BEVER – Het klokje op de St-Bernarduskapel op Ghesuele is hersteld
Al enige tijd liet het klokje van de St-Bernardus-kamerkapel op Ghesuele het afweten. Om aan dit probleem te verhelpen deed de eigenaar Monique Cordier (°1933) - weduwe van Victor Bellin - uit Galmaarden een beroep op Clock-o-Matic, een gespecialiseerde firma uit het Leuvense. Zij kreeg hierbij de assistentie van Paul Maesfrancx, de voorzitter van het Bevers centraal kerkbestuur.
De aangestelde firma zorgde voor een nieuwe klepel. Tevens werd het ophangsysteem vernieuwd en voorzag de vakman de installatie van een roestbehandeling zodat het bronzen klokje nog vele jaren veilig en wel zal kunnen galmen. Al in 2014 werden de windhaan en de bol waarop hij staat voorzien van een nieuw laagje bladgoud zodat het geheel terug mooi oogde. Ook hiervoor riep de eigenares de hulp in van Paul Maesfrancx. Het gaat hier over een manueel klokje en het is ook hij die bij heel speciale gelegenheden de functie van ‘klokluider’ vervult.
Ghesuele
Ook streekgids Werner Godfroid weet één en ander te vertellen over de kamerkapel aan Ghesuele. “De kapel, thans in eigendom van de weduwe van Victor Bellin, is allicht gebouwd rond de jaren 1850. Ghesuele blijkt taalkundig te zijn afgeleid van ‘couture de Glisoeil’ (1475) en later in 1623 van ‘Ghezuellen’, verkleinwoord van ‘glise’, wat betekent ‘petite église’ of kapel. Zoals bekend is de kapel toegewijd aan St-Bernardus, die er in het begin van de 20ste eeuw massaal werd aanbeden ter afwering van de varkenspest die de streek toen teisterde”.
Werner Godfroid vervolgt: “Deze kapel werd opgetrokken in rode baksteen en later gecementeerd. De 5 m hoge puntgevel is bedekt met een gevellijst en twee betonnen bollen versieren de steunberen. Het zadeldak is voorzien van een torenklokje met klok, kruisbeeld en windhaan. Naast de dubbelvleugelige ingangsdeur is een ijzeren voetenschrapper te zien. In de ruime bidplaats staat een beursvormig wijwatervat vervaardigd uit gekapte arduin en een kaarsenhouder. Het plafond is witgekalkt en de zijmuren zijn betegeld met plateel waarop een dankplaatje gevestigd is dat vermeldt ‘Remerciements à St-Bernard’. Langs elke zijmuur staat een houten zitbank. Een ijzeren hek scheidt de bidplaats van het vijfhoekige koor (3,10 m bij 2 m). Op het houten altaar bevinden zich het gipsen beeld van Sint-Bernardus evenals de beelden van Sint-Antonius en van Sint-Jozef, uit onverglaasd aardewerk vervaardigd. Twee rondbogige raampjes zorgen voor lichtinval in de kapel. De oude vloer is vervaardigd uit graniet, zwarte natuursteen.
Historisch gezien vermoedt men dat de eerste kapel er opgericht werd ter nagedachtenis van de reizen van Sint-Bernardus langs Ghesuele. Volgens de Bollandisten zou hij hier wel negen keer geweest zijn tussen 1131 en 1151 toen hij in de abdij van Affligem (Hekelgem) verbleef”.
Sint-Bernardus
Ook Sint-Bernardus weet Werner Godfroid te situeren: “Hij is geboren te Fontaine bij Dijon in 1090. Op zijn 22ste jaar werd hij priester gewijd en drie jaar later stichtte hij de abdij van Clervaux. Hij overleed in 1153. Sint-Bernardus was gekend voor zijn goedheid, zijn ondernemings- en veroveringsgeest, zijn werklust en zijn onbaatzuchtigheid. Zijn ‘In Canticum’ was overigens ‘Ik bemin om te beminnen; de liefde op zichzelf is een beloning’. Hij wordt vereerd in deze kapel te Ghesuele, waar men vroeger overigens ook zijn relikwie bewaarde, om de genezing te bekomen van ontstekingen bij dier en mens. Streekbewoners bezitten trouwens nog een afbeelding van het gebed van hun bedevaart. Zo luidde het toenmalig gebed voor het vee dan ook: ‘O God, verdeler van alle goed, die het vee heeft geschapen, wij smeken u, door de voorspraak van de Heilige Bernardus, ons vee te behoeden van alle kwalen. Sint-Bernardus, bid voor ons. Amen’".
Om de originele beelden en het relikwie te vrijwaren van eventuele diefstal en/of vandalisme worden zij bewaard op een andere veilige locatie.