Tweetalige reclame op bussen en trams vormt geen probleem voor minister Lydia Peeters
Het Vlaams Belang vindt het ongehoord dat er in de Vlaamse Rand tweetalige reclame wordt gemaakt op de Ringtrambus. De Vlaams Belang-fractie contacteerde Lijncom - dochterbedrijf en verantwoordelijk voor advertenties van De Lijn - en kreeg als antwoord dat “men zich schikt naar het grondwettelijk recht van de adverteerder”. Vlaams Parlementslid Jan Laeremans (Vlaams Belang) voelde mobiliteitsminister Lydia Peeters (Open Vld) gisteren aan de tand over dit gedoogbeleid tegenover tweetalige reclame. “Waar in 2012 toenmalig bevoegd minister Crevits nog bevestigde dat op de eentaligheid enkel een uitzondering werd gemaakt voor campagnes rond ‘Nederlands leren’, blijkt deze tweetalige reclame nu een normaliteit te zijn voor Peeters. Onvoorstelbaar”, aldus Laeremans.
Op 22 november werd een Ringtrambus met tweetalige reclame gezien op de 60 meter lange flank tijdens het traject van UZ Brussel naar Zaventem. Zulke bus maakt deel uit van Brabantnet, het openbaar vervoersnetwerk van De Lijn in de provincie Vlaams-Brabant. Concreet ging het om publiciteit van de VZW Testament om de burgers ertoe aan te zetten een goed doel op te nemen in hun laatste wilsbeschikking.
Wanneer Lijncom werd gecontacteerd over deze tweetalige reclame werd volgend antwoord verschaft: “We adviseren altijd onze klanten om de basisinhoud van hun boodschap in het Nederlands op te stellen, zoals dit ook vermeld staat in onze deontologische code. In de meeste gevallen wordt dit ook effectief opgevolgd. We schikken ons in de uitvoering echter naar het grondwettelijk recht van een adverteerder zoals ook in onze deontologische code vermeld staat. In het geval van deze adverteerder wordt er gewerkt op zowel een Nederlandstalige als een Franstalige doelgroep. De trambus rijdt zowel op het grondgebied van het Vlaams als het Brussels gewest.”
“Dit gaat in tegen het beleid om het Vlaams karakter van de rand te versterken.
Het Vlaams Belang waarschuwt dat deze interpretatie grote gevolgen heeft, want dat betekent dat er in heel Vlaanderen bussen en trams mogen rondrijden met reclame in om het even welke taal, terwijl zowel de provincie Vlaams-Brabant (zie bijvoorbeeld de opdracht aan professor Marc Boes “het legitieme streven van de provincie de vernederlandsing van het straatbeeld in het ééntalige gebied te bevorderen, p. 53”), vzw De Rand, de Vlaamse gemeentebesturen de afgelopen 30 jaar steeds geijverd hebben voor de vernederlandsing van het straatbeeld en systematisch verspreiders van anderstalige reclame op de vingers tikken.
“Maar zelfs na mijn repliek om ons straatbeeld Vlaams te houden, nadat ook Inez de Coninck (N-VA) aangaf dat dit voor haar “no pasaran” was en zelfs Karin Brouwers (CD&V) opwierp dat die regel toch strikter moest geïnterpreteerd worden, bleef minister Peeters koppig vasthouden dat dit een privé-contract was en de grondwettelijke taalvrijheid hier moest spelen”, zegt een verbouwereerde Laeremans. "Dit is sterk contrasterend met het antwoord van minister Crevits in 2012 aan toenmalig Vlaams Parlementslid Marleen Van den Eynde die toen te horen kreeg dat “de enige contracten waarop LijnCom ooit een uitzondering maakt op de plicht om reclame enkel in het Nederlands te voeren, deze voor de campagnes ‘Nederlands leren’ van de provincie Vlaams-Brabant en het Huis van het Nederlands zijn.”
Peeters stelde dat “de raad van bestuur van Lijncom dit gedoogbeleid voor anderstalige reclame in 2016 beslist had” en dat “Lijncom contracten in die zin mag afspreken met private investeerders, want dat dit niet valt onder de taalwet op bestuurszaken”. “Benieuwd wat minister Weyts (N-VA) die in de vorige legislatuur per slot van rekening op de stoel van Peeters zat hierover te zeggen heeft”, antwoordde Laermans. “Voor het Vlaams Belang moet de Vlaamse regering meteen een einde maken aan het gedoogbeleid tegenover tweetalige reclame op bussen en trams”, besluit Laeremans. “Lijncom moet worden teruggefloten en de regering moet waarmaken wat in het regeerakkoord werd afgesproken, namelijk dat er een assertief beleid gevoerd wordt om het Nederlands karakter van de Vlaamse Rand te beschermen. Want alvast in dit verband stel ik net het omgekeerde vast.”