HERNE/SINT-JANS-MOLENBEEK – Gouden priesterjubileum van Mgr. Herman Cosijns
De zondagmis in de Verrijzenisparochie in Sint-Jans-Molenbeek stond vandaag volledig in het teken van de viering van het gouden priesterjubileum van Mgr. Herman Cosijns, afkomstig van Herne. Het werd een warmhartige plechtigheid waarbij de gevierde kon blikken op een kerk vol collega’s, vrienden en kennissen. De eucharistieviering werd voorgegaan door hemzelf in concelibratie met aartsbisschop Jozef De Kesel, attaché bij de apostolische nuntiatuur Brussel Etienne Quintiens en nog vijf andere collega priesters. De plechtige viering werd afgesloten met een ontvangst waarbij niet alleen werd geklonken op de voorbije 50 jaar maar ook op de vele gelukkige jaren die nog moeten komen.
Van Kokejane naar Brussel
Herman Cosijns werd geboren in Edingen op 29 november 1944. Hij wordt dus volgende maand 78 jaar. In Kokejane, een woonkern die deel uitmaakt van Herne, is hij verbonden met ‘de boerderij van Plaisant’. Zijn middelbare studies - toen humaniora genoemd - deed hij in het Sint-Augustinuscollege in Edingen. Daarna volgde hij de priesteropleiding aan het Johannes XXIII seminarie in Leuven en werd hij licentiaat in morele en religieuze wetenschappen.
In de Onze-Lieve-Vrouwkerk in Kokejane werd hij op 29 oktober 1972 door kardinaal Leo Suenens tot priester gewijd. De misviering van vandaag was in dezelfde kerk als die waar hij 50 jaar geleden als pasgewijde priester aan zijn priesterloopbaan is begonnen. In 1978 wordt hij de verantwoordelijke voor de gezinspastoraal in het vicariaat Brussel. Daar krijgt hij de mooie maar moeilijke taak van het begeleiden van alleenstaanden en gescheiden mensen. Herman Cosijns was en is er van overtuigd dat “een mislukt huwelijk geen mislukt leven met zich meebrengt”. In 1987 werd Herman moderator van het vicariaal beraad en van de beleidsploeg van het vicariaat Brussel.
Intussen is Herman 50 geworden en wordt hij tot deken benoemd van de parochie Onze-Lieve-Vrouw van Laken en tot 2019 is hij ook rector van de basiliek van het Heilig Hart in Koekelberg. In 2010 werd hij ook tijdelijk bisschoppelijk vicaris voor het vicariaat Brussel in opvolging van Mgr. Jozef De Kesel. Sinds september 2011 en nog tot maart 2023 is Herman Cosijns ook secretaris-generaal van de Belgische Bisschoppenconferentie. In die functie volgde hij overigens Etienne Quintiens op. De Belgische Bisschoppenconferentie is een permanent orgaan van de rooms-katholieke Kerk in België, waarin alle zetelende bisschoppen, de hulpbisschoppen en de emeriti bisschoppen en hulpbisschoppen van de kerkprovincie Mechelen-Brussel het beleid van de rooms-katholieke Kerk in België bespreken en coördineren. Als opvolger van Herman Cosijns is Bruno Spriet nu de eerste leek die wordt benoemd tot secretaris-generaal en dit met aanvang in maart 2023.
Tot augustus 2020 was Herman Cosijns tevens directeur van het Interdiocesaan Centrum in Brussel. Hij werd opgevolgd door Paul Delva. Verder is hij medeoprichter en coördinator van de reflectiegroep Sociale Huisvesting van het project Bethlehem en lid van de adviesraad van het Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Religie, Cultuur en Samenleving verbonden aan de KUL.
Seminarie
In zijn homilie legde priester Cosijns verbanden tussen enerzijds het evangelieverhaal van Zacheüs en de kernideeën tot inkeer komen en nederigheid. Ook verwees hij naar zijn 17 jarige leeftijd toen hij de idee van een strenge en onbuigzame God liet varen en de ervaring opdeed van een liefhebbende en barmhartige God. “Dat heeft mij toen doen beslissen om naar het seminarie te gaan en met die God deel ik nog steeds mijn leven en mijn vreugde. Uit die God put ik mijn sterkte. Het is niet mijn verdienste , maar het is God die mij heeft uitverkoren”.
Een dikke dankuwel
In zijn dankwoord voor de voorbije 50 jaar had Mgr. De Kesel het vooral over ‘zachtheid’ en ‘respect’, twee kenmerken die het indrukwekkend parcours van Herman Cosijns altijd zijn blijven overheersen. “Ik ben fier Herman Cosijns te mogen feliciteren met zijn gouden priesterjubileum en hem ook te mogen bedanken voor het vele goed dat hij deed ten voordele van de ganse Belgische kerkgemeenschap”
