BRUSSEL/ BEERSEL - Tweetaligheid blijft wel degelijk vereist
“Het FDF neemt z’n wensdromen voor werkelijkheid wanneer men communiceert dat niet alle Brusselse ambtenaren nog tweetalig moeten zijn. Dat is en blijft een wettelijke vereiste voor indiensttreding”, zegt Weyts, “alleen spijtig dat de Brusselse gemeenten, en in de eerste plaats de gemeenten bestuurd door FDF’ers, daar hun laars aan lappen. Het is nogal kras om nu triomfantelijk te zwaaien met de wetgeving die men zelf nooit heeft nageleefd”.
Het eerste artikel (art.8) waarvan delen worden vernietigd, handelt over het schriftelijke examen dat voor sommige functies nodig is, maar voor alle duidelijkheid níet van toepassing is op het vak- en werkliedenpersoneel. Het artikel legt een verhandeling op voor functies op de hogere niveaus 1, 2+ of 2. Voor de niveaus 3 en 4 volstaat anderzijds een gemakkelijke verhandeling, een brief of een verhaal. Om te slagen dient de kandidaat 5/10 te behalen. Het tweede artikel (art.9) behandelt de mondelinge taalproef. Deze geldt voor de ambtenaren die in contact komen met het publiek. In beide artikels wordt de moeilijkheidsgraad van het examen afhankelijk gemaakt van het niveau van de betrokken ambtenaar. De Raad van State zou nu oordelen dat niet het niveau maar de functie bepalend moet zijn voor de moeilijkheidsgraad.
“Twee opmerkingen daarbij. Één, de taalexamens blijven bestaan, zowel mondeling als schriftelijk. Twee, de taalexamens zullen níet zomaar makkelijker worden, zoals het FDF verkondigt. Ze zullen ten hoogste meer afgestemd moeten worden op de functie die men uitoefent. Voor de ene kan het examen dus makkelijker worden, voor de andere zal het moeilijker worden” zegt Weyts.