PROVINCIE VLAAMS-BRABANT stelt inventaris onbebouwde percelen voor
De provincie Vlaams-Brabant stelt de geactualiseerde inventaris van de onbebouwde percelen op haar grondgebied voor. Belangrijkste vaststelling is dat als men rekening houdt met de toekomstige noden er vooral een structureel tekort aan bouwgronden is in de omgeving van Leuven en de Vlaamse Rand.
De provinciale inventaris onbebouwde percelen is gebaseerd op gegevens van 2005 en ondertussen kunnen er dus wel al een groot aantal veranderingen gebeurd zijn. Het berekende aanbod uit de provinciale inventaris onbebouwde percelen geeft enkel die percelen weer gelegen in direct aansnijbaar woongebied én aan een uitgeruste weg én die binnen een termijn van 10 jaar zonder een actief woonbeleid op de markt zullen komen. Percelen in woonreserve- of woonuitbreidingsgebied zijn niet opgenomen. Ook mogelijkheden binnen bestaande gebouwen worden hier niet weergegeven.
En eventuele moeilijkheden door hoge grondprijzen of evoluties op de woningmarkt worden ook niet duidelijk door deze gegevens. De gronden die opgenomen zijn staan los van de eigendomstitel: we hebben dus geen zicht op wie eigenaar van de gronden is en wat de plannen zijn voor de onbebouwde percelen.
Structureel tekort aan bouwgronden in Vlaamse Rand, omgeving Leuven en Pajottenland
De kaart geeft een absoluut tekort weer (bollen - vraag en aanbod tov elkaar) en een relatief tekort (absoluut tekort tov het aantal huishoudens). De relatieve cijfers geven eigenlijk weer hoe de druk op de woningmarkt gevoeld wordt in de verschillende gemeentes.
Jean-Pol Olbrechts: “Als we bijvoorbeeld naar Asse en Grimbergen kijken zien we absoluut gezien een praktisch even groot tekort (1067 en 1056 percelen) maar als we diezelfde cijfers tov het aantal huishoudens beschouwen zien we dat het tekort scherper aangevoeld wordt in Asse waar er iets minder gezinnen zijn dan in Grimbergen. Vandaar ook het verschil in kleur bij het relatief tekort”,
De kaart geeft de nog beschikbare bouwmogelijkheden tegenover de toekomstige noden weer en dan valt de problematiek van de Vlaamse Rand en de omgeving van Leuven onmiddellijk op. De confrontatie van het beschikbare aanbod en de toekomstige vraag in de noordrand van Brussel wijst vooral op problemen in Zemst, Grimbergen, Vilvoorde, Asse, Dilbeek en Zaventem. Structureel (t.o.v. van de huishoudens) is er in die regio het grootste probleem in Opwijk, Merchtem, Affligem, Asse, Wemmel en Machelen. Dit zijn de gemeenten met de grootste tekorten maar ook de andere gemeenten in de rand rond Brussel scoren slecht.
“Het grotere tekort voor de toekomstige behoeften stelt zich dus vooral in gemeenten van de Vlaamse Rand” zegt gedeputeerde Jean-PoJ Olbrechts.
In de zuidrand van Brussel zijn er vooral problemen in Sint-Pieters-Leeuw, Halle, Beersel en Sint-GenesiusRode maar structureel vooral in Halle.
In Halle zien we is er een absoluut tekort van 1.272 percelen. De behoefte die werd berekend is immers 1.787 percelen tegenover een berekend aanbod van 515 percelen.
“Tot slot is het relatieve tekort in het Pajottenlanc opvallend”zegt gedeputeerde Jean-Pol Olbrechts.
Gemeenten als Pepingen, Galmaarden en in mindere mate Gooik en Herne springen hier in het oog. Pepingen heeft bij afweging van behoefte en aanbod “slechts’ een tekort van 113 percelen maar t.o.v de huishoudens zien we dan wel een groot tekort van 7,32.
Website: www.vlaamsbrabant.be
