HERFELINGEN – Coronaversie van jarige Drievuldigheidsprocessie kreeg warm onthaal
Ook dit jaar deed de Drievuldigheidsprocessie, in de volksmond ook wel de Kesterweg of de Paardenprocessie, in een afgeslankte coronaversie het centrum van Herfelingen aan. De processie, die steevast de eerste zondag na Pinksteren uitgaat, doet op haar route met begin en eindpunt Kester ook steeds de buurparochies Herfelingen en Oetingen oftewel de drie kerken van het voormalig Kestergewoud aan.
Gilde van het Paardenvolk
De nog steeds opgelegde beperkingen indachtig wist de Herfelingse dorpsgemeenschap met de fanfare De Ware Broeders de processie toch ook deze keer te voorzien van een warm onthaal. De 14 km lange bedevaartsommegang vertrok om 8u aan de St-Martinuskerk in Kester om zo via de St-Niklaaskerk in Herfelingen en de Sint-Ursmaruskerk in Oetingen rond de middag terug in Kester aan te komen. De organisatie gaat uit van de Gilde van het Paardenvolk. Die vereniging van paardenliefhebbers telt een honderdtal leden.
In zijn korte gelegenheidstoespraak gevolgd door een gebed legde federatiepastoor Kris Meskens het accent op ‘verjaren’. Geen toeval gezien in normale omstandigheden de Paardenprocessie 2021 in het teken zou gestaan hebben van een tweevoudig jubileum met enerzijds het 150-jarig bestaan van de Gilde van het Paardenvolk en anderzijds het 175-jarig bestaan van de Koninklijke Fanfare St-Martinus Kester. Pastoor Meskens: “Sommigen onder u hebben al meer dan 50 en zelfs 60 keer deze Kesterommegang meegemaakt. Als we denken aan al die jaren ommegang dan denken we ook en vooral aan de mensen met wie we deze ommegang deden. In gedachten wil ik dan ook samen met u tijd maken om terug te denken aan drie pijlers die er thans jammer genoeg niet meer bij zijn maar wel deze gebeurtenis intens mee hebben beleefd en ondersteund. Dit zijn Pierre Van Schepdael en de heel recentelijk overleden Michel Van Slambrouck en Jef Van Nimmen”.
Een eeuwenoud gebruik
De Drievuldigheidsprocessie is een eeuwenoud gebruik. Uit historische documenten blijkt dat de drie gemeenten tot aan het eind van het Ancien Régime zowel bestuurlijk als kerkelijk nauw met elkaar verbonden waren. Volgens de overlevering werd de processie ingesteld omdat het Gewoud van de pest gevrijwaard bleef.
De processie in haar traditionele samenstelling bestaat zo uit St-Martinus, de herauten en de bedelaar. Zij worden gevolgd door een kruisdrager als vertegenwoordiger van iedere parochie en twee standaarddragers. Daarna komt de ‘genadestoel’. Op de troon zetelt God de Vader met de keizerskroon. In zijn handen houdt hij het kruis vast met het lichaam van zijn dode Zoon. De H. Geest vindt men terug onder de vorm van een duif.
Dit jaar telde de processie geen devoot voetvolk en ook geen individuele ruitercombinaties en vertegenwoordigers van ruiterverengingen. Een welgekomen gast was de zon. Zij zorgde er voor dat her en der op het traject de ommegang toch mocht genieten van flink wat belangstelling.
Nog een jarige
Ook nog een jarige die toekeek op het gebeuren was Bunny, het reuzegrote oranje kunstbeeld van Nicolas Baeyens dat tien jaar geleden werd neergezet naast een rustbank onder een lindeboom op een pleintje in de schaduw van de kerktoren.
Bij de organisatoren en de vele sympathisanten is het nu alvast al hoopvol uitkijken naar toekomend jaar om de processie in al haar glorie, haar uitstraling en haar historische context terug volwaardig te kunnen beleven.