Levensloop van Noel Rogghe 100 jaar uit SINT-PIETERS-LEEUW

C21

Levensloop van Noel Rogghe 100 jaar uit SINT-PIETERS-LEEUW

Img_0006
 
Img_0001
 
 100 jaar geleden, op 18 december, werd Noël Rogghe geboren in een huisje aan de Kortrijkse baan in Wevelgem. Hij groeide er op, samen met zijn vijf zussen. Toen hij 14 jaar was, moest hij de school verlaten om te gaan werken in een textielfabriek.
Noël was 1 5 jaar toen de tweede wereldoorlog begon. Hij zag hoe de Duitse vliegtuigen het vliegveld van Wevelgem bombardeerden. 
Op 18-19-jarige leeftijd moest hij voor de Duitse bezetter werken aan hun verdedigingslinies. Om daaraan te ontsnappen trok hij in 1943 naar Frankrijk. In een dorpje in Normandië werkte hij op een boerderij. Hij maakte van dichtbij de landing en de opmars van de geallieerd' troepen mee. Ondertussen was, iets meer dan 18 jaar na hem, zijn broer geboren waarvan hij peter werd.  Na de oorlog koos Noël ervoor om bij de Britse Royal Navy matroos te worden (het Belgisch leger had toen nog geen eigen zeevloot). Daarna kon hij weer aan de slag in de textielfabrieken in Wevelgem. O
p voorstel van zijn nonkel, begon hij later als rondreizende onderhoudstechnieker bij een Brusselse firma. Zijn ontmoeting met Maria Cottyn op Wevelgem-kermis was bepalend voor zijn verdere leven. Ze trouwden in Wevelgem op 4 juni 1949 en kwamen naar Brussel wonen, op een appartementje in Sint-Agatha-Berchem. In 1950 werd hun oudste zoon Marc geboren, in 1951 zoon Luc en in 1952— op kerstdagzoon Noël. In 1953 kreeg het gezin de kans om een, toen nieuwe, sociale huurwoning te betrekken in de Meibloemstraat in Sint-Pieters-Leeuw. In 1954 werd zoon Guido geboren, in 1956 zoon Hugo en in 1957 zoon Patrick.
Moeder Maria had haar handen vol met dat huishouden! Vader Noël, die ondertussen avondschool had gevolgd in de 'Arts et Métiers', werd aangenomen in de afdeling 'Mekaniek' van de toenmalige 'Bank van Brussel'. Tot aan zijn pensioen bleef hij in Brussel (en ook in de rest van het land) werken aan het onderhoud van de verschillende machines (reken- en schrijfmachines, drukmachines, ponskaartenmachines) welke gebruikt werden in de bank, die later van naam veranderde in 'BBL-Bank Brussel Lambert' en nadien 'ING'.
In het Negenmanneke was Noël, als gewezen kajotter, actief in het parochiale leven: hij was betrokken bij de bouw van het parochiecentrum (met pastoor Vendelmans), bij de Vlaamse kermissen en bij de schoolfeesten van de Sint-Stevensschool waar hij de muziek verzorgde.
Hij was secretaris van de Bond van Kroostrijke Gezinnen en geëngageerd bij KWB en Davidsfonds. Intussen liet hij ook het huis bouwen in de Reysveldweg, waar het gezin zijn intrek nam in de winter van 1963-1964. Met vrouw en kinderen ging Noël jaarlijks naar de kerstfeesten van de bank en van de Westvlamingenbond, en iedere zomer brachten ze 14 dagen door in het hotel van de bank op de Zeedijk in Middelkerke. Stilaan gingen de zonen één voor één het huis uit.
Zij vonden elk een lieftallige vrouw waarmee ze trouwden, en zo kregen Noël en Maria er nog eens 11 kleinkinderen bij. Noëls' beroepscarrière bij de bank eindigde in 1985. Vanaf dan had hij volop tijd om samen met Maria naar andere oorden te trekken: in 1986 bezochten ze de families die (voor de oorlog) uitgeweken waren naar de Verenigde Staten; ze reisden in verschillende Europese landen, leerden de wintersportcentra kennen en ontdekten ook de zonnige eilanden van Spanje, Portugal, Griekenland... In de jaren '90 zette Noël zich onafgebroken in als vrijwilliger bij het OCMW voor het vervoeren van minder mobiele personen. En vanaf de opening van het Negenhof werd hij er een vaste barkeeper. In juni 2002 kreeg het echtpaar Noël en Maria een zware klap: de oudste zoon Marc werd als toeschouwer bij een autorally aangereden en overleed bijna onmiddellijk. Van dan af ging het ook bergaf met de gezondheidstoestand van Maria: haar geheugen liet haar steeds meer in de steek, en Noël zag zich genoodzaakt zijn activiteit in het Negenhof op te schorten.
Dag in dag uit, zeven dagen op zeven, bleef hij aan de zijde van zijn vrouw; hij wenste uitdrukkelijk dat ze thuis kon blijven en verzorgde haar tot de laatste dag. Ze overleed in de zomer van 2009, thuis. Daarna kwam Noël opnieuw tussen de mensen en hernam hij zijn bezigheid als barman in het Negenhof, taak die hij tot op vandaag met veel toewijding vervult.
Hij onderhoudt nog steeds eigenhandig zijn woning en rijdt wekelijks met de auto naar de supermarkt of andere winkels om zijn boodschappen te doen. Om in conditie te blijven maakt hij geregeld flinke wandelingen en klimt hij op zijn hometrainer. Noël blijft gepassioneerd door alles wat techniek en technisch is. Hij houdt — nog steeds — van de warme contacten met andere mensen en — zoals hij zelf zegt - hij "neemt het leven zoals het is".00 jaar geleden, op 18 december, werd Noël Rogghe geboren in een huisje aan de Kortrijkse baan in Wevelgem.
Hij groeide er op, samen met zijn vijf zussen. Toen hij 14 jaar was, moest hij de school verlaten om te gaan werken in een textielfabriek. Noël was 1 5 jaar toen de tweede wereldoorlog begon. Hij zag hoe de Duitse vliegtuigen het vliegveld van Wevelgem bombardeerden. Op 18-19-jarige leeftijd moest hij voor de Duitse bezetter werken aan hun verdedigingslinies. Om daaraan te ontsnappen trok hij in 1943 naar Frankrijk. In een dorpje in Normandië werkte hij op een boerderij. Hij maakte van dichtbij de landing en de opmars van de geallieerd' troepen mee.
Ondertussen was, iets meer dan 18 jaar na hem, zijn broer geboren waarvan hij peter werd.  Na de oorlog koos Noël ervoor om bij de Britse Royal Navy matroos te worden (het Belgisch leger had toen nog geen eigen zeevloot). Daarna kon hij weer aan de slag in de textielfabrieken in Wevelgem. Op voorstel van zijn nonkel, begon hij later als rondreizende onderhoudstechnieker bij een Brusselse firma. Zijn ontmoeting met Maria Cottyn op Wevelgem-kermis was bepalend voor zijn verdere leven. Ze trouwden in Wevelgem op 4 juni 1949 en kwamen naar Brussel wonen, op een appartementje in Sint-Agatha-Berchem. In 1950 werd hun oudste zoon Marc geboren, in 1951 zoon Luc en in 1952— op kerstdagzoon Noël. In 1953 kreeg het gezin de kans om een, toen nieuwe, sociale huurwoning te betrekken in de Meibloemstraat in Sint-Pieters-Leeuw. In 1954 werd zoon Guido geboren, in 1956 zoon Hugo en in 1957 zoon Patrick. Moeder Maria had haar handen vol met dat huishouden! Vader Noël, die ondertussen avondschool had gevolgd in de 'Arts et Métiers', werd aangenomen in de afdeling 'Mekaniek' van de toenmalige 'Bank van Brussel'.
Tot aan zijn pensioen bleef hij in Brussel (en ook in de rest van het land) werken aan het onderhoud van de verschillende machines (reken- en schrijfmachines, drukmachines, ponskaartenmachines) welke gebruikt werden in de bank, die later van naam veranderde in 'BBL-Bank Brussel Lambert' en nadien 'ING'. In het Negenmanneke was Noël, als gewezen kajotter, actief in het parochiale leven: hij was betrokken bij de bouw van het parochiecentrum (met pastoor Vendelmans), bij de Vlaamse kermissen en bij de schoolfeesten van de Sint-Stevensschool waar hij de muziek verzorgde.
Hij was secretaris van de Bond van Kroostrijke Gezinnen en geëngageerd bij KWB en Davidsfonds. Intussen liet hij ook het huis bouwen in de Reysveldweg, waar het gezin zijn intrek nam in de winter van 1963-1964. Met vrouw en kinderen ging Noël jaarlijks naar de kerstfeesten van de bank en van de Westvlamingenbond, en iedere zomer brachten ze 14 dagen door in het hotel van de bank op de Zeedijk in Middelkerke. Stilaan gingen de zonen één voor één het huis uit.
Zij vonden elk een lieftallige vrouw waarmee ze trouwden, en zo kregen Noël en Maria er nog eens 11 kleinkinderen bij. Noëls' beroepscarrière bij de bank eindigde in 1985. Vanaf dan had hij volop tijd om samen met Maria naar andere oorden te trekken: in 1986 bezochten ze de families die (voor de oorlog) uitgeweken waren naar de Verenigde Staten; ze reisden in verschillende Europese landen, leerden de wintersportcentra kennen en ontdekten ook de zonnige eilanden van Spanje, Portugal, Griekenland... In de jaren '90 zette Noël zich onafgebroken in als vrijwilliger bij het OCMW voor het vervoeren van minder mobiele personen.
En vanaf de opening van het Negenhof werd hij er een vaste barkeeper. In juni 2002 kreeg het echtpaar Noël en Maria een zware klap: de oudste zoon Marc werd als toeschouwer bij een autorally aangereden en overleed bijna onmiddellijk. Van dan af ging het ook bergaf met de gezondheidstoestand van Maria: haar geheugen liet haar steeds meer in de steek, en Noël zag zich genoodzaakt zijn activiteit in het Negenhof op te schorten. Dag in dag uit, zeven dagen op zeven, bleef hij aan de zijde van zijn vrouw; hij wenste uitdrukkelijk dat ze thuis kon blijven en verzorgde haar tot de laatste dag. Ze overleed in de zomer van 2009, thuis.
Daarna kwam Noël opnieuw tussen de mensen en hernam hij zijn bezigheid als barman in het Negenhof, taak die hij tot op vandaag met veel toewijding vervult. Hij onderhoudt nog steeds eigenhandig zijn woning en rijdt wekelijks met de auto naar de supermarkt of andere winkels om zijn boodschappen te doen.
Om in conditie te blijven maakt hij geregeld flinke wandelingen en klimt hij op zijn hometrainer. Noël blijft gepassioneerd door alles wat techniek en technisch is. Hij houdt — nog steeds — van de warme contacten met andere mensen en — zoals hij zelf zegt - hij "neemt het leven zoals het is".
Zijn gezin groeide met 6 jongens, 11 kleinkinderen en 23 achterkleinkindern 
 
Delen op FacebookDelen op TwitterDelen op GoogleDelen op DeliciousDelen op DiggDelen op StumbleuponEmail ditMeer...
 
21 dec 2024
Marc Sluys
 
 
 
Terug
 

Meer Nieuws

Marc Sluys | 17 dec 2024
Hugo Devillé | 17 dec 2024
Commerciële partners, advertenties en vacatures
Marc Sluys | 07 dec 2024

archief