HERNE – Sprokkels uit de gemeenteraad van 25 maart 2015
Gedeeltelijke ontruiming begraafplaats Kokejane
Een gedeelte van de gemeentelijke begraafplaats van Kokejane dient op termijn ontruimd te worden. Daar waren de raadsleden het unaniem over eens. Die principiële beslissing komt er trouwens onder meer ook omdat gebleken is dat de begraafbare zone op de begraafplaats niet meer uitgebreid kan worden.
Op de begraafplaats liggen nu nog vele oude niet-geconcedeerde graven waarvan de grafrust ruimschoots overschreden is. Ook werden mettertijd voor bijbegravingen concessies aangevraagd voor veel eerder niet-geconcedeerde begravingen waardoor nu geconcedeerde en niet-geconcedeerde begravingen door elkaar liggen. Verder blijken op de begraafplaats ook meerdere graven en grafmonumenten aanwezig te zijn die verwaarloosd of onherkenbaar zijn. Om die redenen maar ook rekening houdend met de toekomstige capaciteitsbehoeften en de optimale benuttiging ervan bleek het dan ook nodig een gedeelte van de begraafplaats te ontruimen.
De ontruiming houdt in dat de niet-geconcedeerde graven na de wettelijke grafrust van 10 jaar worden verwijderd. Zo ontstaat dan een duidelijk onderscheid tussen de niet-geconcedeerde graven en die met een concessie. Wel wordt aan de naastbestaanden of andere belanghebbenden alsnog de mogelijkheid geboden een concessie aan te gaan. Het toekennen van een concessie gaat dan wel gepaard met een herbegraving naar een vak voorzien voor geconcedeerde graven. Alle kosten van de concessie en de overplaatsing vallen wel ten laste van die personen.
Voor de niet-geconcedeerde graven waarvan geen concessie wordt aangevraagd heeft de ontruiming wel tot gevolg dat zij verwijderd worden en zo nodig ontknekeld. Voor het uitvoeren van deze werken zal het gemeentebestuur een beroep doen op een gespecialiseerde firma.
De ontruiming zal bekend gemaakt worden conform de wettelijke bepalingen wat inhoudt dat gedurende één jaar een aanplakking aangebracht wordt voor de te ontruimen graven en aan de ingang van het kerkhof.
Wateroverlast als parameter in het Gemeentefonds
Naar het voorbeeld van Geraadsbergen hechtte de gemeenteraad zijn goedkeuring aan een motie om ook wateroverlast op te nemen als een parameter in het berekenen van de dotaties vanuit het Gemeentefonds naar de gemeenten toe.
De jongste jaren kreeg Herne een viertal keren erg te lijden onder wateroverlast en overstromingen. Hierdoor werden ook gezinnen vaak hard getroffen. Ook voor het bestuur brengen die overstromingen een zwaar financieel impact teweeg. Zo vergde dit gemiddeld 480 werkuren inzet van de gemeentelijke diensten evenals de aankoop van 1.000 gevulde zandzakjes à 2.970 euro, van twee stroomgroepen à 3.980 euro en van twee dompelpompen.
Aan de Vlaamse overheid wordt in de motie dan ook gevraagd om in het Vlaams gemeentefonds in de toekomst ook de overstromingsproblematiek als maatstaf op te nemen bij het berekenen van de verdeling van de dotaties.
Verjaring voetweg
De vrederechter van Herne sprak in een vonnis de 30-jarige verjaring uit aangaande de publiekrechterlijke erfdienstbaarheid van overgang opgenomen in de Atlas der Buurtwegen en gekend als voetweg nr. 59.
De gemeenteraad besliste nu dit vonnis voor te leggen aan de provinciale Bestendige Deputatie die de uiteindelijke beslissing moet nemen om de Atlas der Buurtwegen al dan niet aan te passen.
Programmatische Aanpak Stikstof
De gemeenteraad keurde ook een motie goed betreffende de uitvoering van de instandshoudingsdoelstellingen en de gevolgen van de Programmatische aanpak Stikstof (PAS), die meerdere landbouwers in de gemeente uitermate sterk in hun bestaansrecht treffen. Sommige zouden zelfs op termijn hun activiteiten drastisch moeten beperken of zelfs helemaal moeten staken.
In de motie voor de Vlaamse overheid dringt de gemeenteraad aan op zeven maatregelen. Zo zouden de huidige en zeer ruim afgebakende zoekzones zo vlug als mogelijke en alleszins tegen 1 juli 2015 moeten herleid worden tot meer realistische proporties en dit niet enkel op basis van ecologische potenties maar evenzeer rekening houdend met socio-economische factoren.
Ook gaat de motie voor het verlenen van een zo groot mogelijke rechtszekerheid op lange termijn aan de veehouderijen in de nabijheid van de bijzondere beschermingszones.
Er zou eveneens per habitatrichtlijngebied een transparante monitoring dienen uitgevoerd te worden om de gunstige staat van instandhouding vast te stellen en eens deze gunstige staat bereikt zouden de landbouwbedrijven vervolgens afdoende rechtszekerheid dienen te verkrijgen.
Ook nog vraagt de motie dat er meer werk zou gemaakt worden van de doorstroming van informatie naar de landbouwers, de lokale overheden en administraties toe.
Naast het onontbeerlijk flankerend beleid voor de zwaarst getroffen bedrijven onder code ‘rood’, zou er ook moeten gewerkt worden aan een aanpak van de ‘oranje’ gecodeerde bedrijven om reden de vooziene overgangsregeling niet werkbaar blijkt te zijn voor deze bedrijven. Zij zouden dan ook snel via de voorlopige PAS mogelijkheden dienen geboden te worden.
Verder wil de motie dat er ook voor andere sectoren die impact hebben op deze habitatrichtlijngebieden maatregelen genomen worden. De landbouwsector voelt zich thans immers duidelijk geviseerd en krijgt een resem verregaande maatregelen opgelegd terwijl andere sectoren buiten schot blijven.
En tenslotte stelt de motie ook dat er absoluut voldoende middelen dienen vrijgemaakt te worden om de inspanningen van de landbouwers te vergoeden.