GERAARDSBERGEN - Museum ’ t Aloam met themadag rond Karel Rosier
Zondag, 10 juli, werd in ’t Museum ’ t Aloam nav hun 10 jarig bestaan een themadag rond Karel Rosier , zijn houtsneden en zijn drukprocedé gehouden. De familie Rosier heeft namelijk de drukpers van Karel aan het museum geschonken. De organisatoren mochten méér dan 100 bezoekers verwelkomen.
Dit is nogmaals een bevestiging hoe Geraardsbergse kunstenaars als Karel Rosier én ambachten uit vorige eeuw nog steeds tot de verbeelding spreken.
Karel maakte immers houtsneden om zijn gedichten te illusteren. Voor verspreiding op meerdere exemplaren moest Rosier zich een nieuwe techniek eigen maken: die van de houtsnede. Toen hij zich een drukpers kon aanschaffen begon het rusteloze zoeken opnieuw. De veelzijdigheid van een houtsnede is in lijnrechte tegenstelling tot die van schilderen van aquarellen waar Karel ook een meester in was. De houtsnedetechniek is hard en droog en onverbiddelijk: men snijdt in het houtblok datgene weg wat niet afgedrukt wordt en dus wit blijft: wat in reliëf blijft staan wordt zwart op het papier afgedrukt.
houtsneden
De houtsnede spreekt dus in contrasterende witte en zwarte vlekken, al dan niet vergezeld van arceringen voor de licht- en schaduwnuances. Wil men op die synthetische manier een onderwerp laten spreken dan is flinke voorstudie en preciese uitvoering een sine qua non: het mes moet aan het houtblok zijn maximum zeggingskracht opleggen. Weinige xylografen hebben echte hoogtepunten bereikt en van vele erkende houtsnijders zijn zeker niet alle houtsneden “gelukt”. Het houtsnijwerk van Rosier, verschenen in het reclameblad “Contact (1960)” is geen grote kunst. Het zijn kleine houtsneden die als oefeningen/experimenten kunnen beschouwd worden. Vergelijkt men echter het werk uit de zestiger jaren met dit van “Naer ‘t leven (1978)” dan valt op welke vooruitgang er gemaakt is, niet alleen op technisch vlak, maar ook op gebied van aanvoelen van de mogelijkheden van het houtblok.