Scholen in de Vlaamse Rand krijgen extra middelen voor taalbeleid
Scholen secundair onderwijs in de Vlaamse Rand krijgen voor de eerste keer extra financiële steun om Nederlands te ondersteunen en te promoten bij de leerlingen én bij hun ouders. Minister van Onderwijs en Vlaamse Rand Ben Weyts slaat de handen in elkaar met schooldirecteurs uit de Rand en maakt € 3 miljoen extra middelen vrij om scholen te ondersteunen en een aanpak op maat mogelijk te maken. “De ontnederlandsing in de Rand legt grote druk op de scholen in onze streek”, zegt Weyts. “De problematiek lijkt sterk op die in Brussel, maar in Brussel krijgt het Nederlandstalig onderwijs al jaren extra financiële steun. Tot nu toe was er € 0 extra voor de Vlaamse Rand. Daar brengen we nu verandering in. Zo kunnen de scholen een globaal taalbeleid voeren, dat bijvoorbeeld ook aandacht heeft voor de ouders.”
De groeiende internationalisering en ontnederlandsing in de Vlaamse Rand rond Brussel legt een grote druk op de scholen. In sommige gemeenten van de Rand heeft tot wel 75% van de schoolgaande jeugd een buitenlandse herkomst. Wel 46% van alle leerlingen in de basisscholen van de Rand heeft een andere thuistaal. In het secundair onderwijs zijn er bovendien wel wat anderstalige zij-instromers die pas op latere leeftijd naar het Nederlandstalig onderwijs komen. Veel indicatoren benaderen stilaan de Brusselse cijfers, maar er is wel een groot verschil: de Nederlandstalige scholen in Brussel krijgt al decennia extra financiële ondersteuning om in een vaak anderstalige omgeving onderwijs te organiseren, maar de scholen in de Vlaamse Rand krijgen daar tot nu toe geen enkele extra steun voor.
Minister van Onderwijs én Vlaamse Rand Ben Weyts slaat nu de handen in elkaar met schooldirecteurs uit de Rand. Hij investeert de komende 3 jaar € 3 miljoen uit het Vlaamse Randfonds waarmee scholen secundair onderwijs in de Rand Nederlands kunnen ondersteunen en promoten bij leerlingen én ouders. Het geld gaat naar concrete projecten op verschillende niveaus. Op het niveau van de school kunnen er bijvoorbeeld onthaalgesprekken georganiseerd worden die gekoppeld worden aan taalpromotie. Zo kunnen anderstalige ouders die hun kinderen inschrijven op een Nederlandstalige school zich engageren om hun kinderen ook buiten de lesuren Nederlands te laten spreken, door bijvoorbeeld te kiezen voor het Nederlandstalige vrijetijdsaanbod. Op het niveau van de ouders kan er bijvoorbeeld een taalcursus Nederlands voor ouders worden georganiseerd op school of taalstimulerende activiteiten waar ouders samen met hun kinderen aan kunnen deelnemen. Op het niveau van de leerlingen kunnen er extra initiatieven komen om scholieren die moeite hebben met Nederlands zowel tijdens als na de schooluren bij te spijkeren. Op het niveau van de leerkrachten kunnen er bijscholingen komen, om leerkrachten beter voor te bereiden om les te geven aan taalarme leerlingen of te communiceren met anderstalige ouders, maar er kunnen ook extra taalcoaches worden ingezet in de klassen.
“Deze investering versterkt de onderwijskwaliteit voor álle leerlingen, ook de Nederlandstalige leerlingen. Het gaat immers voor de héle klas trager en moeilijker als sommige klasgenoten blijven worstelen met het Nederlands”, zegt Weyts. “Tegelijk willen we ook het Vlaams karakter van de Rand opnieuw versterken. Mijn 2 bevoegdheden – Onderwijs en Vlaamse Rand – komen hier samen. Veel scholen in de Rand voeren al een actief taalbeleid, nu krijgen ze daar ook extra middelen voor. We kijken daarbij ook naar de ouders, want zij kunnen hun kinderen zoveel extra kansen geven door hen ook na de lesuren te laten bezig zijn met Nederlands.”
Vzw ‘De Rand’ voorziet een centraal ondersteuningsaanbod voor alle scholen in de Rand en werkt daarnaast nauw samen met een dertigtal scholen om een aanpak op maat uit te werken. Deze scholen werden onder meer op basis van hun aantal kwetsbare leerlingen geselecteerd. Er zal ook goed worden samengewerkt met de lokale besturen, die taalbeleid ondersteunen in de basisscholen en in sommige gevallen ook de scholen van het secundair onderwijs.