GERAARDSBERGEN - Massale belangstelling voor Krakelingenfeest met als thema ‘Hoog bezoek’ en ‘25 jaar Krakelingencomité’
De Krakelingenstoet had dit jaar als thema ‘Hoog bezoek’ en ‘25 jaar Krakelingencomité’. Heel wat interessante figuren uit een ver en nabij Geraardsbergs verleden werden uitgebeeld.
Voor het eerst openden de Geraardsberse reuzen de stoet, waarna de Keltische rituelen met de vier elementen: brood , vis, wijn en vuur uitgebeeld werden.
Nadien passeerde het ‘Hoog bezoek’ de revue. Alles begon met de stichting van de stad en zijn uit 1068 daterende vrijheidskeure en de bevestiging ervan in 1201 door Boudewijn IX. In 1381 bestormt Walter Van Edingen de stad en werd de hongerige bevolking uitgebeeld.
Een volgend tafereel in de stoet was de graaf van Vlaanderen, Lodewijk Van Maele en zijn gevolg. Daarna werd het bezoek in 1454 aan de Sint-Adriaansabdij van de Franse dauphin, de latere Lodewijk XI, uitgebeeld.
Anno 1 516 bracht Keizer Karel en de orde van het Gulden Vlies en in 1600 kwamen de aartshertogen Albrecht en Isabella langs. Zij kochten hier het schilderij “De aanbidding der wijzen” van Jan Gossaert, een meesterwerk dat in de Sint- Adriaansabdij hing.
Kardinaal Frankenberg een bezoekt het Geraardsbergse hospitaal in 1783 . Met het bezoek van Willem I van Oranje en de morrende bevolking in 1829 werd de stoet verder gezet.
In 1896 kwam Priester Daens voor een verkiezingsmeeting in Moerbeke langs en in 1922 woont Generaal Lavigne-Delville de inhuldiging van het oorlogsmonument op het Stationsplein bij.
Met de voorbereiding van het koninklijk bezoek eindigde het thema ‘Hoog bezoek’.
De stoet werd zoals elk jaar afgesloten met de overgang van de winter naar de lente. Dit jaar werd ook echter het 25-jarig bestaan van het Krakelingencomité extra in de kijker gezet. De grondleggers van het comité waren ere – schepen Eric Spitaels, Geert Van Bockstaele, Anne-Marie Van en Herrewegen en Louis De Cock.
Aan het einde van de stoet trokken de druïden, de deken, het stadsbestuur, de broodmandendragers en de toeschouwers richting Oudenberg voor de Krakelingenworp. Eerst werden de krakelingen in de kapel op de Oudenberg door de deken gezegd.
Daarna was het tijd voor de visjesdronk. De deken, de burgemeester , de schepenen en gemeenteraadsleden dronken uit een 400 jaar oude kelk een slok wijn met een visje er in. Dit ritueel werd gevolgd door de eigenlijke krakelingen of in de volksmond ‘Mastellen’ worp. De notabelen gooiden zo’n 6.000 mastellen aanwezige publiek in. Eén ervan bevatte een briefje dat recht gaf op ‘De Gouden Krakeling’ , een juweel in de vorm van het beroemde broodje. Dit jaar werd ‘De Gouden Krakeling’ gevangen door Linda Vandenhaute uit Zarlardinge.
‘s Avonds keede de menigte dan terug naar de Oudenberg voor Tonnekensbrand, het feest van het vuur. Om 20 uur werd een pekton aangestoken om de winter te verjagen en de lente te verwelkomen terwijl volksdansers voor de sfeer zorgden. Sommige deelgemeenten beantwoorden het Tonnekensbrand met een lokaal vuur het Walmkebrand.