63,8% van openstaande vacatures komt van kmo’s
Ondanks corona en een tijdelijke daling van het aantal vacatures, blijft de kloof tussen het aantal werkzoekenden en vacatures groot. Eind juli 2021 telde de provincie Vlaams-Brabant 28.667 werkzoekenden zonder werk, het laagste aantal in juli van de voorbije 15 jaar. In 2020 waren er nog 31.876 niet-werkende werkzoekenden; 13,0% meer dan vandaag. Hier tegenover staan de 32.471 vacatures die het voorbije jaar gepubliceerd werden. Dit aantal leunt dicht aan tegen de recordjaren 2018 en 2019. Anders gezegd: met zij die op dit moment een job zoeken komen we er niet.
*Op dinsdag 14/09/2021 organiseert UNIZO Vlaams-Brabant samen met Don Bosco Halle een sessie om werkgevers wegwijs te maken in het duaal leren.
Veel Vlaams-Brabantse bedrijven kampen vandaag met moeilijkheden om vacatures in te vullen. Zeker technische beroepen raken moeilijk ingevuld. Opvallend, 63,8% van de vacatures worden geplaatst door ondernemingen met maximaal 50 medewerkers. Met een werkloosheid die op het laagste peil van de afgelopen 10 jaar staat, is er niet meteen beterschap in zicht. Vooral niet als we in rekening brengen dat we in Vlaams-Brabant de komende 5 jaar ca. 45.000 uittredende werknemers dienen te vervangen. In Vlaanderen gaat het om 405.000 personen. De economie heeft zich sneller dan verwacht herstelt van corona, de oudere werknemers die komende jaren met pensioen gaan moeten vervangen worden.
De vraag naar arbeidskrachten zal dus aanhouden.
Elke Tielemans, directeur UNIZO Vlaams-Brabant & Brussel: “Nooit eerder waren zoveel mensen aan de slag als vandaag. De werkloosheidscijfers (van Werkzoekenden zonder werk) zijn historisch laag. Toch staan we voor grote uitdagingen op de arbeidsmarkt. Een ‘perfect match’ zal niet altijd meer mogelijk zijn bij het invullen van een vacature. Nog meer dan vandaag moet ingezet worden op permanente vorming en flexibiliteit. Op die manier hopen we de werkzaamheidsgraad (% van de bevolking 20-64 jaar dat aan het werk is) van 75% op te krikken. Één vierde van de bevolking op arbeidsleeftijd is immers niet aan de slag. We moeten kijken naar de drempels die er zijn en stimulansen creëren om alsnog of opnieuw toe te treden tot de arbeidsmarkt.”
Het succes van flexi-jobs
Andere werkvormen en -regimes kunnen alvast drempelverlagend en stimulerend werken. Het stijgend aantal flexi-jobbers en freelancers bevestigt dit. Maar ook werkplekleren en duaal leren bieden flexibiliteit door leren en werken te combineren en het stapsgewijs toetreden tot de arbeidsmarkt mogelijk te maken. In vergelijking met grote ondernemingen maken kmo’s er echter te weinig gebruik van. Samen met de provincie Vlaams-Brabant sensibiliseert UNIZO Vlaams-Brabant & Brussel werkgevers daarom via laagdrempelige matchingsessies*. Een eerste wordt 14 september voorzien in Halle.
België Europees kampioen in lasten op arbeid
Tielemans vervolgt: “Maar daar stopt het verhaal niet. Ook zij die werken moeten voldoende stimulansen ervaren om aan het werk te blijven. Zo moeten de lasten op arbeid herbekeken worden. Op dat vlak zijn we volgens recente OESO-cijfers helaas Europees kampioen.”
UNIZO Vlaams-Brabant & Brussel eist daarom doortastende maatregelen en een hervorming van de arbeidsmarkt. De recepten zijn gekend en liggen voor het rapen in andere landen: een lagere belastingdruk op arbeid, een beperking van de werkloosheid in de tijd, een snellere opvolging en begeleiding van niet-actieven, en inzetten op permanente vorming en flexibiliteit.
1. Verklein de kloof tussen bruto en netto. Om werken meer te belonen moet dit percentage stijgen, niet alleen voor lage, maar ook voor gemiddelde brutolonen.
2. Verklein de promotieval. Een loonstijging moet netto meer opleveren voorde werknemer. Wie een laag inkomen heeft, kan bovendien rekenen op allerlei sociale voordelen zoals een lagere huur voor een sociale woning, studiebijlagen voor de kinderen of de maximumfactuur in de ziekteverzekering. Ook die voordelen komen onder druk van zodra het loon stijgt.
3. Verklein de werkloosheidsval. Het is dus belangrijk dat wie aan de slag gaat, daar voldoende van over houdt. Naast de eerder aangehaalde sociale voordelen kunnen er extra kosten bijkomen als men van werkloosheid naar werken evolueert (vervoer, kinderopvang). Op deze wijze wordt werken te weinig beloond omdat de uitkering en het loon dicht bij elkaar blijven liggen.
4. Beperk de werkloosheidsuitkering in de tijd. In België is de duur van de werkloosheidsuitkering onbegrensd in de tijd. Dat maakt ons uniek in de EU.
5. Activeer de hele arbeidsreserve. Niet alleen de werkzoekenden maar ook andere individuen op arbeidsleeftijd die niet aan de slag zijn.
6. Verplicht werkzoekenden tot opleiding en omscholing. Naar bepaalde competenties vraagt men nu al jaren.
7. Creëer meer flexibiliteit voor zowel werknemers als werkgevers. Het is hoog tijd voor meer ruimte voor individuele afspraken tussen werkgever en werknemer zodat de werkgever aan zijn werknemer de ruimte kan geven om zijn werk zelfstandig te organiseren, zonder noodzakelijke vaste of glijdende uurroosters. Een drastische vereenvoudiging van de arbeidsduurreglementering is daarvoor noodzakelijk.