GALMAARDEN - Het gaat goed met de akkervogels
Het gaat goed met de akkervogels werd vastgesteld na een landschapsanalyse door het Reginaal Landschap in de regio Galmaarden-Waarbeke. Er werden zelfs het hoogste aantal geelgorzen geteld in onze provincie, toch kan het nog beter. Burgemeester Pierre Deneyer(CD&V) kreeg een exemplaar van de analyse.
Sinds 2008 werkt het Regionaal Landschap Zenne, Zuun & Zoniën samen met de landbouwers in Galmaarden aan een betere toekomst voor akkervogels zoals de ringmus, geelgors en patrijs, beter gekend als de ‘ambassadeurs van de akkers’. “Via doordachte maatregelen zoals het aanbrengen van grasstroken, hagen en overwinterende graanstroken, zorgen we dat deze akkervogels alle kansen krijgen om te overleven”, vertelde Koen De Rijk van het Regionaal Landschap. Sven Verbelen, stagiair bij het Regionaal Landschap, heeft nu een landschapsanalyse gemaakt van de regio Galmaarden-Waarbeke (830 ha). Alle landschapselementen die betekenis hebben voor akkervogels werden in kaart gebracht: kruidenrijke akkers, hagen, begroeide taluds en wegbermen. “ Uit deze studie blijkt dat net geen 5% van het platteland in de regio als akkervogelvriendelijk kan bestempeld worden, een kritische ondergrens in de populatie-ecologie om de dalende trend om te buigen naar een positief resultaat”, zei Koen. “ Wij mogen dus besluiten dat het goed gaat met de akkervogels. Onze mensen telden zelfs eens 335 geelgorzen op één dag, wat het beste resultaat was ooit opgetekend in onze provincie. Mits de inrichting van minstens 4 bijkomende hectaren perceelsranden en hoekjes in het gebied, kunnen we onze akkervogels een veelbelovende toekomst bieden”, besluit De Rijk. Om landbouwers in de toekomst financieel te overtuigen bepaalde stukjes akkerveld niet te bewerken, werd zelfs Europees geld vrijgemaakt. Op vrijdag werd de studie overhandigd aan burgemeester Pierre Deneyer in het bijzijn van burgemeester Kris Poelaert uit Herne. “ Wij zijn heel blij met de resultaten van deze studie. Het was wijlen schepen Paul Cardoen die voorstander was van deze studie en er ondermeer voor zorgde dat de gemeente de ringmus adopteerde”.