Regio - Zoniën wordt minder Beukenbos
Het Zoniënwoud, dat verspreid ligt over de 3 gewesten (Brussel, Vlaanderen en Wallonië), is bekend om zijn beukenkathedralen: rijen kaarsrechte beuken die als het ware een kathedraal vormen. Ooit namen beuken 70 procent van het Zoniënwoud in. Maar het Brussels Gewest wil ongeveer een derde van de beuken op zijn grondgebied vervangen door andere bomen. Dat staat te lezen in het beheerplan voor het Zoniënwoud 2019-2042 dat het gewestelijk milieuagentschap Leefmilieu Brussel heeft opgesteld.
""Beuken hebben oppervlakkige wortelstelsels", aldus het departement Bos bij Leefmilieu Brussel. "Ze zitten niet zo diep verankerd in de grond en halen het water dat ze nodig hebben uit de bovenste grondlagen. In lange, droge zomers zoals die er in de toekomst allicht meer zullen zijn, dreigen de bomen dan ook uit te drogen. Bovendien kunnen ze tot 45 meter hoog worden en vangen ze veel wind. Dat maakt hen bijzonder kwetsbaar voor stormen, die in de toekomst vaker zullen voorkomen. Veel beuken zullen op een dag gewoon omwaaien."
Het vervangen van de beukenbomen zal geleidelijk gebeuren, over een periode van 24 jaar. Zo zal het uitzicht van het bos niet al te veel veranderen. De meeste bomen zullen vervangen worden door wintereiken.
"Overdreven"
Professor Martin Hermy, expert bosbeheer aan de KU Leuven, vindt de aanpak van het Brussels gewest overdreven. "Als beuken op goede leemgrond staan, dan zijn zij perfect bestand tegen klimaatverandering. De bodem van het Zoniënwoud bestaat voor minstens 80 procent uit leem. Er is dus geen reden om daar op grote schaal beuken te vervangen. Op plaatsen waar de leem volledig uitgedroogd is of waar de bodem uit zand bestaat, is het wel verstandig om beuken te vervangen door eikenbomen, omdat hun wortels dieper groeien. Maar de meeste beuken kunnen gerust blijven staan."
Biodiversiteit
Brussel is niet het enige gewest dat beuken in het Zoniënwoud wil vervangen door andere boomsoorten. Ook Vlaanderen wil dat doen. Maar wel vanuit een andere bekommernis. Vlaanderen denkt niet zozeer aan de gevolgen van klimaatverandering, maar wel aan het bevorderen van de biodiversiteit. Wat trouwens ook in de motivering van het Brussels Gewest meespeelt.
"Hoe meer boom- en plantensoorten er in een bos zijn, hoe beter het gewapend is tegen ziekten en plagen. Schimmels en insecten die ziekten veroorzaken, kiezen meestal één bepaalde boomsoort uit. Als een bos alleen maar uit die soort bestaat, dan dreigt het in geval van ziekte volledig te verdwijnen. In een bos met meerdere soorten, kunnen andere soorten de plaats innemen van bomen die verdwijnen. Zo blijft het bos bestaan." Besluit de professor. Bron: VRT Nieuwsdienst.