BEERSEL - Poëzieparkoer wacht op droger weer
Druipnat, die voetmat. Kerngezond, die tochthond!
Voorzie u zelf van een tochthond op een glibberig ParKoers, zoals de Beerselaars op hun Poëzie Parkoers 2024. Zeven kilometer lang, alle verhoudingen in acht genomen, toch een tocht door berg en dal. Mag dus ook met hond, ook al is die enkel denkbeeldig. Als zelfs de wolken de buien niet meer zien hangen, kan je er stapsgewjs aan beginnen.
Dezer dagen zeker de gouden raad van elke parkoers verkenner van elke grote en kleine wandel-, stappers-, natuurvrienden- en erfgoedgetrouwenclub of -gezelschap absoluut in acht nemen: "aangepast schoeisel". Ik herhaal: AANGEPAST. Dus lekvrije rubberlaarzen.
De tocht leidt immers deels door de meest onherbergzame landwegen die als onzalige relicten het Beerselse landschap gelukzalig geweld aandoen. In het dal zijn ze verzopen voorgeborgtes van de nabij kronkelende Zenne die voluptueus op het randje van overvloeien meandert, wijl de weilanden al zijn omgetoverd tot troosteloze plassen. De autoweg zoemt in de achtergrond constant als een Amerikaanse bommenwerper op weg naar een opdracht richting al in puin geschoten Duitse steden, tientallen jaren geleden.
Dit alles kan de rechtgeaarde poëzieliefhebber niet van zijn of haar stuk brengen: Het huiselijk geluk wordt onderweg in vlekkeloos eenvoudig of ambitieus meerbodemig Nederlands beleden.Veelal hunkert de dichter(es) naar de woonst waar hij of zij door de zachtgeaarde partner zal worden gekoesterd. Om bij te watertanden?
Ja, er leeft nog gewoon geluk in talloze Beerselse woonsten waar de dichter(es) ongestoord orde of chaos mag scheppen.
Zelf viel ik voor de poëtische charmes van Eva Pieters (gedicht 35) die haar geluk niet de baas kan als de trouwe tochthond haar bij thuiskomt verwelkomt. Het meest grappige van alle schrijfsels, en dat verdient voor mij een PRIJS. Een emotionele voltreffer.
Mijn regenvrije namiddag sloot ik wel af op de eigen voetmat en die werd geleidelijk druipnat. Die mat was het plots zat.