Eric Meert uit LEEUW doet zijn verhaal vanuit Lubumbashi
In Lubumbashi zijn er officieel nog geen besmettingen. Maar we weten ook niet of er echt getest wordt. Want er komen hier toch nog heel wat vliegtuigen toe. Ook al is het luchtverkeer verboden. Dan zijn er ook nog treinen die rijden tussen de verschillende provincies. Het is allemaal nog al wat vaag. Maar wij doen nog steeds verder met de kinderen die op de straat leven te bezoeken. Drie keer per week doen we een toer van 2 uur en we delen een 180 pakketten uit. Water, melkpoeder, suiker, sojakoeken, en een stuk zeep en zeeppoeder.
Ze zien ons graag komen en zeggen zelf dat ze honger hebben. De mensen geven minder op straat ze draaien de ramen dicht als ze hen zien staan. Voor de huizen van de straatkinderen hebben we het nodige materiaal al gegeven om te ontsmetten en de handen en de gebouwen grondig te reinigen. We willen hen nu zoveel mogelijk voorbereiden nu we nog kunnen,vooral met informatie en de nodige richtlijnen . Wij hebben al speciale pakken besteld voor het geval dat het hier uitbreekt dat we toch kunnen blijven pakketten uitdelen voor onze jongens en meisjes die nog steeds op straat zijn.. Hulp is dus nog altijd welkom. Hier hebben we ook al wat gekregen gisteren , mensen horen over hoe solidariteit leeft in de andere landen. Ze hebben me geroepen bij Forrest die hebben 1500 dollar geschonken. We hebben geregeld Indiërs die ons komen bezoeken en bezorgen ons bloem ,koeken, enz . Want natuurlijk van de legendarische Afrikaanse solidariteit zien we niet veel bij de handelaars. Een zak bloem was op eens vier keer duurder. De Staat heeft dan zelf bloem verkocht, maar dan gingen ze een beetje verder die bloem aan het dubbel verkopen. We gaan hier veel hulp van boven moeten krijgen opdat er niet te veel slachtoffers zouden vallen.Wij doen nog steeds verder ook met het rozenhoedje met de jongens ook in de opvang huizen van de meisjes .