HALLE- Indoorsport na meer dan 7 maanden sluiting opnieuw van start
Vlaams minister van Sport Ben Weyts heeft samen met enthousiaste fitnessers de heropstart van de indoorsport goed ingezet. Na meer dan 7 maanden sluiting kunnen fitnesscentra, klimzalen, bowlingcentra en andere indoor sportinfrastructuur opnieuw de deuren openen. Vlaanderen heeft uitbaters van bijvoorbeeld fitnesscentra financieel ondersteund om de moeilijke coronaperiode te overbruggen. Bijna 500 fitnesszaken kregen zo bijvoorbeeld in totaal € 12 miljoen steun. “Iedereen heeft heel lang uitgekeken naar de heropening”, zegt Weyts. “Talloze sportieve Vlamingen hebben het echt gemist om zichzelf eens goed af te beulen.”
Meer dan 7 maanden geleden moest alle indoorsportinfrastructuur zoals fitnesscentra, klimzalen en bowlingbanen de deuren sluiten. Talloze sportieve Vlamingen moesten tijdelijk afscheid nemen van hun geliefde hobby. Er werd dan ook reikhalzend uitgekeken naar de heropstart van de indoorsport.
Vlaams minister van Sport Ben Weyts heeft de heropstart van de indoorsport nu goed ingezet in een fitnesscentrum. Vlaanderen heeft de uitbaters van onder meer fitnesscentra ondersteund tijdens de sluiting én bij de heropstart. Om de periode van de sluiting enigszins te overbruggen, zorgde Vlaanderen voor financiële ondersteuning. Zo kregen bijvoorbeeld bijna 500 fitnesszaken in totaal zo’n € 12 miljoen. Gemiddeld gaat dit over € 24.000 per fitnesscentrum. Voor de heropstart werden dan weer draaiboeken en protocollen uitgewerkt, zodat uitbaters een houvast hebben om veilig de deuren opnieuw te openen.
“Uitbaters van bijvoorbeeld fitnesscentra verdienen alle steun. We willen dat Vlamingen zoveel mogelijk sportmogelijkheden hebben. De uitbaters zijn enorm gemotiveerd om opnieuw sportievelingen welkom te heten in veilige omstandigheden”, zegt Weyts.
Ook andere indoorsporten zijn opnieuw mogelijk. De sportsector komt zo weer meer tot leven. Vlaanderen ondersteunt de heropstart volop. Weyts investeerde via Sport Vlaanderen € 7,5 miljoen in bijna 3.000 jeugdsportclubs. Zij misten de voorbije maanden heel wat publieksinkomsten. Met deze extra middelen krijgen de clubs een opstapje om de doorstart te kunnen maken. Op die manier kan het clubaanbod voor de jeugd op peil gehouden worden en kan de drop-out bij de tienerjeugd aangepakt worden.