TERNAT in de vorige eeuwen : de gouden stater van de Nerviërs en de Romeinse sestercii aan de oude heirbaan

C21

TERNAT in de vorige eeuwen : de gouden stater van de Nerviërs en de Romeinse sestercii aan de oude heirbaan

Overzichtskaart_cai
 
Nervische_stater_epsylontype_andere_kant_gallie3-300x148
Gouden stater van de Nerviërs
Stater_philippus_andere_kant
Stater van Philippus
Valarianus_i_sestercie
Sestercie van Valerianus I
Fibula_met_kruis_op_ronde_vergulde_ondergrond__uiteinden_4
Fibula met kruis op ronde vergulde ondergrond
 
De oudste historische vondsten van Ternat werden gedaan tussen de Essenestraat en de Assesteenweg. Daar vond men een gouden stater van de Nerviërs (eerste en tweede eeuw  voor Christus) en twee Romeinse sestertii en een bronzen munt  (CAI ID 150750 op de kaart).  Een andere vondst uit de Romeinse periode werd gedaan in het natuurgebied op het einde van de  Steenvoordestraat, in het zogenaamde Niedelsbos. Hier werden bij het vellen van bomen acht bronzen fibulae (spelden om mantels dicht te houden) van verschillende types aangetroffen. Mogelijk gaat het hier om een Romeins grafveld (CAI ID 3259 op de kaart).
Ten tijde van de verovering door Julius Caesar woonden tussen de Schelde en de Samber, de Nerviërs. De stam beheerste een belangrijke sector van de grote handelsweg van Keulen naar Amiens. De houtwallen die Caesar beschrijft wijzen erop dat het gebied waar hij toen doortrok (zoals de Assesteenweg, de oude romeinse heirbaan) intensief in cultuur gebracht was. Voor de Romeinse tijd kenden de Nerviërs vier oppida (op een hoogte gelegen versterkingen) : Asse, Elewijt, Binche en Blicquy. De meeste oppida hadden geen grote permanente bevolking. Het waren goed verdedigbare vluchtoorden, waar de plattelandsbevolking in een tamelijk wijde omtrek zich schuilhield wanneer een vijandelijk leger hun grondgebied teisterde.
Aan het einde van de 4de eeuw voor Christus, maakt het gemunt geld zijn intrede op Gallisch grondgebied. Op dat ogenblik verhuurden namelijk veel Galliërs hun diensten als krijgers te paard of te voet aan de grote oorlogsheren van het Middellandse Zeegebied. Hun soldij werd uitbetaald in goudmunten, een nieuw betaalmiddel voor hen. De Gallische elites zagen al snel het belang in van geld: als rekeneenheid, betaal- en spaarmiddel, maar ook als bevoorrechte drager van een afbeelding van hunzelf en als bron van prestige voor diegene die het geld mocht uitgeven.
In het begin van de 3de eeuw voor Christus werden de eerste Gallische munten geslagen. Het zijn aanvankelijk imitaties van Griekse, voornamelijk Macedonische munttypen. Vooral de internationaal befaamde gouden stater van Filips van Macedonië wordt nagebootst. De eerste Gallische staters hebben hetzelfde formaat, gewicht (8,6 gr), beeldenaar en zelfs omschrift als het origineel.
De sestertie (Latijn sestertius) werd gebruikt tijdens de eerste 260 jaar van het Romeinse Keizerrijk. Door hun grote formaat,  leenden deze munten zich uitstekend voor het uitbeelden van bijzondere gebeurtenissen en voor propagandadoeleinden. De mooiste exemplaren werden geslagen tijdens de eerste twee eeuwen van het Romeinse keizerrijk. De sestertie was tevens een belangrijke rekeneenheid in de Romeinse tijd: vooral grote bedragen werden in de regel in sestertii uitgedrukt.
De fibula (doekspeld of mantelspeld) was handig om mantels en andere kledingstukken (zoals de toga) op de schouder te bevestigen. Romeinse vrouwen droegen een stola boven hun tunica. Deze stola werd vastgebonden met een fibula. Het is dus de voorloper van de sluitspeld of knoop. Ook de Grieken gebruikten fibulae voor hun peplos.

 

Delen op FacebookDelen op TwitterDelen op GoogleDelen op DeliciousDelen op DiggDelen op StumbleuponEmail ditMeer...
 
28 okt 2016
Guido Van Cauwelaert
 
 
 
Terug
 

Meer Nieuws

Guido van Cauwelaert | 19 apr 2024
Guido van Cauwelaert | 14 apr 2024
Guido van Cauwelaert | 14 apr 2024
Guido van Cauwelaert | 12 apr 2024
Commerciële partners, advertenties en vacatures
Guido van Cauwelaert | 10 apr 2024
Guido van Cauwelaert | 07 apr 2024
Guido van Cauwelaert | 04 apr 2024
Guido van Cauwelaert | 22 mrt 2024

archief