed uitoefenen.”.
Christel Van Acker ervaart het directeurschap manifest als een roeping en dit “ ondanks de elementen die afschrikken en die een negatieve invloed hebben op haar welbevinden als schooldirecteur.” Maar de voldoening die zij vindt in het werken met en voor leerlingen en het feit dat dit mee een steentje kan bijdragen tot de opvoeding van jongeren, maakt het voor haar alleszins de moeite waard. “Met de jaren leer je hoe om te gaan met heel wat reacties, omstandigheden, frustraties maar vooral … leer je je op te trekken aan de leuke momenten zoals de lach van een kind, een geslaagde planning, , een knuffel, een ‘dank u wel’, een handig uitgedokterd werkinstrument, een ‘dag juf !’, een kind dat naar je zwaait wanneer je het in de winkel ziet of op straat voorbij rijdt, een kleuter die een zoveelste ladder in je kous trekt, een peuter met een glimlach bij het wassen van een natte poep met ‘brrr’ koud water, een mama die een traan wegpinkt bij het omarmen van haar oogappel na een nachtje ‘slapen op school’, een juf die ik een knuffel geef, … en oh zo veel meer”, mijmert zij diepgaand met duidelijke tintelingen in haar ogen.
“Of ik over tien of twintig jaar nog steeds directeur zal zijn? Daar heb ik op dit moment geen idee van. Maar shhht, … niet doorvertellen, … ik denk het wel”, besluit Christel Van Acker. Wedden dat?
Reageren op dit artikel kan via christel.vanacker@ringscholen.be
 
Delen op FacebookDelen op TwitterDelen op GoogleDelen op DeliciousDelen op DiggDelen op StumbleuponEmail ditMeer...
 
19 aug 2013
Christel Van Acker
© Deschuyffeleer
 
 
 
Terug
 

Meer Nieuws

Marc Sluys | 27 mrt 2024
Commerciële partners, advertenties en vacatures
Devogeleer Emile | 25 mrt 2024

archief