GALMAARDEN - Hoorde u ook de klokken van de kerk van Galmaarden?

C21

GALMAARDEN - Hoorde u ook de klokken van de kerk van Galmaarden?

Colpaert_galmaarden_kerk_1__kopie_
Een verhaal over de klokken van Galmaarden.- Foto Marc Colpaert
 
Jan Heyvaert, in een lang verleden nog ooit dorpsdichter van Galmaarden, schreef een fictief verhaal over de kerk van Galmaarden. Hij vroeg om dit te laten plaatsen, wat wij in deze kerstmis periode dan ook graag doen. Nog even ter verduidelijking dit verhaal is fictie!, maar wie het aandachtig leest begrijpt de boodschap volledig. Voor klachten niet bij mij aankloppen, maar bij Jan.
 
Het verhaal.
"Wat scheelt er?" vroeg Marie. Lode, haar man, was in het holst van de nacht met een ruk rechtop gaan zitten in het echtelijke bed. "Ik heb de klokken van de kerk van Galmaarden gehoord", mompelde hij. "Manlief, dat komt ervan als ge zoveel trappist drinkt, dan gaat ge dromen als een pater", reageerde Marie. "Ga weer slapen!" Lode gehoorzaamde, maar minder dan een kwartier later zat hij opnieuw recht in bed. "Ik heb ze weer gehoord!" "Maar dat kan toch niet,” snauwde Marie, "die klokken zijn dertien jaar geleden gesmolten, die kùnnen niet meer luiden." "Er is iets,” zei Lode, "ik ga kijken…" En hij stapte uit de echtelijke sponde. Marie wierp zijdelings een blik op de wekkerradio: net geen kwart over één. Als Veng het niet te nauw nam met het sluitingsuur, zag ze haar Lode daar nog een paar Orvallen achterover slaan. "Ik ga mee!" besloot ze
Luttele minuten later liepen ze, snel aangekleed, het marktplein van Galmaarden op. Groot was hun verbazing: vanuit de Brusselstraat en de Nieuwstraat, uit de Bergstraat en de Kammeersweg, uit de richting van Sint-Paulus, van overal kwamen mannen, vrouwen, stellen, hier en daar zelfs een kind naar het plein. De ene schoorvoetend, de andere bijna rennend. Allemaal, zo bleek, hadden ze de klokken van de Sint-Pieterskerk gehoord. Groepjes dromden samen, er werd gepraat, gespeculeerd.
"Het is de geest van de kerk," zei een wakkere burger, "die niet akkoord gaat met de restauratieplannen van de gemeente." Die stelling ging al gauw als een lopend vuurtje (!) de menigte rond. "En hoe komt het dat er nog zo weinig over is van het geld van de verzekering?" riep plots iemand boven de hoofden uit, precies op het ogenblik waarop een lid van de meerderheid in het gezelschap van de burgemeester het plein bereikten. De burgemeester woonde te ver van de kerk, maar was verwittigd door het meerderheidslid, dat vlakbij woonde en door het tumult op het plein wakker was geworden. De almaar groeiende mensenmassa sloot zich rond het tweetal, dat aan het volk vroeg wat er gaande was.
"Maar wij hebben helemaal geen klokken gehoord!" reageerden de twee verbaasd. "Hoe kan dat?"
"Ik denk dat ik het weet…" Alle hoofden draaiden zich naar de richting waaruit die woorden kwamen. Een meisje van een jaar of twaalf-dertien. Ze zat op de schouders van haar vader. Veel mensen kenden haar al. Haar naam doet er niet toe, laten we haar Greta noemen. Middenmotertje op school, maar wat kon dat kind trompet spelen! En in de afdeling Woord van de academie blies ze iedereen van de sokken wanneer ze sprak. Dat zou zo meteen ook weer gebeuren. "Zeg het dan maar eens," daagde het lid van de meerderheid haar uit. "Ik denk," sprak het meisje kalm, "dat jullie simpelweg DOOF zijn voor bepaalde signalen." Seconden lang, terwijl de monden van het meerderheidslid en de burgemeester verbijsterd openvielen, bleef de stilte zinderen op het nachtelijke plein, maar toen brak het oorverdovend gebrul los waarmee de massa de woorden van het meisje bijviel.
Meteen nam het geluid weer af, want men had gezien dat de burgemeester zijn hand opstak. Maar nog terwijl men de oren spitste naar wat men dacht dat hij zou gaan zeggen, kwamen de waterstralen.
Niemand had ze gezien, maar onderweg naar het plein had de burgemeester, zich (wel) bewust van zijn macht als hoofd van de politie, wagens met waterkanonnen opgeroepen. Zijn opgestoken hand had niet het woord gevraagd maar was het teken geweest om de massa van het plein te spuiten!
Boven de paniek uit schreeuwde het mondige meisje, kletsnat vanop haar vaders schouders: "Het water heeft de kerk niet kunnen redden, het zal ook ons niet tegenhouden!"
De paniekerige toon van het geroep sloeg om in overwinningskreten, en de enige mensen die het plein verlieten waren de burgemeester en het andere meerderheidslid.
Van die nacht af kwamen de mensen week na week, zoals de Argentijnse dwaze moeders op de Plaza de Mayo, op het Marktplein bijeen.
Tot…auteur Jan Heyvaert

 

Delen op FacebookDelen op TwitterDelen op GoogleDelen op DeliciousDelen op DiggDelen op StumbleuponEmail ditMeer...
 
29 dec 2021
Marc Colpaert
Marc Colpaert
 
 
 
Terug
 

Meer Nieuws

Commerciƫle partners, advertenties en vacatures
Marc Colpaert | 15 nov 2024

archief