De beloofde sporthal en mobiliteit blijven blinde vlekken in het meerjarenplan volgens Helderblauw

In aanloop naar de gemeenteraad van 16 december bezorgde de Helderblauw-fractie van Bever ons in bijlage een persbericht over hun analyse van het meerjarenplan 2026–2031 “Onbegrensd Bever”.
In het persbericht lichten we onder meer toe: waarom wij vinden dat mobiliteit en verkeersveiligheid zwaar onderbelicht blijven in dit plan; hoe de eerder aangekondigde nieuwe sporthal voorlopig op papier blijft; en waarom we vrezen dat er te veel grote projecten tegelijk gepland worden voor een zeer kleine administratie.
Tijdens de gemeenteraad van 16 december zullen wij deze analyse ook mondeling toelichten en onze vragen en voorstellen formeel bezorgen aan het bestuur.
Komt u naar de gemeenteraad op 16 december iedereen is welkom, hieronder vindt u de tekst van Helderblauw. Wij willen natuurlijk ook de mening van CD&V weergeven na de gemeenteraad.
Helderblauw: beloofde sporthal blijft op papier en mobiliteit blijft blinde vlek in meerjarenplan
“Onbegrensd Bever”
De Helderblauw-fractie van Bever is bijzonder kritisch voor het nieuwe meerjarenplan
“Onbegrensd Bever” (2026–2031). Volgens Helderblauw stapelt het bestuur zware
investeringsdossiers op, zonder de organisatie te versterken en zonder echt in te gaan op wat de
Beveraar vandaag het meest bezighoudt: verkeersveiligheid, mobiliteit en leefkwaliteit in de
dorpskernen.
“Ambitie is goed, maar ambitie zonder scherpe keuzes en sterke organisatie wordt al snel een
gok,” zegt de Helderblauw-fractie. “En wie met inwoners praat, hoort vooral zorgen over
mobiliteit en verkeersveiligheid. In dit plan zijn die thema’s bijna onzichtbaar. ‘Onderbelicht’ is
nog zacht uitgedrukt.”
1. Geen echte prioriteiten: alles is belangrijk, dus niets is prioritair
In de meerjarenplanning wordt zo goed als alles onder één grote beleidsdoelstelling geschoven.
Voor Helderblauw ontbreekt het daardoor aan duidelijke keuzes.
Er is geen scherpe top-5 van absolute prioriteiten met een heldere timing, en er ontbreken
concrete einddoelen: wat moet er tegen 2031 echt anders zijn op vlak van riolering en water,
wat op vlak van wonen en sociale woningen, en wat op vlak van mobiliteit, sport, cultuur en
dienstverlening?
Helderblauw vraagt dat er een beperkte lijst speerpuntdossiers wordt benoemd, met duidelijke
fasering en meetbare resultaten, zodat inwoners weten waar ze dit bestuur op mogen
afrekenen.
2. Mobiliteit en verkeersveiligheid: wat de Beveraar voelt, mist in het plan
De fractie is uitermate kritisch voor de plaats van mobiliteit en verkeersveiligheid in het
meerjarenplan.
Ondanks aanhoudende klachten over onveilige schoolroutes, zwakke fietsverbindingen,
sluipverkeer en zware voertuigen in de kern, blijft mobiliteit in de huidige teksten vooral beperkt
tot een aantal klassieke wegenwerken en technische ingrepen. Er is in de documenten geen
afzonderlijk mobiliteitsplan terug te vinden, noch een uitgewerkte visie op trage wegen en
fietsveiligheid, en geen globale aanpak van de verkeerscirculatie in centrum en gehuchten.
De geplande herinrichting van het centrum wordt in de documenten vooral als verfraaiings- en
vergroeningsoefening beschreven, maar zonder een uitgewerkte mobiliteitsparagraaf met
duidelijke keuzes voor veilige oversteekplaatsen, lagere snelheden en logische, veilige routes
voor voetgangers en fietsers.
“Als we ouders vandaag vragen wat hen wakker houdt, dan antwoorden ze niet ‘een nieuwe
loods’, maar ‘geraakt mijn kind veilig op school?’,” stelt Helderblauw. “Dit meerjarenplan komt
op het vlak van verkeersveiligheid en mobiliteit simpelweg niet tegemoet aan de noden van de
Beveraar.”
Helderblauw vraagt een heldere mobiliteitsvisie met concrete acties voor schoolomgevingen,
fietsverbindingen, snelheidsregime en sluipverkeer, en wil dat inwoners en scholen daar in de
eerste jaren van de legislatuur actief bij betrokken worden.
3. Wat in februari werd beloofd, en wat er nu echt in het plan staat
In februari 2025 maakte het nieuwe bestuur via de pers de “krijtlijnen” van haar beleid bekend.
In een artikel werd dat samengevat als: herinrichting van het centrum én een nieuwe sporthal
als de grote werven van de komende zes jaar.
In dat artikel werd de Plaats terecht omschreven als een gevaarlijk, onoverzichtelijk punt zonder
duidelijke scheiding tussen plein en rijbaan en zonder oversteekplaatsen. Het bestuur kondigde
aan dat de Plaats onthard zou worden, dat er voldoende parkeerplaatsen moesten blijven en
dat de rijweg heraangelegd zou worden om de snelheid te drukken. Daarbij werd gezegd dat het
project veel zou kosten, maar dat de grootste kost bij het Agentschap Wegen en Verkeer zou
liggen.
Vandaag, in het meerjarenplan, blijkt dat uitgangspunt fors bijgestuurd: het project lijkt in
hoofdzaak op Beverse schouders terecht te komen, blijkens de financiële fiches in het plan, het
voorziene gemeentelijk budget is beperkt voor zo’n complex en druk kruispunt, en in de officiële
beschrijving ligt de nadruk vooral op vergroening en verfraaiing, met veel minder concrete
garanties rond verkeersveiligheid en mobiliteit.
Nog straffer is het verschil op het dossier van de sporthal. In februari zei burgemeester Cattie
dat Bever een nieuwe sporthal wil bouwen op een andere locatie, dat het bestuur al in een
“volgende fase” zat, dat er subsidieaanvragen waren ingediend en dat men rekende op een kost
van ongeveer één miljoen euro (bron: Diewertje Jongert, “De krijtlijnen van het nieuwe Beverse
bestuur doorgelicht: herinrichting van het centrum en een nieuwe sporthal”, Het Laatste Nieuws,
11 februari 2025).
In de definitieve meerjarenplanning blijft van die boodschap weinig over: er is geen
investeringskrediet voorzien om in 2026–2031 een nieuwe sporthal te bouwen. Er is enkel een
studiekrediet voor een RUP en plannen voor een sportzaal in Freest; de eigenlijke bouw en het
geraamde miljoen euro zijn niet ingeschreven in deze bestuursperiode. De beloofde sporthal
blijft in de huidige meerjarenplanning beperkt tot plannen en studiewerk, en is nog niet als
concrete investering ingeschreven.
Alleen op één punt ziet Helderblauw een rechte lijn tussen woord en daad: de afwerking van de
nieuwbouw van basisschool Ak’Cent. Dat project werd in februari aangekondigd als prioriteit en
keert inderdaad concreet terug in de meerjarenplanning.
“Precies omdat we erkennen dat sommige dingen wél kloppen – zoals de afwerking van Ak’Cent
– kunnen we ook duidelijk zijn over wat niét klopt: centrum en sporthal zijn vandaag minder
verankerd en minder ambitieus dan in februari werd voorgesteld,” klinkt het bij Voorzitter Kurt
Kiekens.
4. Te veel zware projecten voor een te kleine administratie
De bestuurskrachtanalyse van 2023 stelde al vast dat de Beverse administratie klein en
kwetsbaar is, met weinig ruimte voor extra projecten, nauwelijks middenkader en beperkte
beleidsvoorbereidende capaciteit.
Toch legt het meerjarenplan er opnieuw een reeks grote dossiers bovenop: de herinrichting van
Plaats, de bouw van een nieuwe gemeentelijke loods, de verbouwing en uitbreiding van het
gemeentehuis, sociale appartementen aan Plaats 14, nutsvoorzieningen en aanpak in Akrenbos,
en bijkomende wegen- en rioleringswerken.
“We vragen ons ernstig af wie dit allemaal tegelijk gaat trekken,” zegt de Olivier De Kock. “Wie
Bever kent, weet dat we geen stadshuis met aparte projectteams hebben. Als we blijven
bijladen zonder de motor te versterken, riskeren we vertraging, overbelasting en half
afgewerkte dossiers.” Helderblauw pleit daarom voor een plafonnering van het aantal grote
werven tegelijk en voor meer samenwerking en externe projectondersteuning.
5. Grote structurele problemen, halfslachtige antwoorden
Volgens Helderblauw worden een aantal structurele problemen uit het verleden niet in
verhouding aangepakt. Volgens eerdere studies en de bestuurskrachtanalyse blijft Bever
onderaan bengelen qua riolering en zuivering, maar de investeringen blijven relatief beperkt en
gefragmenteerd. Op sociaal wonen komt er met drie appartementen aan Plaats 14 een
belangrijk signaal, maar de kloof met het bindend sociaal objectief blijft groot. De uitrusting op
vlak van sport en cultuur blijft volgens het huidige meerjarenplan achter: deze legislatuur is er
vooral sprake van onderhoud en studiewerk voor een toekomstige sportzaal, zonder effectieve
realisatie.
“We doen overal een beetje, maar nergens pakken we een dossier echt bij de wortel aan,” klinkt
het. “Bever heeft recht op meer dan beheer: we hebben nood aan een echte inhaalbeweging.”
6. Krimpende financiële marge en stijgende risico’s
Het nieuwe meerjarenplan kiest ervoor om de opgebouwde financiële buffer geleidelijk te
verbruiken, terwijl er tegelijk fors geïnvesteerd wordt in een onzekere context van bouwprijzen,
rente en subsidievoorwaarden.
Helderblauw vraagt een scenario-analyse: wat als bepaalde projecten 10 tot 20 procent duurder
uitvallen dan nu geraamd? En welk antwoord geeft het bestuur op de vraag welke projecten dan
vertragen of sneuvelen als de financiële ruimte verder krimpt?
“We willen geen beleid volgens het principe ‘we zien wel’. Financiële voorzichtigheid is geen
rem op ambitie, maar een verzekering dat we onze beloftes ook kunnen waarmaken.”
7. Te weinig investering in mens, organisatie en digitale sprong
De bestuurskrachtanalyse wees uitdrukkelijk op de nood aan versterking van personeel en
organisatie, digitalisering en betere processen, en sterkere beleidsvoorbereiding en opvolging.
In de meerjarenplanning blijven vooral de “bakstenen” centraal staan – gebouwen en
infrastructuur – en veel minder de mensen en structuren achter de dienstverlening.
Helderblauw vraagt daarom een expliciet ‘bestuurskracht-luik’ in het plan, met versterking van
de ambtelijke organisatie en expertise, een concreet digitaliserings- en procesverbeteringsplan,
en betere monitoring en rapportering over de kwaliteit van de dienstverlening, niet alleen over
centen en werven.
8. Constructieve houding – maar luistert dit bestuur wel?
Helderblauw wil zich ook in deze legislatuur constructief opstellen. De fractie is bereid om
amendementen in te dienen en concrete voorstellen te doen om het meerjarenplan bij te
sturen, met bijzondere aandacht voor mobiliteit, verkeersveiligheid en leefkwaliteit in alle
straten en gehuchten.
Tegelijk stelt de fractie vast dat de meerderheid Helderblauw in de praktijk vooral lijkt te
beschouwen als een “te kleine fractie” en zelden echt bereid is om naar oppositievoorstellen te
luisteren. Een recent voorbeeld is de vraag van Helderblauw om een gemeentelijke reactie en
tussenkomst te vragen in het kader van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen, waar expliciet
hefbomen in zaten om inwoners beter te beschermen. Die vraag werd zonder veel debat koel
weggestemd.
Daarom legt Helderblauw nu publiek haar heldere analyse van het meerjarenplan op tafel en
stelt ze een open vraag aan de meerderheid:
“Heeft het nog zin om constructieve voorstellen te doen als u principieel weigert om met de
oppositie in gesprek te gaan? Bent u bereid om dit meerjarenplan samen te versterken, of blijft
de deur dicht omdat wij maar met één raadslid hebben?”
Helderblauw kijkt uit naar de reactie van het bestuur in de gemeenteraad van 16 december en
zal daar haar vragen en voorstellen formeel toelichten. De fractie blijft in elk geval klaarstaan
om inhoudelijk mee te werken – op voorwaarde dat het bestuur ook bereid is om te luisteren,
en niet alleen te rekenen.
Voor Helderblauw Bever:
Voorzitter: Kurt Kiekens
Gemeenteraadslid: Henk Verhofstadt
