TERNAT - Frans Dumong brengt een nieuwe verhalenbundel uit
Denkend aan vroeger’ heet de prachtige bundel Ternatse geschiedverhalen van Frans Du Mong, auteur van onder andere ‘Pangaardse Verhalen’ en ‘De Duivelsweg zonder einde en andere Ternatse verhalen’.
Hij noemt ze zelf “waar-achtig”. Het is fictie maar gebaseerd op werkelijk bestaande of historische personen, plaatsen, feiten en gebeurtenissen, die een belangrijke rol hebben gespeeld in het leven van onze voorouders. Die personages brengt hij in zijn verhalen weer tot leven en hij dompelt je onder in de sfeer van het Ternat van vroeger. “Ik probeer door te dringen tot het hart en de ziel van de rasechte Ternattenaar”, zegt Frans. Elk verhaal is voorafgegaan, soms tevens gevolgd, door enkele historische, heemkundige, folkloristische of biografische gegevens, waardoor ook het belang van het verhaal tot uiting wordt gebracht.
Geboren Ternattenaar
Frans Du Mong (°1935) is een geboren Ternattenaar. Hij behaalde het diploma Germaanse Filologie rn ging aan de slag als leraar Nederlands en Engels aan het Heilig-Hart-college van Ganshoren en werd vanaf 1965 ook docent aan de avondschool Lethas (Leergangen voor Taal- en Handelsstudie). Deels met Fernand Bruffaerts, oud-leerling van het Heilig-Hartcollege en docent in Luik stelde hij ook diverse schoolboeken en naslagwerken samen.
Historische speurneus
In 1997 ging hij met pensioen en meteen kreeg hij volop de tijd om zich met zijn andere passie bezig te houden: de plaatselijke geschiedenis, heemkunde en folklore. Als lid van de Commissie Erdgoed van de Cultuurraad werkt hij mee aan de organisatie van Open Monumentendagen en Erfgoeddagen, waarvoor hij meestal een zeer gedocumenteerde brochure samenstelde. Hij schreef ook een boek over de betekenis van de honderd tweeëntachtig namen van straten, lanen en pleinen van de gemeente.
In 2005 volgde “De laatste getuigen van de Tweede Wereldoorlog in Ternat”. Daarvoor ondervroeg hij tientallen mensen. Hij schetst in het boek een beeld van het dagelijkse leven, de angsten en problemen tijdens de oorlog en de eerste jaren erna.
Volkse verteller
Maar Frans leeft zich vooral uit en laat zijn verbeelding de vrije loop in zijn verhalen waarin hij een eigen beeld creëert van zijn dorp en de wereld rondom . Als kind reeds had hij de smaak van vertellen, fantaseren en schrijven te pakken. Hij was amper twaalf toen hij een bundel samenstelde: verhalen uit een kinderbijbel die hij met eigen fantasie invulde en kleurde. Later schreef hij verhaaltjes of vervolgverhalen in het blad van de Ternatse Cultuur- en Heemkring Sint-Gertrudis en in het ledenblad van de Wandelclub Kruikenburg.
Pangaardse verhalen
Voor de Landbouwraad beschreef hij het uitgestippelde Landbouwleerpad – ongeveer dertig kilometer lang, langs diverse grote landbouwbedrijven – dat hij de naam ‘De Pangaard’ gaf en dat op 12 september 1999 officieel werd geopend. Om zo’n fiets- of wandeltocht aantrekkelijk te maken, fantaseerde hij rond elk van de tien landbouwbedrijven een passend verhaal. Soms is er een kern van waarheid aanwezig en laat hij het voorkomen dat hij de verhalen opgetekend heeft uit de mond van oudere bewoners, maar in werkelijkheid heeft hij ze allemaal zelf uitgevonden. Zo ontstond de bundel Pangaardse verhalen (2001). Het zijn sagen rond een persoon, een gebouw, een gebeurtenis. Het zijn ‘waar-achtige’ verhalen waarin de auteur duikt in de ‘historische docufictie’,
Duivelsweg zonder einde
In 2012, als een zeer geslaagd vervolg op de verhalenbundel Pangaardse verhalen, verscheen De Duivelsweg zonder einde en andere Ternatse verhalen. Ook daarin duikt de auteur in de ‘historische fictie’. Het titelverhaal ‘De Duivelsweg zonder einde’ handelt over een strijd tussen Julius Caesar en de Terrae Nattae, de inwoners van Ternat die worden bijgestaan door de Noord-Germaanse godin Brünhilde, naar aanleiding van de bouw van een heirbaan dwars door het latere Ternat.
Ook in zijn andere verhalen gaat Du Mong terug in de tijd. Hij verhaalt over Sint-Gertrudis die de ratten van de Borredam verjoeg, waardoor de bron die er ontsprong niet langer de Helleput, maar de Sint-Gertrudisborre werd genoemd. Hij voert historische figuren op zoals graaf de Lichtervelde, burgemeester Verbrugghen, dokter Poodt en pastoor Lascabanne, die redetwisten over de oor-sprong van de kruiken ven Kruikenburg: een waterburcht in een prachtige omgeving en sedert het jaar 1938 eigendom van de Broeders van de Christelijke Scholen. Andere sagen hebben als titel ‘De heks van De Plank’,‘De cyclaam van De Kleem’, ‘Van de boze zwarte bosuil met de grote gele bek’, en het, volgens de auteur zelf, gedurfde verhaal ‘Over lambiek en geuze en hoe ze aan hun naam kwamen’. Onlangs puliceerde hij nog De Waterheren van Ternat, een volks geschiedverhaal, waarin hij aantoont waarom de Ternattenaren ‘Waterheren’ worden genoemd.
Denkend aan vroeger
En nu heeft hij dus een nieuw verhalenboek. In Denkend aan vroeger vind je een tiental Ternatse verhalen met o.a. titels als: ‘Tussen Kerk en Kruikenburg’,‘Piëke Verreweg, de weerwolf van ’t Quaed-gat’, ‘Liefde en dood in de bunker’, en diverse andere.
De bundel werd deze keer niet op papier uitgegeven. Je vindt hem terug op de website van de gemeente Ternat onder de rubriek Erfgoed (in de bijlagen).
Het eerste verhaal van dit boek draagt als titel: ‘Tussen Kerk en Kruikenburg’. Men kan het ook ‘De dood van een Waterheer’ noemen. Het handelt immers over de stervende graaf Philip-Frans de Fourneau de Cruyckenbourg, die tijdens de laatste uren van zijn leven, de bijzonderste momenten ervan als in een droom ziet voorbijgaan. Tegelijkertijd wordt een aantal belangrijke periodes over het ontstaan en de geschiedenis van Ternat geëvoceerd, heel specifiek over het kasteel Kruikenburg en de Sint-Gertrudiskerk. Het is een soort van zich in-leven in de tijd van toen met al zijn gloriemomenten, maar ook met al zijn misères, noem ze pest, hongersnood en oorlog.
Drie bekoorlijke legenden handelen over de patroonheiligen van onze Ternatse deelgemeenten met name over de Heilige Katharina van Lombeek en het katrienewiel, over de heilige Gertrudis van Ternat en het tracé van de spoorweg en over de heilige Remigius van Wambeek en het bestaan van een bizar botrestje van hem. Alle drie hebben ze de kracht bepaalde ziekten te genezen en moei-lijke omstandigheden te overbruggen.
Maar er is ook een verhaal over de heilige Carolus Borromeüs, naar wie het Woon-Zorgcentrum van Sint-Katharina-Lombeek genoemd werd. Ook de toenmalige Lombeekse politiek neemt een behoorlijke plaats in beslag. .
Daartegenover staat het authentieke verhaal van Piëke Verreweg, een weerwolf die in het begin van de vorige eeuw in Ternat een vreesaanjagende rol heeft gespeeld. Tientallen geheimzinnigheden!!! Als uniek aanhangsel van dit verhaal ontdek je: De volledige, originele en roemvolle Ternatse paardenpaternoster met aansluitend De Litanie van Tante Mergoem.
Twee gebeurtenissen die niet in de geschiedenis van Ternat kunnen worden vergeten, zijn de aanleg van de spoorweg, den à-vapeur, en de oprichting van de wekelijkse markt, de marché hebdomadaire. Ook zij verdienen terecht in de herinnering te worden opgeroepen.
En ten slotte en dichterbij in de tijd is er de romantische, maar op tragische wijze geëindigde liefdesgeschiedenis van een meisje van bij ons en haar jonge Duitse officier tijdens de Tweede Wereldoorlog in de Bieshoop.
Contact : fransdumong@skynet.be
Zie ook :
Frans Du Mong krijgt TERNATSE cultuurprijs
De Waterheren, een erenaam voor de burgers van TERNAT