HERNE/BEVER – Omgaan met dode, gekwetste of zieke dieren op en langs de openbare weg

HERNE/BEVER – Omgaan met dode, gekwetste of zieke dieren op en langs de openbare weg - © Deschuyffeleer

Het kan wel eens iedereen overkomen bij het autorijden. Plots komt een kat, een hond, een haas, een fazant, een vos, een ree of een ander dier voor de wielen van uw voertuig gesprongen en komt het tot een aanrijding. Of als weggebruiker zie je een gewond, ziek of dood dier op of langsheen de weg liggen. Hoe handel je dan het best? Een beknopt praktisch overzicht aan de hand van de beschikbare informatie vanuit het agentschap Natuur en Bos en vanuit de jachtgemeenschap voor onze contreien.

Aanrijding

Bij een aanrijding met vooral eerder grof jachtwild zoals reeën en de jongste tijd ook everzwijnen loopt het voertuig doorgaans vrij veel schade op. Omdat wild beschouwd wordt als een 'res nullius', wat betekent dat niemand er als eigenaar van erkend wordt, wordt het verhalen van de schade veroorzaakt door dat valwild dan ook praktisch onmogelijk. Maar ook een aangereden huisdier, denk daarbij aan een vrij grote hond, kan al voor flink wat schade zorgen. Dat huisdier heeft echter wel een baasje dat kan aansprakelijk gesteld worden. Doorgaans is hij of zij er dan ook voor verzekerd.

In bosrijke gebieden met gevaar voor overstekend grof jachtwild zoals het domein Ter Rijst langs de steenweg Asse tussen Herfelingen en Kokejane kunnen autobestuurders wel al enkele voorzorgsmaatregelen in acht nemen, zeker in enkele bijzondere verhoogde risicoperiodes zoals de paartijd van de dieren, het scheren van de veldvruchten en tijdens de jachtperiode. Daarnaast houden ook de ochtend- en de avondschemering enig bijzonder gevaar in. Er wordt doorgaans aangenomen dat een snelheid van 60 km/u de bestuurders nog enigszins toelaat tijdig te stoppen en het wild eveneens de gelegenheid biedt het voertuig alsnog te ontwijken. Grof jachtwild leeft doorgaans in kudde en daarom is het zeker ook oppassen geblazen voor andere dieren in de buurt. Er wordt eveneens aangeraden niet uit te wijken om zo andere bestuurders en/of jezelf niet meer in gevaar te brengen, zeker ook wanneer er bomen langs de weg staan. Langs autowegen worden overigens doorgaans preventief afschermaansluitingen aangebracht om het wild te beletten de autoweg op te rennen.

Een gewond of dood dier op of langs de weg

Bij aantreffen van een dood of gewond dier op of langs de weg dient de toestand vooreerst ingeschat naar graad van gevaar en veiligheid voor uzelf en de andere weggebruikers. Als er daadwerkelijk gevaar is wordt best onverwijld de politie verwittigd via het noodnummer 101 voor dringende politiehulp. Indien geen onmiddellijk gevaar kan er normaliter zelf gehandeld worden. Voor het benaderen van het getroffen dier zijn om hygiënische redenen handschoenen wel ten zeerste aangeraden. Raak de dieren, die overigens drager van ziektekiemen kunnen zijn, alleszins niet aan met blote handen. Bovendien is het eveneens steeds opletten geblazen want een gewond dier kan doorgaans nog bijzonder agressief uit de hoek komen.

Het dier leeft nog

Indien het dier nog leeft wordt best de politie verwittigd eveneens via het noodnummer 101. Die dienst zal dan oordelen welke verdere maatregelen best worden getroffen zoals het eventueel sturen van een politieploeg en/of een ploeg van de gemeentelijke technische diensten en/of van een ploeg van het dierenopvangcentrum waarmee de gemeente waarop het dier zich bevindt een overeenkomst heeft afgesloten voor het ophalen ervan.

Het dier is dood

Als het dier dood is en geen gevaar vormt voor de veiligheid wordt eveneens best de politie verwittigd. En zoals bij het aantreffen van een gewond dier zal die dan ook in eerste instantie oordelen welke verdere maatregelen best worden genomen. Bij klein jachtwild dier kan er soms ook eigenhandig gehandeld worden door het in de berm te leggen als voedsel voor aaseters. In het geval van een huisdier dan weer kan aan de hand van het uitlezen van de eventuele chip door de bevoegde personen overigens de eigenaar van de hond of de kat opgespoord worden.